Uitgelicht Blog
Klasse(n)! Over ouders, kansengelijkheid en kansrijk adviseren
Door: Peter de Vries De documentaireserie Klassen maakt heel wat los aan emoties en vragen, zoals: ‘Is je wieg niet te bepalend voor de (onderwijs)kansen...
Door: Peter de Vries De documentaireserie Klassen maakt heel wat los aan emoties en vragen, zoals: ‘Is je wieg niet te bepalend voor de (onderwijs)kansen...
In de CAO PO 2019 – 2020 is bepaald, dat de vakantieopbouw plaatsvindt in de periode van 1 oktober tot 1 oktober.
Het is voor de werkgever mogelijk om voor een andere periode voor de opbouw te kiezen, bijvoorbeeld van 1 augustus tot 1 augustus. Hiervoor is de instemming nodig van de P(G)MR.
Het verlof wordt in de schoolvakantie verleend. Als een werknemer meer uren verlof heeft dan nodig is om alle schoolvakanties verlof te nemen, dan wordt het restant van de verlofuren in overleg op andere momenten opgenomen.
Als een werknemer een verlofdag opneemt, wordt de omvang van deze verlofdag bepaald op basis van het aantal ingeroosterde uren voor die dag.
De werkgever dient bij opname van vakantie-uren altijd eerst de wettelijke vakantie-uren van het saldo af te schrijven.
Het verlof bestaat uit wettelijk vakantieverlof van vier maal de wekelijkse arbeidsduur. De resterende uren zijn bovenwettelijk vakantieverlof. De werknemer bouwt per maand een/twaalfde van de wettelijke en bovenwettelijke vakantie-uren op.
Indien de werknemer in een jaar 160 uren vakantieverlof heeft genoten, wordt hij geacht het wettelijk minimum aan vakantiedagen als bedoeld in artikel 7:634 lid 1 BW in dat jaar te hebben genoten. Als er gedurende dat jaar sprake is van samenloop van vakantieverlof en ziekteverlof komen de niet genoten vakantiedagen te vervallen.
Indien de werknemer in een jaar door ziekte minder dan 160 uren vakantieverlof heeft genoten, heeft hij recht op (het restant van) het wettelijk minimum aan vakantiedagen als bedoeld in artikel 7:634 lid 1 BW.
De werknemer die een deel van het jaar in dienst is bij de werkgever, heeft recht op een evenredig deel van de 428 vakantie-uren.
Voor deeltijders gelden de bepalingen in dit artikel naar rato van de omvang van hun dienstverband.
In de CAO PO 2019 – 2020 is bepaald dat het aantal uren vakantieverlof is gesteld op 428 uur, inclusief de erkende feestdagen. Onder de erkende feestdagen worden (CAO PO artikel 1.1. Algemene Termijnenwet):
In de Algemene Termijnenwet wordt Goede Vrijdag gelijkgesteld met de algemeen erkende feestdagen. Dit betekent dat de werkgever zelf een keuze kan maken of dit al of niet een werkdag is. De schoolvakanties zijn de herfstvakantie, kerstvakantie, voorjaarsvakantie, meivakantie en de zomervakantie. De zomer-, kerst- en meivakantie zijn wettelijk voorgeschreven vakanties. De herfst- en voorjaarsvakantie zijn adviesdagen (Zie https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/schoolvakanties).
In de CAO PO 2019 – 2020 is bepaald dat het aantal uren vakantieverlof is gesteld op 428 uur, inclusief de erkende feestdagen. Onder de erkende feestdagen worden (CAO PO artikel 1.1. Algemene Termijnenwet):
In de Algemene Termijnenwet wordt Goede Vrijdag gelijkgesteld met de algemeen erkende feestdagen. Dit betekent dat de werkgever zelf een keuze kan maken of dit al of niet een werkdag is. De schoolvakanties zijn de herfstvakantie, kerstvakantie, voorjaarsvakantie, meivakantie en de zomervakantie. De zomer-, kerst- en meivakantie zijn wettelijk voorgeschreven vakanties. De herfst- en voorjaarsvakantie zijn adviesdagen (Zie https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/schoolvakanties).
Minister Slob heeft op 2 maart 2018 de Regeling vaststelling schoolvakanties 2019 – 2022 gepubliceerd.
Ook in deze regeling blijft het voor het primair onderwijs mogelijk om een meivakantie van meer dan één week in te roosteren.
In het voortgezet onderwijs kunnen naast de centraal vastgestelde zomervakantie (zes weken), kerstvakantie (twee weken) en meivakantie (één week) nog twee vakantieweken (tien vakantiedagen) worden ingepland.
Het overzicht ziet er als volgt uit:
Schooljaar 2019 – 2020
Soort vakantie: | Regio: | Vakantieperiode: |
Herfstvakantie (po en vo) | Zuid | 12 oktober t/m 20 oktober 2019 |
Noord/Midden | 19 oktober t/m 27 oktober 2019 | |
Kerstvakantie (po en vo) | Alle regio’s | 21 december 2019 t/m 5 januari 2020 * |
Voorjaarsvakantie (po en vo) | Noord | 15 februari t/m 23 februari 2020 |
Zuid/Midden | 22 februari t/m 1 maart 2020 | |
Meivakantie (po en vo) | Alle regio’s | 25 april t/m 3 mei 2020 * |
Zomervakantie (po en vo) | Noord | 4 juli t/m 16 augustus 2020 * |
Midden | 18 juli t/m 30 augustus 2020 * | |
Zuid | 11 juli t/m 23 augustus 2020 * |
Schooljaar 2020 – 2021
Herfstvakantie (po en vo) | Noord | 10 oktober t/m 18 oktober 2020 |
Midden/Zuid | 17 oktober t/m 25 oktober 2020 | |
Kerstvakantie (po en vo) | Alle regio’s | 19 december 2020 t/m 3 januari 2021 * |
Voorjaarsvakantie (po en vo) | Zuid | 13 februari t/m 21 februari 2021 |
Midden/Noord | 20 februari t/m 28 februari 2021 | |
Meivakantie (po en vo) | Alle regio’s | 1 mei t/m 9 mei 2021 * |
Zomervakantie (po en vo) | Noord | 10 juli t/m 22 augustus 2021 * |
Midden | 17 juli t/m 29 augustus 2021 * | |
Zuid | 24 juli t/m 5 september 2021 * |
In de CAO PO 2016–2017 is bepaald dat iedere werknemer recht heeft op 428 uur vakantieverlof per jaar (artikel 8.1.lid 1). Voor deeltijders geldt dit naar rato van de omvang van het dienstverband. Tijdens het zwangerschaps- en bevallingsverlof en het ouderschapsverlof bouwen werknemers vakantie-uren op. De opbouw van het vakantieverlof vindt plaats van 1 oktober tot 1 oktober (artikel 8.1 lid 2a.). Het vakantieverlof dat niet gebruikt is in een jaar wordt meegenomen naar het volgende jaar.
Als een werknemer in een jaar 160 uren vakantieverlof heeft genoten, is het wettelijk minimum bereikt. Als een werknemer door ziekte minder dan 160 uren vakantieverlof heeft gehad, heeft hij of zij recht op (het restant) van het wettelijk minimum (artikel 8.1 lid 3 en 4).
In de CAO PO is per 1 augustus 2015 het volgende veranderd als het gaat om het vakantieverlof: in de nieuwe situatie heeft een werknemer recht op 428 uur vakantieverlof, inclusief de algemeen erkende feestdagen (deeltijder naar rato). Vóór 1 augustus werden de vakantie-uren voor (onderwijs)personeel berekend in een schooljaar en voor onderwijsondersteunend personeel zonder lesgebonden en/of behandeltaken in een kalenderjaar. Sinds 1 augustus 2015 vindt de opbouw van het vakantieverlof voor beide soorten medewerkers plaats van 1 oktober tot en met 30 september. De schoolvakanties en vrije dagen vallen allemaal binnen 1 oktober – 1 oktober. Het verlof bestaat uit wettelijke vakantieverlof van vier keer de wekelijkse arbeidsduur (160 uur). De overige uren zijn bovenwettelijk vakantieverlof *. Het verlof wordt in de schoolvakanties verleend. Vakantieverlof voor onderwijsondersteunend personeel zonder lesgebonden en/ of behandeltaken wordt bij voorkeur in de schoolvakantie verleend. Als er meer uren verlof zijn om in schoolvakanties op te nemen, dan wordt het restant van de verlofuren in overleg op andere momenten opgenomen. Dit kan voorkomen als er nog vakantieverlof resteert uit het vorige school(jaar).
Rekenvoorbeeld 1
Een medewerker heeft al de vakanties genoten in schooljaar 2015/2016 (herfst 40 – kerst 80 – voorjaar 40 = 160 uur) en wordt ziek in mei. De collega is ziek in de meivakantie en drie weken in de zomervakantie. Er is geen sprake van compensatie omdat het wettelijke vakantieverlof van 160 uur is genoten.
Rekenvoorbeeld 2
Een medewerker is ziek vanaf november tot en met de start van het nieuwe schooljaar. Deze collega heeft 40 uur verlof genoten in de herfstvakantie. Deze collega heeft in het volgende schooljaar nog een recht van 120 uur vakantieverlof**.
Het is van belang om de inzet van verlofuren en afwezigheid door ziekte in relatie met elkaar jaarlijks te bezien voor de afspraken over de inzet in een volgend (school)jaar.
* Zie CAO PO artikel 8B1 lid 4
**Zie CAO PO artikel 8B1 lid 5
In de CAO PO 2019 – 2020 is bepaald dat het aantal uren vakantieverlof is gesteld op 428 uur, inclusief de erkende feestdagen. Onder de erkende feestdagen worden (CAO PO artikel 1.1. Algemene Termijnenwet):
In de Algemene Termijnenwet wordt Goede Vrijdag gelijkgesteld met de algemeen erkende feestdagen. Dit betekent dat de werkgever zelf een keuze kan maken of dit al of niet een werkdag is. De schoolvakanties zijn de herfstvakantie, kerstvakantie, voorjaarsvakantie, meivakantie en de zomervakantie. De zomer-, kerst- en meivakantie zijn wettelijk voorgeschreven vakanties. De herfst- en voorjaarsvakantie zijn adviesdagen (Zie https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/schoolvakanties).