De AVS Helpdesk wordt regelmatig geraadpleegd over dit onderwerp, zeker in situaties waarin de omgang tussen beide ouders na de scheiding problematisch verloopt.
Ouders hebben het recht om door de school geïnformeerd te worden over de vorderingen van hun (minderjarige) kind op school. Soms ontstaan problemen met de informatieverschaffing aan gescheiden ouders, met name als de niet met het gezag belaste ouder geïnformeerd wil worden, terwijl de wel met het gezag belaste ouder zich daartegen verzet. Op grond van artikel 1: 377b van het Burgerlijk Wetboek moet de ouder die alleen met het gezag is belast de andere ouder op de hoogte stellen over belangrijke aangelegenheden met betrekking tot de persoon en het vermogen van het kind en dient zij/zij de andere ouder te raadplegen over te nemen beslissingen. De rechter kan deze bepaling buiten toepassing verklaren als het belang van het kind dat vereist.
Desondanks wordt in principe de niet met het gezag belaste ouder op zijn verzoek door de school waar het kind onderwijs volgt op de hoogte gesteld (artikel 1:377c BW). De school is niet verplicht die informatie te verschaffen, als deze informatie ook niet aan de met het gezag belaste ouder zou worden verschaft of aan de persoon bij wie het kind zijn gewone verblijfplaats heeft, dan wel dat het belang van het kind zich tegen het verschaffen van informatie verzet. Actief informeren is hier van belang, zoals bijvoorbeeld het uitnodigen voor ouderavonden en rapportgesprekken. Als de situatie dat vraagt afzonderlijk voor beide ouders.
Vooral als een van de ouders bezwaar maakt, zal een school soms een lastige beslissing moeten nemen en mogelijk ingeklemd raken tussen de ene ouder die de informatie wenst en de andere ouder die deze informatieverstrekking in strijd met het belang van het kind acht. Het is van groot belang dat de school een neutrale positie inneemt en geen ‘partij kiest’ voor een van beide ouders. De school maakt in de genoemde situatie een eigen afweging en kan niet bouwen op het oordeel van anderen. Als de school besluit om de gevraagde informatie te weigeren op grond van die eigen afweging, kan de rechter op verzoek van de niet met het gezag belaste ouder bepalen dat de informatie op een eventueel door de rechter te bepalen manier moet worden verstrekt. De rechter wijst een dergelijk verzoek tot informatie in ieder geval af als het belang van het kind zich verzet tegen het verschaffen van de informatie.
Ook de interpretatie van belangrijke feiten en omstandigheden kan tot verschillen in opvatting leiden met (een van) de betrokken ouders. Het advies is om hier zorgvuldig mee om te gaan en vanuit de neutrale positie van de school actief en gedegen te informeren, tenzij dit niet in het belang van het betreffende kind/de betreffende leerling is. Ook hier maakt de school een eigen afweging.
Speciale aandacht is er ook voor het in- en uitschrijven: de school mag er vanuit gaan dat een ouder die zich meldt om een kind in te schrijven daartoe gemachtigd is, ook in de situatie van gescheiden ouders. Een handtekening van de tweede ouder met gezag is niet verplicht. De Geschillencommissie heeft dit in 2012 in een uitspraak (25 sept 2012, 105425) bevestigd. De commissie beveelt wel aan om op het inschrijvingsformulier de ruimte te scheppen voor het vermelden van de gegevens van beide ouders en van de manier waarop het gezag is geregeld. In geval van een scheiding dient de school deze informatie te achterhalen. Overigens is het uitschrijven van een leerling een reguliere administratieve handeling, waarvoor geen instemming of handtekening van een van de ouders noodzakelijk is. Hieraan voorafgegaan is immers de inschrijving aan de school.
Het verdient aanbeveling in de schoolgids te vermelden hoe de school in deze situaties handelt, liefst gebaseerd op bovenschools organisatiebeleid.