Op steeds meer plekken is nauwelijks meer een schooldirecteur te vinden. Vacatures blijven onvervuld of worden opgevuld door een tweede school onder een directeur ‘te hangen’ (of drie scholen of meer!). Deze meerscholendirecteuren krijgen regelmatig geen passende structurele faciliteiten geboden, zoals het benoemen in een hogere functie. Wel wordt bijvoorbeeld gewerkt met toeslagen, die vervolgens niet altijd pensioengevend zijn. Steeds minder vaak hebben scholen nog een adjunct-directeur, zelfs als de bekostiging daarin wél voorziet. Elke school krijgt voldoende middelen voor het aanstellen van een fulltime directeur, ook de kleinere scholen.
Taken en verantwoordelijkheden waar de directeur niet aan toekomt, komen steeds vaker op het bordje van leerkrachten terecht. Niet zelden verhoogt dit de werkdruk. Mooie namen als team- of locatiecoördinator leiden tot het uitoefenen van taken die thuishoren in een directeursfunctie, maar die meestal niet een salaris op directieniveau opleveren.
Financieel zijn de genoemde ‘oplossingen’ vaak gunstig. Als een school geen fulltime directeur heeft, blijft er geld over dat anders kan worden ingezet. Er worden euro’s gescoord. Maar de kwaliteit en continuïteit van onderwijs komen onder druk te staan doordat leraren op weinig leiderschap, tijd en aanwezigheid van een directeur kunnen rekenen. Welbevinden en behoud van leraren valt en staat met goed schoolleiderschap. In de lerende school hoort het goed positioneren van leraren én gespreid leiderschap thuis. Hiermee wordt de rol van de schooldirecteur nog complexer. Goed leiderschap is ook van fundamenteel belang bij het vergroten van de professionele ruimte van leraren.
Bezuinigen op schooldirecteuren levert misschien financiële doelpunten op, maar lijkt voor het behoud van leraren en de onderwijskwaliteit vooral op scoren in eigen doel. Gelukkig is Nederland een voetballand, waar de bal vaak het goede doel in gaat. Investeer dus in directeuren en word een topscoorder!