regeling werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschiktenUWV heeft de premies en parameters voor de berekening van de individuele gedifferentieerde premie WGA (Werkhervatting gedeeltelijk Arbeidsgeschikten) voor 2011 vastgesteld.Deze premie stijgt volgend jaar iets. De gedifferentieerde premie in het kader van de regeling WGA is opgebouwd uit een gemiddelde lastendekkende premie van 0,53 procent, die wordt opgehoogd met een vaste opslag van 0,09 procent, de zogenaamde ‘rentehobbel’. Hierdoor...
UWV heeft de premies en parameters voor de berekening van de individuele gedifferentieerde premie WGA voor 2011 vastgesteld. De gedifferentieerde premie in het kader van de regeling Werkhervatting gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA) is opgebouwd uit een gemiddelde lastendekkende premie van 0,53%, die wordt opgehoogd met een vaste opslag van 0,09% (de zogenaamde rentehobbel). Hierdoor komt de premie uit op 0,62%. Dit is een lichte stijging ten opzichte van 2010...
Het minimumloon is met ingang van 1 juli 2010 gestegen van EUR 1.407,60 naar EUR 1.416. Deze aanpassingen zijn nodig, omdat ook de lonen en de prijzen de afgelopen tijd zijn gestegen. Ook mensen met een WW-, WIA- en WAO-uitkering gaan er over het algemeen op vooruit. De uitkeringen worden verhoogd met 0,6 procent. Voor het onderwijs betekent dit het volgende: De salarissen van de ID-ers bij de aanlooptrajecten zijn gebaseerd op het minimumloon. Dit betekent voor het primair...
In de Regeling ziekte- en arbeidsongeschiktheid primair onderwijs (ZAPO), Bijlage XVI CAO PO 2019 – 2020, artikel 13, lid 1, en in Ziekte- en arbeidsongeschikheidsregeling voortgezet onderwijs (Zavo), Bijlage 11 CAO VO 2020, artikel 13 onder b, is het volgende over het arbeid op therapeutische basis werken bepaald:
1. de activiteiten moeten binnen een van tevoren aangegeven periode uitgevoerd worden;
2. de periode mag niet langer dan zes weken zijn;
3. de werkzaamheden moeten deel uitmaken van een opbouwend re-integratietraject;
4. het mag geen bestaande functie zijn die in de CAO staat omschreven;
5. het moet een gecreëerde functie zijn;
6. er moet te allen tijde begeleiding aanwezig zijn;
7. de persoon moet op elk moment weg kunnen gaan.
Het gaat, kort samengevat, om activiteiten zonder loonwaarde die over een beperkte periode plaatsvinden. Formeel blijft sprake van ziekteverlof.
Ondanks alle inspanningen kan het toch gebeuren dat een werk nemer na twee jaar ziekte arbeidsongeschikt raakt. Voor werk nemers geldt dan dat zij vallen onder de arbeids ongeschiktheidswet, de wet Werk en Inkomen naar Arbeids vermogen (WIA). De WIA bestaat uit de regeling Inkomens voorziening Volledig Arbeidsongeschikten (IVA), de regeling Werk hervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA) en minder dan 35 procent arbeidsongeschikt.
WIA
In de WIA kijken verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen van het UWV na twee jaar ziekte vooral naar wat een werknemer nog wél kan. Dit wordt vertaald in een verdiencapaciteit voor de werknemer. De wet bevat fi nanciële prikkels om werkhervatting te bevorderen. Er zijn in de WIA na de beoordeling drie mogelijkheden:
• Een werknemer is minder dan 35 procent arbeidsongeschikt;
• Een werknemer is gedeeltelijk arbeidsongeschikt (tussen 35 en 80 procent);
• Of een werknemer kan helemaal niet meer werken.
Kan een werknemer écht niet meer werken en zijn de vooruitzichten op verbetering slecht? Dan heeft hij/zij recht op een uitkering op grond van de IVA. Als er nog een geringe kans is op herstel, wordt de werknemer jaarlijks herbeoordeeld. Kan een werknemer nog gedeeltelijk werken of heeft hij/zij kans op (gedeeltelijke) werkhervatting? Dan valt hij/zij onder de WGA.
IVA (volledig arbeidsongeschikt – 80 procent of meer)
Werknemers die op grond van de IVA volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn (er is geen zicht op herstel), hebben recht op een uitkering van 75 procent van het laatste loon (met een loonmaximum van € 190,32 per dag, cijfer juli 2011).
WGA (gedeeltelijk arbeidsongeschikt – tussen 35 en 80 procent)
De werknemer die meer dan 35 procent arbeidsongeschikt is, maar minder dan 80 procent, wordt geacht nog voor een deel te kunnen werken. De werknemer krijgt, als hij/zij voldoet aan de wettelijke voorwaarden, eerst een loongerelateerde WGA-uitkering. Deze uitkering duurt, afhankelijk van de voorwaarden, minimaal drie maanden en maximaal 38. Hoe lang precies hangt af van hoeveel jaren er is gewerkt voordat de werknemer ziek werd (het ‘arbeidsverleden’). De werknemer moet in ieder geval minimaal 26 van de laatste 36 weken voordat hij/zij ziek werk, gewerkt hebben. Deze uitkering is de eerste twee maanden 75 procent, en daarna 70 procent van het verschil tussen het laatstverdiende loon (met een maximum van € 190,32 per dag) en het eventuele inkomen dat met werken wordt verdiend.
Minder dan 35 procent arbeidsongeschikt
In principe wordt een werknemer die voor minder dan 35 procent arbeidsongeschikt wordt verklaard, geacht gewoon werk te kunnen doen, al zal dat misschien niet zijn/haar eigen werk zijn. De werkgever wordt geacht passend werk ter beschikking te stellen (loongevend conform de cao-regeling), of het re-integratietraject voort te zetten. Wanneer een werknemer twee jaar ziek is heeft de werk gever de mogelijkheid om een werknemer te ontslaan en of de werknemer kans maakt om bij de werkgever te re-integreren. Indien dat laatste niet mogelijk is, ook niet in een aangepaste functie, dient de werkgever dit te bewijzen. Werknemers die wel volledig maar niet duurzaam arbeidsongeschikt zijn, vallen onder de WGA. De hoogte van de uitkering is voor hen 70 procent van het laatstverdiende loon met eerder genoemd maximum dagloon. Werknemers die onder de WGA vallen hebben echter recht op re-integratiebemiddeling.