Jurist
Op grond van de CAO PO is de werkgever verplicht voor 1 november 2020 zijn functiegebouw te actualiseren voor de functies in de categorieën directie en onderwijsondersteunend personeel (OOP).
De werkgever moet overwegen of nieuwe functiebeschrijvingen nodig zijn. Zo ja, dan wordt besloten welke functiebeschrijvingen worden gehanteerd. De werkgever kan kiezen voor de voorbeeldfuncties uit de CAO PO of zelf functies laten beschrijven door een SPO-gecertificeerde adviseur. Hierbij kunnen de voorbeeldfuncties als basis dienen voor het beschrijven en waarderen van de werkzaamheden door de SPO-gecertificeerde adviseur.
De functiebeschrijving is de basis voor de waardering. Dit betekent dat eerst kritisch moet worden bekeken of de opgedragen werkzaamheden juist zijn weergegeven in de beschrijving. Als dat zo is, dan is de volgende stap om na te gaan of de waardering juist is op basis van deze functiebeschrijving. Als de waardering juist is, dan volgt daar automatisch een inschaling uit in een A- of D-schaal.
Als een adjunct-directeur of directeur het besluit van het schoolbestuur over welke functiebeschrijving en -waardering van
toepassing is heeft ontvangen en hij is het er niet mee eens, staat de mogelijkheid van bezwaar open. Heeft het bestuur een interne bezwarencommissie, dan dient het bezwaar daar te worden ingediend.
Is deze er niet, dan kan hij bij de externe bezwarencommissie terecht. Een werkgever is in ieder geval verplicht aangesloten bij een landelijke externe bezwarencommissie, waarbij de adjunctdirecteur of directeur zijn bezwaar kan indienen.
De adjunct-directeur of directeur kan bezwaar maken tegen de beschrijving van zijn functie in relatie tot de hem opgedragen taken en/of tegen de waardering van zijn functie. Het bezwaar bij de interne bezwarencommissie moet worden ingediend binnen zes weken, te rekenen vanaf de dag dat het besluit is ontvangen.
De interne bezwarenprocedure is opgenomen in Bijlage V van de CAO PO 2019-2020. Het bezwaar bij de externe bezwarencommissie moet worden ingediend binnen zes weken, gerekend vanaf de dag na de dag waarop het besluit waartegen de adjunct-directeur of directeur bezwaar wil maken is verzonden of uitgereikt. Indien binnen deze zes weken geen bezwaar wordt gemaakt, dan staan de beschrijving en waardering vast.
Indien bezwaar is gemaakt bij de bezwarencommissie, wordt de werkgever in de gelegenheid gesteld hierop schriftelijk te reageren.
Daarna vindt een hoorzitting bij de bezwarencommissie plaats.
Tijdens de hoorzitting kunnen werknemer en werkgever nog een toelichting geven op hun standpunt en zal de commissie vragen stellen om een goed beeld van het geschil te krijgen. De commissie toetst of de werkgever in redelijkheid tot het besluit heeft kunnen komen waartegen het bezwaar is gericht. De interne bezwarencommissie brengt een advies uit aan de werkgever op basis waarvan de werkgever een nieuw besluit neemt. De adjunct-directeur of directeur kan na het doorlopen van de interne bezwarenprocedure tegen het besluit nog in bezwaar bij de externe bezwarencommissie.
De externe bezwarencommissie doet een uitspraak die bindend is voor werkgever en werknemer.
Leden van de AVS kunnen juridische ondersteuning krijgen om bezwaar te maken tegen de nieuwe functiebeschrijving en/of -waardering.
Heeft u vraagtekens bij de beschrijving en/of waardering, neem dan eerst contact op met de AVS Helpdesk.
Veel AVS-leden vragen zich af: als je een voorwaardelijk pensioen hebt opgebouwd – dat is het deel van het pensioen dat je extra krijgt in verband met de afschaffing van de fpu, na te gaan op het Uniform Pensioenoverzicht – en je wilt volledig met pensioen, is de pensioendatum dan relevant voor behoud van het voorwaardelijk pensioen?
Het woord zegt het al: een ‘voorwaardelijk’ pensioen is nog niet definitief. Het kan nog vervallen. Je hebt recht op het voorwaardelijke deel van het ABP KeuzePensioen en het ABP Nabestaandenpensioen als je tot 1 januari 2023 onafgebroken in dienst blijft bij een werkgever die bij het ABP is aangesloten, of tot aan je pensionering als deze eerder is. Op 1 januari 2023 of bij pensionering wordt je voorwaardelijk pensioen onvoorwaardelijk. Je voorwaardelijk pensioen vervalt als je je dienstverband onderbreekt, tenzij de onderbreking kleiner is dan twee maanden of 18 maanden als je een wachtgeld- of ontslaguitkering ontvangt en je na deze onderbreking weer in dienst bent van een werkgever die bij het ABP is aangesloten. Deze regels omtrent onderbreking betekenen dat je datum van pensionering gelijk moet zijn aan de datum waarop je dienstbetrekking eindigt.
Stel dat je op 17 januari 2019 je aow-gerechtigde leeftijd bereikt, dan ga je per 17 januari 2019 vanuit een werkende situatie met pensioen. In dat geval wordt het voorwaardelijk pensioen onvoorwaardelijk. Als je er echter voor kiest per 1 januari 2019 je arbeidsovereenkomst te beëindigen zonder pensioen op te nemen, om vervolgens per 17 januari 2019 volledig met pensioen te gaan, is het voorwaardelijk pensioen komen te vervallen omdat je niet tot je pensionering onafgebroken in dienst bent geweest. Kortom: zorg ervoor dat de datum waarop je volledig met pensioen gaat direct aansluit bij de datum dat de dienstbetrekking eindigt.
In een eerdere Vraag van de Maand is reeds duidelijk gemaakt dat je in de situatie dat je wordt ontslagen en aanspraak moet maken op een ww-uitkering, je één maand voor het einde van de dienstbetrekking 10 procent keuzepensioen kunt opnemen. Daardoor vervalt het voorwaardelijk pensioen niet en wordt het niet verrekend met je ww-uitkering. Overigens kan hierbij wel relevant zijn dat je, als je meer dan 60 maanden voor de aow-gerechtigde leeftijd (keuze)pensioen opneemt, je bij de aanvraag van het keuzepensioen een zogenoemde ‘intentieverklaring’ moet afgeven. Hierin verklaar je dat je geen werkzaamheden meer wilt verrichten in (tenminste) dezelfde mate als waarin je vervroegd met pensioen gaat en dat je ook niet van plan bent om nog werkzaamheden te gaan verrichten voor die 10 procent. Indien je deze bedoeling niet blijkt te hebben gehad, kan dat tot gevolg hebben dat de gehele pensioenaanspraak op de vervroegde ingangsdatum moet worden belast tegen 72 procent.
Stel dat je op 17 januari 2022 de aow-gerechtigde leeftijd bereikt. Je wordt ontslagen per 1 januari 2019, waarna je aanspraak moet maken op een ww-uitkering. Indien je per 1 december 2018 alvast 10 procent keuzepensioen opneemt, dan vervalt je voorwaardelijk pensioen niet en wordt deze ook niet verrekend met je ww-uitkering.
Training De CAO-PO nieuw en anders