Er zijn grote verschillen tussen de doorstroommogelijkheden op middelbare scholen, zo blijkt uit onderzoek van het Centraal Planbureau (CPB). Bij strenge scholen, met hoge eisen, hebben doorstromers minder kansen op het halen van een hoger diploma. Het CPB spreekt daarom nadrukkelijk van kansenongelijkheid.
Het onderzoek heeft betrekking op de periode van 2004 tot 2020. Dit is dus nog voor de periode voor de invoering van het doorstroomrecht in 2020.
Sommige middelbare scholen hebben jarenlang te hoge eisen aan stapelaars gesteld. Zij stelden bijvoorbeeld minimaal een 7 als eindcijfer op het diploma. Bij de soepelste 10 procent van de scholen stroomde meer dan 35 procent van de vmbo’ers door naar de havo. Maar op de strengste 10 procent was dit slechts 5 procent. Maar de doorstromers van de ‘soepele’ scholen (die geen hoge eisen stelden) hadden niet minder kans om een tweede diploma te halen. Daaruit blijkt dat de eisen van sommige scholen dus te hoog waren. Doordat minder scholieren hierdoor het hoger onderwijs bereikt hebben, is hier sprake van kansenongelijkheid, aldus het CPB. Het maakt dus uit op welke middelbare school een leerling heeft gezeten. Deze kansenongelijkheid kan ook nadelig uitpakken voor baankansen en toekomstig inkomen.
Verder is het tussen 2007 en 2019 niet makkelijker geworden om te stapelen in het voortgezet onderwijs. Stapelaars zijn in 2019 gemiddeld vaker leerlingen met een hoger eindcijfer op hun eerste diploma ten opzichte van tien jaar daarvoor; het lijkt er dus op dat het een selectievere groep leerlingen is geworden. Uit het onderzoek blijkt ook dat leerlingen die een vmbo-t-diploma halen op vestigingen waar het ook mogelijk is om havo te volgen, vaker doorstromen. In deze periode is het aantal vmbo-t-leerlingen dat op dit soort vestigingen zit echter licht afgenomen. Het lijkt er dus op dat de drempel om door te stromen lager is als dat op dezelfde vestiging of school kan. Ook was er een afname in het aantal dakpan- of brede brugklassen. Hierdoor kan het moeilijker zijn geworden om al tijdens de schoolloopbaan op een hoger schoolniveau terecht te komen.
De resultaten van het CPB-onderzoek hebben betrekking op de periode voor de invoering van het doorstroomrecht in 2020. Door het doorstroomrecht kunnen havisten nu zonder voorwaarden doorstromen naar het vwo, en vmbo’ers (gemengde of theoretische leerweg) die geslaagd zijn met een extra vak moeten worden toegelaten tot de havo. Toekomstig onderzoek moet uitwijzen of het doorstroomrecht zorgt voor veranderingen in de stapelpatronen en in de verschillen tussen scholen.