Kader Primair 3 (2020-2021)Thema – Kansen door corona

‘Dit moeten we vasthouden’, hoorden we afgelopen voorjaar veel. Een van de belangrijkste inzichten van de lockdown was dat er onder andere in het onderwijs veel meer mogelijk was dan we dachten. Toen de wereld op zijn kop stond, werden we flexibel en inventief. En zagen we ook in dat er gewoontes bestonden die best op de helling konden. Nu het stof enigszins is neergedaald, maken we voorzichtig de eerste balans op. Wat heeft de coronacrisis ons tot nu toe geleerd, wat kunnen we anders doen in de toekomst? Op drie terreinen zijn patronen aan het verschuiven: online onderwijs, de contacten tussen school en stakeholders (zoals ouders en kinderopvang) en de organisatie van het onderwijs.<br> In digitaal opzicht hebben scholen onmiskenbaar een sprong voorwaarts gemaakt. Leraren zijn niet allemaal even ‘digivaardig’ geworden, maar er is in hoog tempo kennis over de mogelijkheden van online onderwijs opgedaan. Anderzijds blijkt ook: online onderwijs kan nooit in de plaats komen van ‘live’ onderwijs. Het contact met de leraar en met klasgenoten is nodig voor een goede ontwikkeling, sociaal-emotioneel maar ook cognitief. En thuisonderwijs kan onderwijs op school niet vervangen. Ouders zijn geen leraren. Maar de lockdown heeft er wel toe geleid dat leraren veel contact kregen met ouders. Dat nauwe contact tussen leraren en ouders blijft hopelijk behouden.

Tot slot blijkt dat onderwijs anders te organiseren is dan vijf dagen per week dertig leerlingen in de klas met een leraar ervoor. Meer gericht op de ontwikkeling van het kind zelf, minder de focus op toetsresultaten. Het zijn geen nieuwe inzichten, maar door corona is er wel een ‘momentum’ ontstaan voor het anders organiseren van onderwijs.

Download deze Kader Primair

Kaderspel

  • Onmacht door overmacht

Actueel

Thema

  • ‘Ik zie dat veel scholen hun onderwijs nu versneld flexibiliseren’

  • ‘Oefen in contact op maat’

  • ‘Interactie in de groep, dat mis je online erg’

Verder in dit nummer

  • ‘Samen iets gemeenschappelijks uitvinden’

  • Inspiratieboek po

  • ‘Een schoolleider maakt of breekt de schoolorganisatie’

  • ‘Vergeet niet uit te dragen hoe mooi je werk is’

Iedere maand

  • Meer lucht in het lokaal met kleinere klassen

  • Achterstallig onderhoud aanpakken

  • Een IKC opzetten in een blended learning-omgeving

Vraag van de maand

  • Welke professionaliseringsgelden zijn er voor de directiefunctie beschikbaar?

    De gelden voor professionalisering worden via de lumpsumbekostiging beschikbaar gesteld. Allereerst zijn er gelden voor de individuele professionalisering opgenomen in de CAO PO 2019-2020. Het gaat om een bedrag van € 3.000 per jaar per directielid in de A- of D-schaal en is niet afhankelijk van de werktijdfactor. Dat is vastgelegd in artikel 9.6, lid 3.

    Voor de kalenderjaren 2020 en 2021 is dit bedrag verhoogd met € 100 per jaar voor de uitvoering van het ‘Convenant extra geld voor werkdrukverlichting en tekorten onderwijspersoneel in het funderend onderwijs 2020-2021’ van 1 november 2019. Zodat in totaal een bedrag van € 3.100 beschikbaar is. Dat is geregeld in artikel 9.8.

    Daarnaast zijn voor alle personeelsleden professionaliseringsgelden beschikbaar, dus ook voor directieleden. Deze gelden zijn opgenomen in het budget voor personeels- en arbeidsmarktbeleid. Dit is geld voor algemene scholing. Verder zijn er gelden voor scholingstrajecten in het zogenoemde Herfstakkoord van 2013 opgenomen. Deze gelden zijn niet geoormerkt en konden ook voor andere onderdelen worden gebruikt. De herfstgelden zijn inmiddels opgenomen in de lumpsumbekostiging.

    Voor de schooljaren 2021 – 2022 en 2022 – 2023 is de “Regeling bijzondere bekostiging professionalisering en begeleiding starters en schoolleiders” van 31 maart 2021 van toepassing. Deze regeling is in de plaats gekomen van de bedragen in de Prestatiebox. Het bedrag per leerling voor het schooljaar 2021 – 2022 is € 94,20.
    Een en ander staat los van de opgedragen professionaliseringsactiviteiten zoals genoemd in artikel 9.4 van de CAO PO 2019-2020. De kosten hiervan komen volledig voor rekening van de werkgever.