Geregeld krijgt de helpdesk van de AVS vragen over de medezeggenschap en de rol van schooldirecteuren hierin.
In lid 7 en lid 8 van de Wet medezeggenschap op scholen (WMS) wordt duidelijk gemaakt welke personeelsleden uitgesloten zijn voor lidmaatschap van de medezeggenschapsraad.
Duidelijk is dat een directeur van een school, die gemandateerd is door het bestuur om overleg te voeren, geen lid kan zijn van de medezeggenschapsraad. De directeur vervult dan namelijk een bestuurlijke rol.
Maar een directeur, als zijnde personeelslid, kan wel zitting hebben in de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR). De directeur is in de rol van werknemer vrij om zitting te hebben in de GMR. Het moet in het managementstatuut dan wel duidelijk zijn dat hij/zij geen mandaat heeft van het schoolbestuur om met de GMR overleg te voeren namens het bestuur.
Personen die geen onderwijsbevoegdheid voor het primair onderwijs (pabo) of voortgezet onderwijs (lerarenopleiding) hebben, mogen géén (muziek)onderwijs op de basisschool geven. Dit is expliciet vastgelegd in de Wet op het primair onderwijs (WPO). Dit geldt daarmee ook voor mensen met de opleiding Gehrelsmuziekeducatie. Deze opleiding voldoet niet aan de bevoegdheidseisen. Mensen met een opleiding van Algemene Muzikale Vorming (AMV) en de opleiding Docent muziek (voorheen Schoolmuziek) zijn wel bevoegd.
Voor vakleerkrachten muziek geldt dat zij in ieder geval de bevoegdheid voor het primair of voortgezet onderwijs moeten hebben, eventueel aangevuld met eerder genoemde opleidingen. Wie vóór 1 augustus 2006 de opleiding docent muziek heeft behaald is bevoegd, de docerend musicus is niet bevoegd.
De WPO en de WEC hebben geen regelgeving voor gastdocentschappen in het onderwijs. Binnen het primair onderwijs en de expertisecentra blijft de reguliere leerkracht volledig verantwoordelijk. Hij of zij kan af en toe of met enige regelmaat wel een gast uitnodigen in de klas.
Iedere werknemer is zelf verantwoordelijk voor de eigen professionalisering. Hij of zij maakt jaarlijks afspraken met de leidinggevende over de eigen professionalisering. Deze afspraken worden vastgelegd in een persoonlijk ontwikkelingsplan. Hiervoor is 83 uur op jaarbasis beschikbaar.
Facilitering leerkrachten en onderwijsondersteunend personeel
Leerkrachten en onderwijsondersteunend personeel hebben recht op twee klokuren per werkweek (deeltijd naar rato) voor hun professionele ontwikkeling. Ook hebben zij recht op 500 euro per jaar (deeltijd naar rato) om invulling te geven aan zijn/haar professionalisering. Voor de jaren 2020 en 2021 is dit bedrag verhoogd naar 600 euro.
Facilitering directielid
Een directielid heeft, naast de bestaande scholingsbudgetten, recht op een individueel professionaliseringsbudget van 3.000 euro per jaar. Voor de jaren 2020 en 2021 is dit bedrag verhoogd tot 3.100 euro. Dit budget wordt in overleg met de werkgever ingezet in de vorm van studieverlof en/of studiekostenvergoeding. Het budget kan ook worden besteed aan andere professionaliseringsactiviteiten.
Het directielid kan het professionaliseringsbudget in overleg met de werkgever gedurende maximaal drie jaar sparen. Is het budget binnen vier jaar niet besteed, dan zal dit worden toegevoegd aan het algemene scholingsbudget. In het jaarlijkse functionerings- en/of beoordelingsgesprek worden de besteding van het scholingsbudget en de opgedane kennis en vaardigheden besproken.
Het directielid moet zich inschrijven in het Schoolleidersregister PO (artikel 9.7). De werkgever faciliteert dit door de registratiekosten te vergoeden.
In de CAO PO 2019 – 2020 is bepaald dat het aantal uren vakantieverlof is gesteld op 428 uur, inclusief de erkende feestdagen. Onder de erkende feestdagen worden (CAO PO artikel 1.1. Algemene Termijnenwet):
In de Algemene Termijnenwet wordt Goede Vrijdag gelijkgesteld met de algemeen erkende feestdagen. Dit betekent dat de werkgever zelf een keuze kan maken of dit al of niet een werkdag is. De schoolvakanties zijn de herfstvakantie, kerstvakantie, voorjaarsvakantie, meivakantie en de zomervakantie. De zomer-, kerst- en meivakantie zijn wettelijk voorgeschreven vakanties. De herfst- en voorjaarsvakantie zijn adviesdagen (Zie https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/schoolvakanties).
De CAO PO 2019 – 2020 kent duurzame inzetbaarheid. Medewerkers van 57 jaar en ouder hebben bovenop de reguliere 40 uur per jaar ook recht op 130 uur per jaar voor duurzame inzetbaarheid per jaar (deeltijders naar rato). Die uren kunnen werknemers op verschillende manieren inzetten. Zoals bijvoorbeeld een sabbatical, extra zorgverlof of recuperatie-verlof (zie artikel 8A.6 lid 2).
Daarnaast bestaat de mogelijkheid om te sparen (zie artikel 8A.7). Als je als 57-jarige vijf jaar spaart, beschik je na die vijf jaar over 850 uur. Vanaf je 62e kun je dan besluiten om wekelijks een dag recuperatieverlof op te nemen. Of je neemt een sabbatical of extra zorgverlof op. Verlof opnemen mag maximaal tot 340 uur per jaar (zie artikel 8A.7 lid 2).
Generatiepact
In de inzet van de AVS voor de CAO PO 2019 –2020 was het Generatiepact opgenomen. Als onderdeel van de mogelijkheden voor oudere werknemers om vitaal te kunnen blijven werken. Het Generatiepact is helaas niet opgenomen in de CAO PO. De cao-partners hebben wel afgesproken om gezamenlijk de mogelijkheden van het Generatiepact te duiden.
Het Generatiepact is een zeer interessante regeling voor duurzame inzetbaarheid en de instroom van jonge werknemers. In het kort betekent het: oudere werknemers krijgen de mogelijkheid minder te werken tegen gedeeltelijk behoud van salaris. Met als doel: vitale medewerkers en ruimte in de formatie. Met het Generatiepact borg je ook kennis en ervaring en kan de oudere werknemer gedeeltelijk plaatsmaken voor een jongere werknemer.
Bij toepassing van het Generatiepact geldt dat de oudere werknemer ten minste 50 procent moet blijven werken. Er zijn verschillende varianten toepasbaar. Bijvoorbeeld dat een medewerker 50 procent gaat werken en daarvoor 70 procent van zijn salaris ontvangt, alsmede 100 procent pensioenopbouw. Kortom: een Generatiepact 50 – 70– 100. Of bijvoorbeeld een regeling 60 procent werken, 80 procent salaris en 100 procent pensioenopbouw. Ieder bestuur kan zelf besluiten het Generatiepact in te voeren in de organisatie. Het dient hiervoor dan beleid te formuleren. De geleding personeel van de (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraad heeft instemmingsrecht op grond van artikel 12, lid 1 onder b en f (Wet Medezeggenschap op Scholen, WMS).
De CAO PO 2019 – 2020 kent duurzame inzetbaarheid. Medewerkers van 57 jaar en ouder hebben bovenop de reguliere 40 uur per jaar ook recht op 130 uur per jaar voor duurzame inzetbaarheid per jaar (deeltijders naar rato). Die uren kunnen werknemers op verschillende manieren inzetten. Zoals bijvoorbeeld een sabbatical, extra zorgverlof of recuperatie-verlof (zie artikel 8A.6 lid 2). Daarnaast bestaat de mogelijkheid om te sparen (zie artikel 8A.7). Als je als 57-jarige vijf jaar spaart, beschik...
Eensgezindheid in de organisatie, wie wil dat niet? Als er eens¬gezindheid is, is er veel mogelijk. Vanuit dit uitgangspunt las ik het boek ‘Eensgezind leiding geven’. Visie, strategie en stijlen van leidinggeven botsen regelmatig met elkaar binnen de verschillende lagen in een onderwijsorganisatie. In het boek is het leren en de ontwikkeling van iedereen in de onderwijsorganisatie – van leerlingen tot bestuurders – als leidraad genomen. Vanuit deze bedoeling kozen auteurs...
Leerlingen die zelf de keuze krijgen in welk tempo en op welke manier en ze werken aan hun leerdoelen. Dat is gepersonaliseerd onderwijs in een notendop. Dat het toekomst heeft, daar zijn veel schooldirecties in alle onderwijslagen (primair, voortgezet, mbo en hbo) van overtuigd. Maar het is ook een containerbegrip dat op elke school anders vorm krijgt. Bij het lezen van dit boek krijg je een kijkje in de keuken van het organiseren van de benodigde verandering op een zo’n school. Het zijn...
In ‘Naar onderwijs in blauw’ beschrijft Dolf van den Berg, emeritus-hoogleraar aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, zijn zoektocht naar ander onderwijs, gericht op betekenisvol menselijk contact. Inspiratie haalde hij uit het expressionisme. We worden er in zowel het nieuws als de praktijk dagelijks mee geconfronteerd: het zijn spannende tijden in onderwijsland. Vanuit die ‘sense of urgency’ ontstaan mooie ideeën en initiatieven. Dolf van den Berg hangt de zijne op aan het...
De AVS Helpdesk krijgt geregeld vragen over het verschil tussen de (berekening lestijd via de) gemiddelde en werkelijke onderwijstijd in een schooljaar.
Onderwijstijd is de tijd die kinderen in een schooljaar onderwijs genieten. Je vermenigvuldigt hiervoor eerst het aantal weken in een jaar (52) x de onderwijstijd per week (25 uur). Dat verminder je met de door de overheid vastgestelde vakantie-uren (in 2020-2021 zijn dat er bijvoorbeeld 300, inclusief Goede Vrijdag) en de marge-uren (13 dagen à 5 uur = 65 uur). In dit voorbeeld is de onderwijstijd dus 52 x 25 – 300 – 65 = 940 uur.
Lestijd is de tijd die de leerkracht in het jaar les geeft. Die kun je op twee manieren bepalen.
Rekenmethode 1, vanuit de gemiddelde onderwijstijd: je deelt de onderwijstijd in een jaar door de onderwijstijd in een week, in ons voorbeeld dus 940:25 = 37,6 weken lestijd.
Rekenmethode 2, vanuit de daadwerkelijke onderwijstijd: je vermindert het aantal schoolweken (in dit voorbeeld 41) met de verplichte feestdagen (4 stuks x 0,2 week = 0,8 week) en de margetijd (65 uur = 2,6 weken). Zo kom je op dezelfde 37,6 weken lestijd.
Het aantal schoolweken varieert per jaar en per regio door de vakantiespreiding. Als je uitgaat van gemiddelde onderwijstijd, is de lestijd ieder jaar gelijk. Uitgaande van de daadwerkelijke onderwijstijd verschilt de lestijd, afhankelijk van aantal schoolweken in het jaar.
Na de totstandkoming van de CAO PO (versie maart 2019) heeft de AVS een handleiding werkverdelingsplan opgesteld. In de herziene publicatie ‘De jaartaak in het primair onderwijs: van werkdruk naar gedeelde arbeidsvreugde’ (versie juni 2019) is het werken met het werkverdelingsplan opgenomen. Hiervoor is een rekenmodel gemaakt om de schooltijden te bepalen en de jaarplanning te maken. De jaartaakpublicatie is te bestellen via de website van de AVS.
Er zijn al veel adviezen uitgebracht over interdisciplinair samenwerken binnen het werkveld onderwijs, opvang en zorg. Een belangrijk onderwerp daar waar scholen de opdracht hebben Passend onderwijs te verzorgen. In het boek ‘Over het schoolhek heen’ krijgen de adviezen een concrete invulling. Met hart voor de praktijk benoemen de auteurs wat wordt verstaan onder interdisciplinair samenwerken in het sociale domein. Ze benoemen wie als partners kunnen worden gezien en wat succesfactoren,...
Medezeggenschap is een groot goed. Medewerkers, ouders en leerlingen kunnen daardoor een bijdragen leveren aan de kwaliteit van het onderwijs. Iedere stem telt. MR-leden vertegenwoordigen de geleding waarvoor zij in de raad zitten. Hoe komt het dat maar een deel slaagt om optimale medezeggenschap te realiseren? Het boek ‘De nieuwe medezeggenschap in het onderwijs’ geeft medezeggenschapsraden praktische handvatten om de inspraak in de eigen situatie te optimaliseren. Er zijn drie...