Het burn-outpercentage in het onderwijs is hoger dan het landelijk gemiddelde. De laatste vier jaar is dit percentage gestegen. Dat blijkt uit cijfers van de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden door TNO en het Centraal Bureau voor de Statistiek. De resultaten waren al half april gepubliceerd, maar zijn aan de aandacht onttrokken vanwege de uitbraak van het corona-virus.

In 2019 kampt 27,4 procent van alle docenten in Nederland met burn-out klachten. Het landelijke gemiddelde ligt op 17 procent. Het onderwijs is het meest gevoelige beroep voor burn-out. Wat wel opvalt is dat onderwijsmedewerkers van alle beroepsgroepen wel het meest tevreden zijn over hun baan.

Hoeveel last een onderwijsprofessional heeft van burn-out klachten hangt af van de functie: docenten hebben het meeste last van stress en andere burn-out klachten, algemeen directeuren het minst. Er zijn ook verschillen tussen leraren onderling: docenten van algemene vakken in voortgezet onderwijs en mbo voeren de lijst aan met één op drie (31,9 procent) die kampt met burn-outklachten. Docenten in hbo, wo en hoogleraren hebben binnen de onderwijssector het minste last van werkdrukklachten (24 procent), maar nog steeds veel meer dan het landelijk gemiddelde van beroepen. In het basisonderwijs ligt het percentage op 27,3 procent.

De cijfers per niveau en sector zijn te vinden via een tool die speciaal voor de enquête is gemaakt. Voor 2020 gaan TNO en CBS de effecten van de crisis op de arbeidsomstandigheden onderzoeken.

Links

Gerelateerd nieuws