Het voorwaardelijk pensioen is een verhoging van je ABP Ouderdomspensioen en het ABP NabestaandenPensioen bij overlijden vanaf 65 jaar. Je kon het voorwaardelijk pensioen krijgen als tegemoetkoming voor het vervallen van de prepensioenregeling FPU. ABP noemt dit pensioen 'voorwaardelijk' omdat het niet definitief was zolang de regeling niet was afgelopen, m.a.w. dit deel van je pensioen kon je dus nog kwijtspelen. Voldeed je aan de voorwaarden, dan heeft ABP je voorwaardelijk pensioen eind 2022 toegevoegd aan je opgebouwde pensioen omdat de regeling Voorwaardelijk pensioen 1 januari 2023 is afgelopen. Je kunt je voorwaardelijk pensioen nu niet meer verliezen.
Wanneer heb je recht op je voorwaardelijk pensioen?
Voldoe je aan de voorwaarden? Dan heeft ABP op 30 december 2022 het voorwaardelijk pensioen toegevoegd aan je opgebouwde pensioen. Je kunt het nu niet meer verliezen door een eventueel ontslag.
Voor vragen over je (voorwaardelijk) pensioen wend je je het best rechtstreeks tot ABP. Op de website van het ABP vind je veelgestelde vragen over het voorwaardelijk pensioen.
Veel schoolleiders zijn bezig met plannen van het nieuwe schooljaar. Er komen geregeld vragen binnen over het berekenen van vakanties en vrije dagen (en dus onderwijstijd)
en het inplannen van studiedagen. Daarbij spelen de ‘gebroken weken’ een rol. In het onderwijs wordt er onderscheid gemaakt tussen kortere schoolweken veroorzaakt door een erkende feestdag en verkorte schoolweken vanwege bijvoorbeeld een studiedag.
- Schoolweken die korter zijn omdat er een erkende feestdag in valt, zijn géén gebroken weken: Tweede Kerstdag, Nieuwjaarsdag, Goede Vrijdag, Tweede Paasdag, Tweede Pinksterdag, Koningsdag en Hemelvaartsdag.
- Een vierdaagse schoolweek telt wél als een gebroken week als:
In de wet staat dat in schoolweken van minder dan vier dagen het in principe niet is toegestaan om een studiedag vast te plakken aan bijvoorbeeld het pinksterweekend.
Doe je dat toch? Dan telt die week wél mee als gebroken week. De kans bestaat dat de inspectie verzet aantekent tegen zo’n driedaagse schoolweek.
Als er echter een studiemiddag wordt gepland, is er nog steeds sprake van een vijfdaagse schoolweek. De wet zegt namelijk niet dat een kind vijf hele dagen onderwijs
moet krijgen. Verspreid de gebroken weken altijd evenwichtig over het schooljaar is het devies.
In principe zijn tweedaagse studiebijeenkomsten niet toegestaan. Ervaring leert echter dat de inspectie meestal wel begrip heeft voor zo’n tweedaagse studiebijeenkomst als
die noodzakelijk is voor de ontwikkeling van de school en het team. Stem dit voor alle zekerheid af met de inspecteur.
Artikel 1, lid 7 van de Regeling vaststelling schoolvakanties is een aparte bepaling die scholen de mogelijkheid geeft om, in overleg met de medezeggenschap, dagen aan de zomervakantie vooraf te laten gaan of te laten volgen op de zomervakantie. De zomervakantie mag verlengd worden met maximaal twee dagen ervoor of erna. Deze
verkorte schoolweken tellen niet mee als gebroken schoolweken. Vermeld wel alle vakanties en vrije dagen in de schoolgids én houd voldoende marge-uren over om een calamiteit op te kunnen vangen (of realiseer je dat je een studiedag moet kunnen inleveren om een calamiteit op te vangen).
Neem bij twijfel altijd contact op met de inspectie om problemen te voorkomen. Vergeet ook niet dat je ieder schooljaar instemming van de oudergeleding van de medezeggenschapsraad nodig hebt voor je (namens het bestuur) een besluit neemt over de onderwijstijd en de planning daarvan.
Aan scholen is dringend geadviseerd om de basisregels en veiligheidsmaatregelen na te leven. Het gaat om de volgende regels:
- Handen wassen, hoesten en niezen in je elleboog, goed ventileren, en een vaccin, booster- of herhaalprik halen.
- Daarnaast doet iedereen met klachten een (zelf)test. Scholen kunnen hiervoor zelftesten aanvragen voor personeel een leerlingen. In de vragenmodule van CoTeRo vind je informatie over hoe je de zelftesten kan aanvragen.
- Ben je positief getest op het coronavirus, dan ga je in isolatie. Meer informatie over isolatie staat hier.
Voor zwangere medewerkers in het onderwijs is het algemene advies vervallen om vanaf 28 weken 1,5 meter afstand te houden. Er gelden tot aan het zwangerschapsverlof geen beperkingen meer in de werkzaamheden die verricht kunnen worden vanwege het coronavirus. Wel blijft het van belang dat zwangere medewerkers goed voorgelicht worden over eventuele risico’s op het werk.
Het Servicedocument funderend onderwijs geeft antwoord op vragen rondom de huidige situatie van het coronavirus, gebaseerd op de bestaande wet- en regelgeving, inclusief de coronamaatregelen vanuit het kabinet en de RIVM-richtlijnen.
Het ministerie van OCW bundelt de laatste stand van zaken van de landelijke maatregelen voor het funderend onderwijs in dit servicedocument. Het is nadrukkelijk geen vervanging maar een aanvulling op de diverse protocollen en richtlijnen. In het servicedocument wordt dan ook waar nodig naar diverse protocollen verwezen.
Ook voor het schooljaar 2022 – 2023 zijn er gelden beschikbaar voor de werkdrukvermindering. De bedragen voor genoemd schooljaar zijn:
Soort onderwijs | Bedrag per leerling |
Basisonderwijs | € 260,76 |
Speciaal basisonderwijs | € 391,14 |
(Voortgezet) speciaal onderwijs | € 521,52 |
Het bedrag per leerling voor personeel en arbeidsmarkt is, net zoals in schooljaar 2021–2022, verhoogd in verband met het versneld inzetten van de werkdrukmiddelen. Daarnaast zijn er ook middelen uit het Nationaal Programma Onderwijs beschikbaar gekomen om de werkdrukmiddelen op peil te houden.
Deze middelen zijn structureel en worden verstrekt via het budget personeels- en arbeidsmarktbeleid. Het ministerie van OCW maakt hiervoor elk jaar een tool, maar voor 2022-2023 is die nog niet beschikbaar.
Dit budget wordt uitgekeerd als een bedrag per leerling op het niveau van BRIN. De leerlingen van een nevenvestiging worden daardoor toegerekend aan de hoofdlocatie.
Hieronder de tool van 2022
Toename jaarinkomen (gewogen gemiddelde) | % (gewogen gemiddelde) | Variatie in toename | Perspectief stijging | Laatste trede te be-halen in jaren t.o.v. nu | ||
A10 | 5924 | 10,3 | 8,9-14,9 | 160 | 2 jaar eerder | |
A11 | 6516 | 10,5 | 8,1-15,2 | 553 | 1 jaar later | |
A12 | 7618 | 10,8 | 8,4-15,2 | 600 | 3 jaar eerder | |
D11 | 6860 | 10,6 | 5,7-17,9 | 116 | 3 jaar later | |
D12* | 8046 | 11,0 | 8,5-18,1 | 133 | 3 jaar eerder | |
D13* | 5227 | 6,6 | 5,1-21,4 | 145 | 3 jaar eerder | |
D14 | 5568 | 6,9 | 5,3-19,1 | 531 | 7 jaar eerder |
* Voor schoolleiders met een salarisperspectiefgarantie wijken genoemde bedragen en percentages af
Dus het inkomen van een schoolleider in A12 neemt op jaarbasis tussen 8,4% en 15,3% toe, het perspectief (bedrag van de laatste trede van de nieuwe schaal – bedrag van de laatste treden van de huidige schaal) neemt met 600 euro per maand toe en het aantal treden in de schaal neemt met 3 af (dus de schoolleider groeit 3 jaar sneller toe naar een eindtrede die 600 euro hoger is dan hij/zij nu zou krijgen).
Het inkomen van een schoolleider in D11 neemt op jaarbasis tussen 5,7% en 17,9% toe, het perspectief stijgt met 116 euro per maand en het aantal treden in de schaal neemt met 3 toe (dus de schoolleider doet er 3 jaar langer over om op het eindbedrag te komen dat 116 euro hoger is dan hij/zij nu zou krijgen).
Het inkomen van een schoolleider in D13 neemt op jaarbasis tussen 5,1% en 21,5 % toe, het perspectief stijgt met 145 euro per maand en het aantal treden in de schaal neemt met 3 af (dus de schoolleider groeit 3 jaar sneller toe naar een eindtrede die 145 euro hoger ligt dan hij/zij nu zou krijgen).
- Het advies om preventief twee keer per week een zelftest te doen, is vervallen.
- In het leerlingenvervoer van leerlingen van het voortgezet speciaal onderwijs en leerlingen van het speciaal (basis) onderwijs vervalt met ingang van 23 maart de verplichting om mondneusmaskers te dragen. Het protocol zorgvervoer kinderen en jongeren, zoals opgesteld door Koninklijk Nederlands Vervoer, vervalt eveneens met ingang van 23 maart 2022.
- Het dringende advies om na een positieve zelftest een confirmatietest te doen bij de GGD is vervallen.
Onderwijsgevend en onderwijsondersteunend personeel hebben 2 klokuren per werkweek (deeltijd naar rato) voor hun professionele ontwikkeling beschikbaar. Daarnaast stelt de werkgever voor elke werknemer in genoemde categorieën € 500,- per jaar beschikbaar.
De Onderwijsconsulent is ingesteld door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) op verzoek van de Tweede Kamer, om ouders/verzorgers en scholen te adviseren en te begeleiden bij onderwijskwesties rond een kind met een handicap, ziekte of stoornis. Het gaat dan om problematiek rond plaatsing, schorsing, verwijdering, besteding van de rugzakgelden of onenigheid over het handelingsplan. Ook proberen onderwijsconsulenten oplossingen te vinden voor kinderen die langdurig thuiszitten zonder uitzicht op een onderwijsplaats.
De Onderwijsconsulent is ingesteld door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) op verzoek van de Tweede Kamer, om ouders/verzorgers en scholen te adviseren en te begeleiden bij onderwijskwesties rond hun kind.
Onderwijsconsulenten zijn onafhankelijke deskundigen met kennis en ervaring op het gebied van onderwijs aan kinderen met een handicap, ziekte of stoornis. De onderwijsconsulent helpt ouders/verzorgers ook als zij het niet eens zijn met een besluit van de school.
Onderwijsconsulenten kunnen ouders, leerlingen en scholen helpen wanneer sprake is van minimaal één van de onderstaande situaties:
- De leerling zit langer dan 4 weken thuis zonder uitzicht op een onderwijsplek. Bijvoorbeeld door een schorsing.
- Er is extra ondersteuning of begeleiding nodig van een leerling met een extra ondersteuningsbehoefte.
- Er is hulp nodig bij het opstellen van het onderwijsprogramma voor een leerling.
Voordat ouders/verzorgers een onderwijsconsulent kunnen inschakelen, moet er:
- een gesprek zijn geweest met de leerkracht of met de directie van de school;
- contact zijn geweest met het samenwerkingsverband passend onderwijs.
Er zijn géén kosten verbonden aan het inschakelen van een onderwijsconsulent. Onderwijsconsulenten worden gefinancierd door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Er zijn géén kosten verbonden aan het inschakelen van een onderwijsconsulent. Onderwijsconsulenten worden gefinancierd door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Een advies van een onderwijsconsulent is niet bindend. De school is niet tot overleg verplicht. Als ouders het er niet mee eens zijn, kunnen zij nog een oordeel vragen aan de Commissie Gelijke Behandeling (CGB). Ook de oordelen van de CGB zijn echter niet juridisch bindend. Als laatste mogelijkheid staat de weg naar de rechter open.
Ingegeven vanuit maatschappelijke veranderingen is de afgelopen tijd de behoefte aan andere schooltijden in het primair onderwijs gestegen. De mogelijkheden voor het basisonderwijs liggen in verschillende schooltijdmodellen, waarbij ook de wet- en regelgeving een rol speelt. In de eerste plaats is de rol, positie en mening van de ouders van belang. De flexibilisering van de schooltijden geldt voor scholen voor basisonderwijs, scholen voor speciaal basisonderwijs en scholen en instellingen voor (voortgezet) speciaal onderwijs. Scholen en schoolleiders moeten bij het invoeren van andere schooltijden rekening houden met zaken als (voldoende) onderwijstijd, werk- en rusttijden voor leerkrachten, overblijfmogelijkheden, de keuze van het schooltijdmodel en bijvoorbeeld de verplichte ouderenquête.
De AVS heeft de publicatie “Naar andere schooltijden, en dan?” samengesteld in het kader van invoering van andere schooltijden. Deze is via de AVS-website te bestellen.
Iedere werknemer is zelf verantwoordelijk voor de eigen professionalisering. Hij/Zij maakt jaarlijks afspraken met de leidinggevende over de eigen professionalisering. Deze afspraken worden vastgelegd in een persoonlijk ontwikkelingsplan.
In de CAO is afgesproken dat de startende leerkracht 40 uur extra per jaar krijgt (naar rato dienstverband, nog bovenop zijn persoonlijk budget voor duurzame inzetbaarheid), die hij voor professionalisering kan inzetten. Zodra de startende leerkracht basisbekwaam is of de vierde periodiek van zijn salarisschaal heeft bereikt, vervalt de 40 uur extra per jaar (naar rato dienstverband) voor de startende leerkracht. Daarnaast heeft elke startende leraar recht op begeleiding door een coach. De coach mag geen direct leidinggevende zijn.
Onderzoek wijst uit dat bepaalde randvoorwaarden altijd gunstig zijn om een startende leraar de kans te geven binnen korte tijd zich sterk te ontwikkelen. Dit zijn werkdrukvermindering, begeleiding in de les door een onafhankelijk iemand, professionele ontwikkeling, verankerd in het HRM-beleid, meten van de vorderingen en vaststellen van de sterke en zwakke punten, zodat gerichte ontwikkeling mogelijk is, en een inwerkperiode met kennismaking met de schoolregels.
Werknemers hebben vanaf 57 jaar recht op een bijzonder budget van 130 extra uur per jaar (deeltijders naar rato). Indien werknemers na de AOW-gerechtigde leeftijd ervoor kiezen langer door te werken, bestaat er geen recht meer op dit budget.
Ter handreiking heeft de AVS op grond van de CAO PO 2021 het overzicht van de verlofvormen geactualiseerd. In dit overzicht wordt aangegeven welke contractvormen in welke situatie mogelijk zijn.
Op 29 oktober 2021 heeft de ministers van OCW en VWS de factsheet gezondheidszorg in het onderwijs aan de Tweede Kamer gestuurd.
Deze factsheet vervangt de Factsheet diabeteszorg in het primair onderwijs van december 2015.
De factsheet is bedoeld om scholen te helpen bij het organiseren van medische zorg aan leerlingen. De factsheet bevat informatie over hoe de school, de ouders, de leerling en de professionele zorgverlener samen afspraken kunnen maken over het verlenen van gezondheidszorg aan een leerling op school. Achtereenvolgens wordt ingegaan op:
1. Gezondheidszorg onder schooltijd: wie is waarvoor verantwoordelijk?;
2. Welke medische handelingen bestaan er en wie mag die binnen een school uitvoeren?;
3. Maak vooraf afspraken!;
4. Aansprakelijkheid;
5. Juridisch kader.
Op de website van de Arbocatalogus PO is meer informatie vermeld over de medicijnverstrekking en medisch handelen. Zie hiervoor Extra informatie op de website van arbocataloguspo.nl
Veel scholen zullen al voorbereid zijn op afwezigheid van docenten en leerlingen in verband met isolaties. Denk hierbij aan communicatie naar ouders/verzorgers en leerlingen; onderwijsaanbod en afstandsonderwijs; en afstemming met bestuur en gemeente. Scholen worden gevraagd om zoveel mogelijk met ouders/verzorgers en leerlingen te overleggen over de mogelijkheden om leerlingen afstandsonderwijs te geven. De keuze voor afstandsonderwijs is nadrukkelijk de professionele keuze van de school. Dit kan dan ook niet door individuele ouders/verzorgers worden afgedwongen. Het spreekt voor zich dat scholen niet aan het onmogelijke worden gehouden.
Het kan zo zijn dat een individueel schoolbestuur ervoor kiest om maatregelen in stand te houden, omdat de lokale situatie daarom vraagt. In dat geval dient wel te worden voldaan aan de bestaande voorwaarden die gelden bij het invoeren van aanvullende maatregelen.
Een schoolbestuur mag aanvullende maatregelen invoeren, hiervoor gelden de voorwaarden:
• Het schoolbestuur moet de noodzaak en proportionaliteit van eventuele aanvullende maatregelen onderbouwen*;
• De aanvullende maatregelen moeten passen binnen de besluiten die het kabinet heeft genomen op basis van advisering door het OMT;
• Daarbij moet in elk geval de medezeggenschap betrokken worden. Het is belangrijk dat het schoolbestuur aan leerlingen en ouders/verzorgers in duidelijke taal uitlegt waarom de school tot deze maatregel(en) besluit.
* Het bestuur moet ook rekening houden met de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid. Bij het handhaven van een verplichting zal de school zorgvuldig de proportionaliteit in acht moet nemen: het belang van de leerplicht weegt immers ook zwaar. Het is daarom belangrijk dat de school hier een goed gesprek over voert met leerlingen, ouders/verzorgers en personeel.
Ja, dit kan. Volgens het Europees Geneesmiddelenagentschap (EMA) is een boosterprik voldoende veilig en effectief voor jongeren van 12 t/m 17 jaar. Daarom is het voor jongeren die dat willen mogelijk om een booster te halen. Het is een vrijwillige keuze. Jongeren van 12 tot en met 17 jaar die een boosterprik willen, kunnen bellen naar 0800-7070 om een afspraak te maken.
De verplichting tot het dragen van een mondneusmasker in de samenleving is losgelaten en daarmee is ook het advies in het onderwijs vervallen. In drukke openbare/publieke buitenruimtes waar geen 1,5 meter afstand gehouden kan worden, geldt nog steeds een advies om een mondkapje te dragen.
Sommige medewerkers kunnen wellicht de vraag hebben of het voor hen verstandig is om mee te doen met fysieke teamvergaderingen, bijvoorbeeld omdat zij zelf meer risico lopen op ernstige gevolgen van een coronabesmetting of omdat zij een huisgenoot hebben met een kwetsbare gezondheid. Houd rekening met elkaar en ga na of het echt nodig is dat iedereen fysiek bij de teamvergadering aanwezig is, of dat de vergadering ook op een hybride manier kan plaatsvinden.
Het RIVM stelt wekelijke een Factsheet COVID-besmettingen op.
In de downloads zijn de meest recente cijfers te vinden.
Factsheet COVID-besmettingen week 12 2022
Rapportage Gesloten Scholen in het Primair Onderwijs 29 maart 2022
Rapportage Gesloten Scholen in het Speciaal Onderwijs 29 maart 2022
Rapportage Gesloten Scholen in het Voortgezet Onderwijs 29 maart 2022
Geregeld krijgt de helpdesk van de AVS vragen over de medezeggenschap en de rol van schooldirecteuren hierin.
In lid 7 en lid 8 van de Wet medezeggenschap op scholen (WMS) wordt duidelijk gemaakt welke personeelsleden uitgesloten zijn voor lidmaatschap van de medezeggenschapsraad.
Duidelijk is dat een directeur van een school, die gemandateerd is door het bestuur om overleg te voeren, geen lid kan zijn van de medezeggenschapsraad. De directeur vervult dan namelijk een bestuurlijke rol.
Maar een directeur, als zijnde personeelslid, kan wel zitting hebben in de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR). De directeur is in de rol van werknemer vrij om zitting te hebben in de GMR. Het moet in het managementstatuut dan wel duidelijk zijn dat hij/zij geen mandaat heeft van het schoolbestuur om met de GMR overleg te voeren namens het bestuur.
Onderwijs is vrijgesteld van btw. Dat geldt voor basisonderwijs tot en met hoger onderwijs, ook wanneer dat uitgevoerd wordt door een zelfstandig ondernemer.
De volgende onderwijsvormen zijn vrijgesteld:
Onder de vrijstelling vallen ook de levering van goederen en diensten die onmisbaar zijn voor het verzorgen van vrijgesteld onderwijs. Bijvoorbeeld het ter beschikking stellen van schoolboeken aan leerlingen door onderwijsinstellingen die vrijgesteld onderwijs verzorgen.
De volgende diensten zijn belast:
Maar u mag ervoor kiezen deze cursussen vrijgesteld te leveren. Er bestaat dan geen recht op aftrek van voorbelasting.
Bij remedial teaching geldt als voorwaarde dat alleen de stof wordt gerepeteerd die op school is behandeld. In alle andere gevallen kan een zelfstandig ondernemer niet kiezen voor de vrijstelling en is remedial teaching dus belast.
Als onderwijsinstellingen in samenwerking onderwijs aanbieden en voor dat onderwijs aan elkaar ondersteunende diensten leveren (bijvoorbeeld ict-ondersteuning), dan kunnen deze diensten onder de onderwijsvrijstelling vallen. Voorwaarde is dat alle werkzaamheden (onderwijs én ondersteunende diensten) zijn aan te merken als 1 ondeelbare, vrijgestelde onderwijsprestatie. De gezamenlijke onderwijsprestatie moet dan onder dezelfde naam, regie en verantwoordelijkheid vallen en voor gemeenschappelijke rekening plaatsvinden. Meer informatie over de toepassing van de onderwijsvrijstelling bij samenwerkende onderwijsinstellingen is te vinden in het Besluit van 6 oktober 2016, nr. BLKB/2016/306.
Samenwerkingsverbanden passend onderwijs zijn aangewezen als sociaal-culturele instelling. Vrijgesteld zijn de werkzaamheden die zij verrichten aan scholen en die voortvloeien uit het ondersteuningsplan.
Voor het uitlenen van personeel kan onder bepaalde voorwaarden de vrijstelling toegepast worden. De voorwaarden hiervoor kunnen bij het belastingkantoor worden opgevraagd.
Uitzendbureaus die personeel uitzenden, moeten altijd 21% btw berekenen over deze diensten.
Zie ook: actuele informatie over de btw-vrijstelling
Assessment in het onderwijs kan twee doelen dienen. Het eerste is beter zicht te krijgen op de mogelijkheden en het functioneren van de kandidaat bij een eerste aanstelling of benoeming. Ten tweede kan een ontwikkelassessment gebruikt worden om de ontwikkeling en ontwikkelpunten van een persoon die al langer werkzaam is bij de organisatie in zicht te krijgen ten behoeve van het functioneren en beoordelen, of bij grondige veranderingen in de organisatie, waar mobiliteit van de directies een mogelijkheid is.
Een assessment wordt meestal in opdracht van het bestuur uitgevoerd door een extern bureau met geregistreerde psychologen (NIP). Deelnemen aan een assessment is niet verplicht, aldus de AVS. In geval van een eerste benoeming is weigering echter niet aanbevelenswaardig. Het bestuur zal geen verdere kandidaatstelling wensen. Meestal wordt het assessment in de advertentie genoemd. Bij het ontwikkelassessment zal de directeur goed moeten afwegen met welk doel het assessment wordt afgenomen. Voor de eigen ontwikkeling en verbetering van de kwaliteit van de school is het een uitstekend hulpmiddel. Bestuur en directeur kunnen dan in vol vertrouwen de school verder ontwikkelen. Als het echter dient om een reorganisatie door te voeren, verplichte mobiliteit van de directeuren te implementeren of een bezuinigingsoperatie te bewerkstelligen in verband met krimp, dan is een assessment volgens de AVS niet het juiste hulpmiddel. De rapportage van een assessment kan alleen naar het bestuur als de werknemer daar toestemming voor heeft gegeven. In de beroepscode voor psychologen is de geheimhoudingsverplichting opgenomen. De direct betrokkene krijgt als eerste het rapport en geeft daarna toestemming voor verdere communicatie, of geeft aan dat niet te willen.
De opdrachtgever, meestal het bestuur, kan de rapportage niet opeisen.
Hierbij de aangepaste versie van het Instrument overgangsregeling wet schooltijden versie 2023-2024 van februari 2023, inclusief de nieuwe salarisbedragen.
Ook voor het schooljaar 2022 – 2023 zijn er gelden beschikbaar voor de werkdrukvermindering. De bedragen voor genoemd schooljaar zijn:
Soort onderwijs | Bedrag per leerling |
Basisonderwijs | € 260,76 |
Speciaal basisonderwijs | € 391,14 |
(Voortgezet) speciaal onderwijs | € 521,52 |
Het bedrag per leerling voor personeel en arbeidsmarkt is, net zoals in schooljaar 2021–2022, verhoogd in verband met het versneld inzetten van de werkdrukmiddelen. Daarnaast zijn er ook middelen uit het Nationaal Programma Onderwijs beschikbaar gekomen om de werkdrukmiddelen op peil te houden.
Deze middelen zijn structureel en worden verstrekt via het budget personeels- en arbeidsmarktbeleid. Het ministerie van OCW maakt hiervoor elk jaar een tool, maar voor 2022-2023 is die nog niet beschikbaar.
Dit budget wordt uitgekeerd als een bedrag per leerling op het niveau van BRIN. De leerlingen van een nevenvestiging worden daardoor toegerekend aan de hoofdlocatie.
Hieronder de tool van 2022