Thema – Personeelstekort

Het lerarentekort in het funderend onderwijs houdt de gemoederen flink bezig. Zeker in deze tijden van hoogconjunctuur, zoeken veel mensen hun heil in beter betalende sectoren waar de banen ook voor het oprapen liggen. Wat zijn de exacte cijfers, hoe heeft het zover kunnen komen en vooral: hoe keren we – structureel – het tij?Een van de effecten is in elk geval dat er allerlei nieuwe doelgroepen voor de klas komen. Zoals zij-instromers, hybride docenten, ‘importdocenten’ uit het buitenland, uitzendkrachten en gepensioneerden. Maar sommige scholen zetten bijvoorbeeld ook onderwijsassistenten, leerlingen, studenten en leraren van overschotvakken in. Hoe ga je om met deze ‘nieuwkomers’? En niet te vergeten: met ‘normale’ starters van de lerarenopleiding? “Vaak laat de schoolleiding de begeleiding over aan de schoolopleiders, maar je moet je er actief mee bemoeien en zorgen voor beleid”, aldus een expert.
Het personeelstekort beperkt zich echter niet alleen tot leraren. Ook schoolleiders gaan massaal met pensioen en de nieuwe aanwas – die overigens nauwelijks coaching krijgt – is schaars. Het vak kent vele uiteenlopende taken en (grote) verantwoordelijkheden, verdient meer erkenning en waardering en moet – vooral ook financieel – aantrekkelijker worden. Een bestuurder: “Sommige ervaren leerkrachten verdienen meer dan beginnende schoolleiders. Dat is in onze ogen onwenselijk.”

Download deze Kader Primair

Kaderspel

  • Eigen wijsheid

Actueel

Thema

Verder in dit nummer

Iedere maand

Vraag van de maand

  • Hoe pas je de afspraken over duurzame inzetbaarheid uit de CAO PO toe?
    De afgelopen periode kreeg de AVS Helpdesk veel vragen over de toepassing van de afspraken over duurzame inzetbaarheid uit de CAO PO. Hoe kun je die 40 uur bijvoorbeeld inzetten en invullen? Werknemers weten dat niet altijd precies.
     
    Iedere werknemer heeft recht op 40 uur duurzame inzetbaarheid bij werktijdfactor 1. In artikel 8A.4 staat een opsomming waaraan deze uren besteed kunnen worden. Het initiatief voor het invullen van deze uren ligt bij de werknemer. Die bespreekt de inzet met de werkgever. De uitvoering wordt meegenomen in de jaarplanning. De uren duurzame inzetbaarheid maken onderdeel uit van de jaartaak van 1.659 uur. Dat betekent dat de invulling ervan ook binnen de jaartaak plaatsvindt.
     
    Er is een aanvullende regeling (bijzonder budget) voor werknemers van 57 jaar en ouder. Zij hebben recht op 130 uur extra (artikel 8A.7). Deze uren kunnen ook ingezet worden voor de onderwerpen genoemd in artikel 8A.4. Ze maken eveneens onderdeel uit van de jaartaak. Een werknemer kan de uren ook inzetten als verlof of opsparen (zie 8A.8).
     
    De uren duurzame inzetbaarheid die een werknemer niet aan verlof besteedt, worden in overleg met de schoolleider ingezet. Bijvoorbeeld als een leerkracht coaching wil, op andere scholen wil kijken of zich wil oriënteren op mobiliteit of overplaatsing, dan moet daar in de werktijd van die leraar ruimte voor worden gemaakt.
     
    Een andere overweging is de overige taken te verminderen met de uren duurzame inzetbaarheid. Een en ander is afhankelijk van de persoonlijke omstandigheden van de werknemer.
     
    De uren voor duurzame inzetbaarheid moeten passen in het schoolbeleid, de inzet van het personeel en de taakverdeling binnen de school. De vastgestelde jaarplanning van de school is hierbij van belang. In goed overleg moet je er samen uit kunnen komen.
     
    De AVS Helpdesk adviseert om iedere nieuwe werknemer in deeltijd een werktijdfactor te geven die recht doet aan tijd voor de groep (lestijd) en tijd voor overige taken waaronder duurzame inzetbaarheid. Dus 0,225, 0,425, 0,625 of 0,825. Iedere individu kan de invulling regelen naar eigen inzicht en er hoeft alleen verantwoording achteraf plaats te vinden. Er is dan ook tijd voor bijvoorbeeld individuele professionalisering.