Thema – Academisering in de school

Er werken steeds meer ‘academische’ leraren in het onderwijs. Via bijvoorbeeld academische pabo’s – die al vanaf 2012 afgestudeerden leveren – of masteropleidingen aan de universiteit of hogeschool. Maar ook zij-instromers kunnen een academische achtergrond hebben. Hoe gaan schoolleiders om met deze krachten? Stelt het andere eisen aan je manier van leidinggeven? Wat brengt dit specifieke professionele kapitaal met zich mee en hoe kun je het optimaal benutten en inzetten? Welke impact heeft dit op het team?

Het aantal schoolleiders dat zelf een academische achtergrond heeft is klein: zo’n 3 procent volgt een master of heeft deze op zak. Masteropgeleide schoolleiders kunnen een meerwaarde hebben voor de academici in hun team, maar ook omdat de maatschappelijke context van scholen complexer is geworden en er hogere eisen aan het onderwijs worden gesteld. “Een schoolleider met onderzoeksvaardigheden kan samen met academische leraren zorgen dat er zowel evidence baced als practice based wordt gehandeld”, aldus AVS-vicevoorzitter Ingrid Doornbos.

Of academische leraren (in opleiding) zich in hun werk kunnen onderscheiden is mede afhankelijk van de – context van de – school waar zij terechtkomen en de manier waarop de schoolleider hen faciliteert. Dit loopt mede door het lerarentekort lang niet overal even soepel, blijkt uit een rondgang langs studenten en afgestudeerden. Gelukkig zijn er ook goede voorbeelden: “Omdat ik onderzoek wil doen, ben ik daarvoor nu samen met mijn directeur een functie aan het creëren.”

Download deze Kader Primair

Kaderspel

  • Alle hens aan dek

Actueel

Meer nieuwsberichten

Thema

Verder in dit nummer

Iedere maand

Vraag van de maand

  • Welke procedure geldt voor de nieuwe functiebeschrijvingen van directiefuncties?

    In de nieuwe CAO PO 2019-2020 is opgenomen dat elke werkgever verplicht is vóór 1 augustus 2020 zijn functiegebouw te actualiseren. Hierbij overweegt hij of nieuwe functiebeschrijvingen nodig zijn. Zo ja, dan besluit de werkgever welke functiebeschrijvingen worden gehanteerd. Als basis hierbij kunnen de voorbeeldfuncties dienen die de sociale partners hebben vastgesteld. De werkgever kan ervoor kiezen dit proces eerder af te ronden dan 1 augustus 2020. De inschaling kan dan met terugwerkende kracht plaatsvinden, maar niet eerder dan 1 januari 2020: de ingangsdatum van de nieuwe loonschalen in de CAO PO 2019-2020.

    De procedure die je hierbij kunt volgen:

    • Bepaal welke taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden in de huidige functie door de werkgever zijn opgedragen en dus uitgevoerd moeten worden.
    • Neem de bestaande functiebeschrijving of de voorbeeldfunctie beschrijving(en) door en check deze op de opgedragen taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Uitgangspunt hierbij is: wat doe ik wel, wat doe ik niet.
    • Dekt de (voorbeeld)beschrijving geheel ‘de lading’, dan kan deze worden gebruikt en opgenomen in het functieboek. Zijn er wijzigingen nodig, dan moet wat je niet doet eruit en wat je wel doet maar nog niet is opgenomen erin.
    • Voor het opnemen van wijzigingen in de functiebeschrijving moet je gebruik maken van een door Stichting Personeelsinstrument Onderwijs gecertificeerde adviseur.
    • Het geheel van functies vereist de instemming van de PMR (WMS art. 12 lid i).
    • Er moet voor 1 augustus 2020 tot de nieuwe inschaling worden overgegaan.

    Hulpmiddel/stappenplan voor de inschaling
    Basis: bruto maandsalaris december 2019

    1. Nieuwe salarisschaal per 1 januari 2020
    2. Bespreken nieuwe functiebeschrijving (volgens de beschreven procedure)
    3. Nieuwe inschaling conform A- en D-numerieke schalen (bruto bedrag + eventueel gebruteerde toelage; naast hoger schaalbedrag)