Wat is nu eigenlijk ‘zorgplicht’?

Een van de belangrijkste onderdelen vanaf 1 augustus 2014 in de stelselwijziging Passend onderwijs is de zorgplicht. Er bestaat soms spraakverwarring over deze term. Zorgplicht is een – juridisch – begrip dat de verantwoordelijkheid voor het bereiken van een wettelijk omschreven doel tot uitdrukking brengt. Hoewel de wetgever de term niet letterlijk heeft opgenomen in het wetsvoorstel, is het voor Passend onderwijs een belangrijk begrip. Wat is nu eigenlijk zorgplicht en welke gevolgen heeft het voor schoolbesturen?

De zorgplicht is een verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag en geldt voor alle leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Het begrip wordt in het kader van Passend onderwijs gebruikt om aan te geven dat het bevoegd gezag de plicht heeft ieder kind de juiste begeleiding en ondersteuning (zorg) te bieden. Een leerling die extra ondersteuning nodig heeft, moet een zo passend mogelijke plaats in het onderwijs krijgen. Dit kan zijn bij de school van aanmelding of op een andere school binnen het samenwerkingsverband. Scholen hebben géén opnameverplichting. Kan de school waar de leerling is aangemeld niet zelf in de benodigde onderwijsondersteuning voorzien, dan is het de verantwoordelijkheid van de school om (binnen het samenwerkingsverband) een school te vinden die wel een passend aanbod kan doen. Is het niet haalbaar om de leerling binnen het regulier onderwijs te plaatsen, dan kan een aanbod op het (voortgezet) speciaal onderwijs worden gedaan.

Onderwijsbehoefte als uitgangspunt
Ouders melden hun kind aan bij de school die hun voorkeur heeft. Binnen zes tot tien weken moet de school een zo passend mogelijk aanbod op de eigen, een andere reguliere of een speciale school binnen de regio regelen. De school zorgt dus voor extra ondersteuning in de klas, een plek op een andere school of voor plaatsing in het speciaal onderwijs. Ouders hoeven niet meer zelf een ingewikkelde indicatieprocedure te doorlopen. De landelijke indicatiesystematiek wordt afgeschaft.
Het accent verschuift zo van het medisch labelen van kinderen naar wat zij daadwerkelijk nodig hebben om onderwijs te kunnen volgen. De onderwijsbehoefte is vanaf nu het uitgangspunt.
In de Wet Passend onderwijs wordt expliciet gesproken over onderwijsondersteuning van leerlingen. Scholen stellen een schoolondersteuningsprofiel op. Hierin geven zij aan welke onderwijsondersteuning ze aan leerlingen kunnen bieden. De schoolleider vervult een cruciale rol om leerkrachten de mogelijkheden en ruimte te bieden het onderwijsaanbod af te stemmen op alle leerlingen.

Geldt zorgplicht altijd?
De zorgplicht geldt niet in een aantal gevallen:
• bij een aanmelding bij een cluster 1 of cluster 2 instelling. Deze clusterinstellingen maken namelijk geen deel uit van een samenwerkingsverband Passend onderwijs. De clusterinstellingen hebben eigen toelatingsprocedures. De zorgtoewijzing in de cluster 1 en cluster 2 instelling zal plaatsvinden door een Commissie van Onderzoek die de landelijk vastgestelde indicatiecriteria volgt;
• als de school waar de ouders het kind aanmelden vol is;
• als ouders weigeren de grondslag van de school te onderschrijven (ontwerp artikel 40 lid 6 WPO en soortgelijk in WVO en de WEC);
• in het voortgezet onderwijs moet het bevoegd gezag in eerste instantie beoordelen of een kind voldoet aan de vooropleidingseisen (gesteld in het Inrichtingsbesluit WVO). Als een kind niet voldoet aan de vooropleidingseisen, dan is de zorgplicht niet van toepassing (bijvoorbeeld: een vmbo-leerling meldt zich aan op een gymnasium);
• voor kinderen die bijvoorbeeld een taalachterstand hebben en extra ondersteuning nodig hebben om die achterstand in te lopen.

Ongeacht de afspraken over de uitvoering van de zorgplicht binnen een samenwerkingsverband, is voor individuele schoolbesturen in alle sectoren de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (WGBH/CZ) van toepassing. Artikel 2 hiervan bepaalt dat schoolbesturen verplicht zijn doeltreffende aanpassingen te verrichten voor een leerling met een beperking (zoals bedoeld in de WGBH/CZ), tenzij deze een onevenredige belasting voor de school vormen. De WGBH/CZ is volgens het College voor de Rechten van de Mens (voorheen Commissie Gelijke Behandeling) niet van toepassing op de toelating tot en deelname aan het (voortgezet) speciaal onderwijs.

Let op: Dit artikel is meer dan vijf jaar geleden gepubliceerd en bevat wellicht incorrecte, onvolledige of ongeldige informatie.