Op 29 april 2021 heeft demissionair minister Slob van Onderwijs de wijziging van de Subsidieregeling tegemoetkoming vervangingskosten schoolleiders primair onderwijs bekendgemaakt. De wijziging heeft betrekking op het beschikbare subsidieplafond in voorgaand schooljaar en om de omzetting van schooljaar naar kalenderjaar.Voor het kalenderjaar 2021 kunnen de aanvragen voor een subsidie worden ingediend vanaf 1 april tot 15 september 2021. Hiermee wordt de aanvraagperiode ingekort. Verder wordt...
Het bestuur van het Vervangingsfonds heeft besloten om de vervanging van een zieke leerkracht door iemand zonder lesbevoegdheid voor de eerste dag van afwezigheid te vergoeden. Voor de overige dagen worden alleen lesbevoegde vervangers vergoed. Deze uitzondering geldt per ziektegeval van een afwezige leerkracht. In het Reglement Vervangingsfonds staat dat de vervanger van een leerkracht lesbevoegd moet zijn. Aanleiding voor de aanpassing is dat in de ‘Handreiking lerarentekort’ van...
Door de inwerkingtreding van de Wet werk en zekerheid (Wwz) zijn er veel vragen over hoe men hier in het onderwijs mee om moet gaan. Dit heeft ertoe geleid dat de sociale partners, de PO-Raad en de vakbonden (waaronder de AVS), samen hebben besloten de brochure 'Vervangingsbeleid en nieuwe contractvormen in de CAO PO 2016-2017' uit te brengen en te verspreiden onder scholen en schoolbesturen. De digitale versie van de brochure is hieronder te downloaden.DownloadsBrochure...
Een vervangingspool kan op twee manieren worden opgezet:
a) door de werkgever zelf
of
b) via het Vervangingsfonds.
In het eerste geval, een vervangingspool voor eigen rekening, stelt de werkgever zelf de beleidsregels op, na instemming van de (P)GMR.
In het tweede geval kan de werkgever een vervangingspool aanvragen bij het Vervangingsfonds conform artikel 15 van het Reglement Vervangingsfonds Reglement Vervangingsfonds 2022).
Een vervangingspool via het Vervangingsfonds heeft pluspunten voor de werkgever:
N.B.: Werknemers met zwangerschaps-, bevallings-, ouderschaps- of ziekteverlof zijn niet benoembaar voor een vervangingspool of worden voor de duur van het verlof van de pool uitgezonderd.
Voor de werknemer heeft een vervangingspool via het Vervangingsfonds ook voordelen:
Een vervangingspool mag een bepaalde omvang hebben: 4 procent van de totale formatie met een uitloop naar 6 procent. Onder formatie wordt verstaan: alle personeelsleden, exclusief de vervangers.
Personeel dat benoemd is in de vervangingspool moet voor minimaal 98 procent worden ingezet. Indien wordt gestreefd naar 6 procent van de totale formatie is er sprake van 100 procent inzet. Als werkgever is het mogelijk zelf het aantal fte’s bepalen. Bij een inzet voor vervanging die lager ligt, moet het bevoegd gezag een deel van de gedeclareerde kosten terugbetalen. Verantwoording en afweging: inzet van de vervangingspool wordt bijgehouden in een pooltool. Aan het einde van het schooljaar wordt gekeken of de inzet van 98 procent is behaald. Als dat niet zo is, moet de werkgever de gedeclareerde kosten terugbetalen: het verschil tussen 98 procent van de nettoloonkosten van de vervanger min de nettoloonkosten die gemoeid zijn met de feitelijke vervangingswerkzaamheden.
Samenwerking: een vervangingspool kan ook in samenwerking worden gevormd. Er wordt dan een verdeelsleutel losgelaten tussen de diverse werkgevers.
Het is niet op elk moment mogelijk om een vervangingspool in te stellen. Een vervangingspool moet worden aangevraagd bij het Vervangingsfonds via een vast formulier (jaarlijkse cyclus, waarbij uiterlijk op 1 juni de aanvraag dient te worden ingediend).
Sinds de CAO PO 2016–2017 bestaat de mogelijkheid om een min-max-contract in te voeren. Zo’n contract geldt alleen voor vervanging van tijdelijk afwezige werknemers en kan alleen voor bepaalde tijd worden afgesloten. Het contract kan worden aangegaan voor onderwijsgevend en onderwijsondersteunend personeel.
Verder is afgesproken dat de verhouding min-max 1 : 2,5 is. Dit houdt in dat als een contract wordt afgesloten van 8 uur per week in de min, de maximale inzet per week 2,5 keer deze 8 uur is, dus maximaal 20 uur. De werknemer moet per week het maximaal aantal uren beschikbaar zijn. Qua salariëring dient maandelijks in ieder geval 8 uur uitbetaald te worden, ook al zijn er bijvoorbeeld in die maand geen werkzaamheden verricht. Verder moeten maandelijks de gewerkte uren boven de 8 uur uitbetaald worden, als hier sprake van is.
Op de vraag of de gewerkte uren ook op jaarbasis verrekend mogen worden luidt het antwoord: nee. De minimumcontracturen dienen altijd uitbetaald te worden, ook al is er niet gewerkt. Er mag niet gemiddeld worden.