De afgelopen weken ontvingen wij meermaals de vraag hoe gehandeld moet worden als er geen (voltallige) medezeggenschapsraad is. Allereerst gelden de wettelijke bepalingen. Elke school (BRINnummer) dient een medezeggenschapsraad te hebben. Dat is bepaald in artikel 3 van de Wet medezeggenschap op scholen (WMS). De medezeggenschapsraad bestaat uit personeelsleden, ouders en in het voortgezet onderwijs ook leerlingen van dertien jaar of ouder.
Het kan zijn dat door omstandigheden of onenigheid (een gedeelte van) de medezeggenschapsraad ontbreekt. Wiens taak is het dan om aan de wettelijke verplichting te voldoen? Als een geleding van de medezeggenschapsraad niet compleet is op grond van het medezeggenschapsreglement, dan is het aan deze geleding om te zorgen dat deze weer volledig is. Dat kan door middel van het uitschrijven van verkiezingen.
Is er helemaal geen vertegenwoordiging in de medezeggenschapsraad, dan dient het bestuur alles in het werk te stellen om zo snel mogelijk weer een medezeggenschapsraad te hebben. Het bestuur dient dan zowel personeelsleden als ouders en in het voorgezet onderwijs ook de leerlingen te stimuleren en/of op te roepen zitting te nemen in de medezeggenschapsraad.
In de wettelijke bepalingen zoals de onderwijswetgeving en in de cao’s zijn bevoegdheden voor instemming en advies neergelegd bij de medezeggenschapsraad. Als deze er niet is, dan kan het bestuur ook niet besturen.