Op 10 april jl is een achterbanraadpleging uitgezet onder de leden met betrekking tot het onderwerp tijd- en werkverdelingsplan. Aan de cao-tafel is uitvoerig aandacht besteed aan het genoemde onderwerp. Hiervoor is een globale opzet gemaakt met als doel deze uitgangspunten te verwerken in een cao-tekst. Het gaat om vervanging van Hoofdstuk 2 van de CAO PO 2016 – 2017 (Arbeidsduur en formatiebeleid). De onderhandelaars van de AVS hebben in de discussie zich hard gemaakt voor de positie van...
Door de inwerkingtreding van de Wet werk en zekerheid (Wwz) zijn er veel vragen over hoe men hier in het onderwijs mee om moet gaan. Dit heeft ertoe geleid dat de sociale partners, de PO-Raad en de vakbonden (waaronder de AVS), samen hebben besloten de brochure 'Vervangingsbeleid en nieuwe contractvormen in de CAO PO 2016-2017' uit te brengen en te verspreiden onder scholen en schoolbesturen. De digitale versie van de brochure is hieronder te downloaden.DownloadsBrochure...
De AVS en de overige vakbonden hebben op 28 juni 2017 de lopende cao voor het primair onderwijs officieel opgezegd. De opzegging heeft geen directe gevolgen voor werkgevers en werknemers, maar wel wordt met deze formele handeling richting de PO-Raad voorkomen dat de cao stilzwijgend wordt verlengd en er een juridische belemmering ontstaat voor het voeren van acties voor een hoger salaris en een lagere werkdruk. In de huidige CAO PO – die van kracht blijft tot en met 30 september van dit jaar...
In de CAO PO 2016–2017 is bepaald dat iedere werknemer recht heeft op 428 uur vakantieverlof per jaar (artikel 8.1.lid 1). Voor deeltijders geldt dit naar rato van de omvang van het dienstverband. Tijdens het zwangerschaps- en bevallingsverlof en het ouderschapsverlof bouwen werknemers vakantie-uren op. De opbouw van het vakantieverlof vindt plaats van 1 oktober tot 1 oktober (artikel 8.1 lid 2a.). Het vakantieverlof dat niet gebruikt is in een jaar wordt meegenomen naar het volgende jaar.
Als een werknemer in een jaar 160 uren vakantieverlof heeft genoten, is het wettelijk minimum bereikt. Als een werknemer door ziekte minder dan 160 uren vakantieverlof heeft gehad, heeft hij of zij recht op (het restant) van het wettelijk minimum (artikel 8.1 lid 3 en 4).