Thema – Groei en krimp

Scholen staan in verbinding met hun omgeving. Wordt er een nieuwbouwwijk gebouwd, dan komt er (vaak) ook een nieuwe school. Nieuwe scholen kunnen ook ontstaan door een grotere behoefte aan onderwijs met een bepaalde levensovertuiging. Zo is met name het islamitisch basisonderwijs het afgelopen decennium flink gegroeid. Dat komt voor een deel door de toegenomen kwaliteit van deze scholen, maar ook doordat er binnen deze richting steeds meer te kiezen is. De Rotterdamse Ibn-i Sina-school timmert bijvoorbeeld aan de weg met bliksemstages voor bovenbouwleerlingen en aandacht voor Wetenschap & Techniek. Ook de Wet Ruimte voor Nieuwe Scholen heeft nieuwe scholen, met nieuwe concepten, tot gevolg. Nu ‘richting’ geen bepalend stichtingscriterium meer is, komt er een grotere variatie in onderwijsaanbod.

Tegelijkertijd zien we in delen van Nederland bevolkingsdaling. In kleine dorpen kunnen niet alle denominaties meer een eigen school openhouden. Sinds 2017 is de samenwerkingsschool mogelijk: meerdere denominaties onder één dak. Wacht niet tot het water je aan de lippen staat, adviseert de schoolleider van samenwerkingsschool De Lonneboot in het Zeeuwse Nieuw- en Sint Joosland. Samenwerken is een kans voor het dorp en een kans voor de school om er sterker uit te komen.

In sommige dorpen kan het belang van de school als ontmoetingsplek te groot zijn om tot sluiting over te gaan. Daar wordt vaak een kwaliteitsslag gemaakt: een andere manier van onderwijs geven kan ook andere leerlingen trekken dan alleen de kinderen uit het dorp. Ouders slaan daarnaast vaak de handen in een om de school overeind te houden. Zo blijft basisschool Sint Anna in Vortum-Mullem (42 leerlingen) open dankzij het innovatieve onderwijsconcept en de inzet van ouders.

Download deze Kader Primair

Kaderspel

  • De koers voor het nieuwe normaal

Actueel

Thema

  • ‘Samen ben je serker’

  • ‘Er komen er elk jaar ongeveer honderd leerlingen bij’

  • ‘ Onderscheid je op een positieve manier van andere scholen’

Verder in dit nummer

  • Wat een schooldirecteur en museumdirecteur van elkaar kunnen leren

  • ‘Bemoeienis met de wijk is onze core business’

  • ‘Een schoolleider kan zóveel toevoegen aan de maatschappij’

Iedere maand

  • Vso-leerlingen slagen in regulier onderwijs

  • Verouderde schoolgebouwen, voortgang tijdens thuisonderwijs en ventilatie

  • Niet te benijden

  • Leren anders organiseren

  • ‘Ik was toe aan een vervolgstap’

Vraag van de maand

  • Hoe is het (aanvullend) geboorteverlof in de CAO PO 2019-2020 geregeld?

    Het geboorteverlof valt in drie delen uiteen. Allereerst heeft de partner verlof bij de bevalling van de echtgenote.

    Na de bevalling van de echtgenote heeft de partner recht op bevallingsverlof
    voor eenmaal de arbeidsduur per week gedurende een tijdvak van vier weken, te rekenen vanaf de eerste dag na de bevalling.
    Voorbeeld: echtgenote bevalt op 1 juni 2020. De werktijdfactor van de partner is 0,8. Dat komt overeen met 32 uur. Deze 32 uur kan hij/zij in een periode van vier weken na 1 juni 2020 als verlof opnemen.
    Per 1 juli 2020 heeft de partner bovendien recht op aanvullend verlof, nadat hij/zij het ‘standaard’ geboorteverlof tijdens/na de bevalling heeft opgenomen. Het aanvullend geboorteverlof bedraagt ten hoogste vijf gehele weken, gebaseerd op de arbeidsduur per week. Het dient opgenomen te worden binnen zes maanden, te rekenen vanaf de eerste dag na de bevalling. Partners hebben recht op aanvullend geboorteverlof als het kind op of ná 1 juli 2020 geboren wordt. Als zij hiervan gebruik willen maken, moeten zij dit minimaal vier weken van tevoren schriftelijk bij de werkgever kenbaar maken.
    In alle gevallen geldt dat het salaris voor 100 procent wordt doorbetaald.