Lees ook

  • Betere informatie richting ouders over vrijwillige ouderbijdrage

    Een kwart van de ouders is bang dat hun kind uitgesloten wordt van extra activiteiten, als ze de ouderbijdrage niet betalen. Ook denken ze dat ze het moeten motiveren als ze niet kunnen of willen betalen. Kansengelijkheid is niet alleen een kwestie van goed onderwijs: minister Wiersma roept scholen op ouders beter voor te lichten over de vrijwillige ouderbijdrage. De angst van ouders is ongegrond, want alle leerlingen moeten volgens de wet sowieso mee kunnen doen aan extra activiteiten...

  • Tevredenheidsonderzoeken leerlingen en ouders afnemen

    Vanaf 1 november tot en met 30 april kunnen scholen via Vensters-vragenlijsten de tevredenheid van leerlingen en ouders meten. De resultaten zijn via Vensters door te sturen naar de inspectie. Een onderdeel van de zorgplicht sociale veiligheid is dat scholen ieder jaar monitoren of de leerlingen zich veilig voelen op school. De Onderwijsinspectie handhaaft op de verplichting Monitoring Sociale Veiligheid. Scholen die de vragenlijsten in Vensters afnemen, voldoen aan deze verplichting. Om de...

  • Nieuwe wet vrijwillige ouderbijdrage per 1 augustus 2021

    Op 1 augustus 2021 treedt op het gebied van de vrijwillige ouderbijdrage een aangescherpte wetgeving in werking. De wijziging houdt in dat alle leerlingen moeten mee kunnen doen met activiteiten die de school organiseert, ook als ouders de vrijwillige ouderbijdrage niet kunnen of willen betalen. Daarnaast worden scholen verplicht dit expliciet te vermelden in de schoolgids. Eerder mochten scholen de leerlingen van wie de ouders de vrijwillige ouderbijdrage niet betaalden een kosteloos...

Al het nieuws over ouders

Veelgestelde vragen: Vragen

  • Wat is de positie van de Onderwijsconsulent in het kader van indicatiestelling?

    De Onderwijsconsulent is ingesteld door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) op verzoek van de Tweede Kamer, om ouders/verzorgers en scholen te adviseren en te begeleiden bij onderwijskwesties rond een kind met een handicap, ziekte of stoornis. Het gaat dan om problematiek rond plaatsing, schorsing, verwijdering, besteding van de rugzakgelden of onenigheid over het handelingsplan. Ook proberen onderwijsconsulenten oplossingen te vinden voor kinderen die langdurig thuiszitten zonder uitzicht op een onderwijsplaats.

    De Onderwijsconsulent is ingesteld door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) op verzoek van de Tweede Kamer, om ouders/verzorgers en scholen te adviseren en te begeleiden bij onderwijskwesties rond hun kind.

    Onderwijsconsulenten zijn onafhankelijke deskundigen met kennis en ervaring op het gebied van onderwijs aan kinderen met een handicap, ziekte of stoornis. De onderwijsconsulent helpt ouders/verzorgers ook als zij het niet eens zijn met een besluit van de school.

    Onderwijsconsulenten kunnen ouders, leerlingen en scholen helpen wanneer sprake is van minimaal één van de onderstaande situaties:

    – De leerling zit langer dan 4 weken thuis zonder uitzicht op een onderwijsplek. Bijvoorbeeld door een schorsing.

    – Er is extra ondersteuning of begeleiding nodig van een leerling met een extra ondersteuningsbehoefte.

    – Er is hulp nodig bij het opstellen van het onderwijsprogramma voor een leerling.

    Voordat ouders/verzorgers een onderwijsconsulent kunnen inschakelen, moet er:

    – een gesprek zijn geweest met de leerkracht of met de directie van de school;

    – contact zijn geweest met het samenwerkingsverband passend onderwijs.

    Er zijn géén kosten verbonden aan het inschakelen van een onderwijsconsulent. Onderwijsconsulenten worden gefinancierd door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

    Er zijn géén kosten verbonden aan het inschakelen van een onderwijsconsulent. Onderwijsconsulenten worden gefinancierd door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
    Een advies van een onderwijsconsulent is niet bindend.  De school is niet tot overleg verplicht. Als ouders het er niet mee eens zijn, kunnen zij nog een oordeel vragen aan de Commissie Gelijke Behandeling (CGB). Ook de oordelen van de CGB zijn echter niet juridisch bindend. Als laatste mogelijkheid staat de weg naar de rechter open.

  • Hoe moet je ouders na een echtscheiding informeren over de school en – de vorderingen van – hun kind? Kun je een kind van gescheiden ouders inschrijven met een handtekening van één van de ouders?

    De AVS Helpdesk wordt regelmatig geraadpleegd over dit onderwerp, zeker in situaties waarin de omgang tussen beide ouders na de scheiding problematisch verloopt.

    Ouders hebben het recht om door de school geïnformeerd te worden over de vorderingen van hun (minderjarige) kind op school. Soms ontstaan problemen met de informatieverschaffing aan gescheiden ouders, met name als de niet met het gezag belaste ouder geïnformeerd wil worden, terwijl de wel met het gezag belaste ouder zich daartegen verzet. Op grond van artikel 1: 377b van het Burgerlijk Wetboek moet de ouder die alleen met het gezag is belast de andere ouder op de hoogte stellen over belangrijke aangelegenheden met betrekking tot de persoon en het vermogen van het kind en dient zij/zij de andere ouder te raadplegen over te nemen beslissingen. De rechter kan deze bepaling buiten toepassing verklaren als het belang van het kind dat vereist.

    Desondanks wordt in principe de niet met het gezag belaste ouder op zijn verzoek door de school waar het kind onderwijs volgt op de hoogte gesteld (artikel 1:377c BW). De school is niet verplicht die informatie te verschaffen, als deze informatie ook niet aan de met het gezag belaste ouder zou worden verschaft of aan de persoon bij wie het kind zijn gewone verblijfplaats heeft, dan wel dat het belang van het kind zich tegen het verschaffen van informatie verzet. Actief informeren is hier van belang, zoals bijvoorbeeld het uitnodigen voor ouderavonden en rapportgesprekken. Als de situatie dat vraagt afzonderlijk voor beide ouders.

    Vooral als een van de ouders bezwaar maakt, zal een school soms een lastige beslissing moeten nemen en mogelijk ingeklemd raken tussen de ene ouder die de informatie wenst en de andere ouder die deze informatieverstrekking in strijd met het belang van het kind acht. Het is van groot belang dat de school een neutrale positie inneemt en geen ‘partij kiest’ voor een van beide ouders. De school maakt in de genoemde situatie een eigen afweging en kan niet bouwen op het oordeel van anderen. Als de school besluit om de gevraagde informatie te weigeren op grond van die eigen afweging, kan de rechter op verzoek van de niet met het gezag belaste ouder bepalen dat de informatie op een eventueel door de rechter te bepalen manier moet worden verstrekt. De rechter wijst een dergelijk verzoek tot informatie in ieder geval af als het belang van het kind zich verzet tegen het verschaffen van de informatie.
    Ook de interpretatie van belangrijke feiten en omstandigheden kan tot verschillen in opvatting leiden met (een van) de betrokken ouders. Het advies is om hier zorgvuldig mee om te gaan en vanuit de neutrale positie van de school actief en gedegen te informeren, tenzij dit niet in het belang van het betreffende kind/de betreffende leerling is. Ook hier maakt de school een eigen afweging.

    In- en uitschrijven

    Speciale aandacht is er ook voor het in- en uitschrijven: de school mag er vanuit gaan dat een ouder die zich meldt om een kind in te schrijven daartoe gemachtigd is, ook in de situatie van gescheiden ouders. Een handtekening van de tweede ouder met gezag is niet verplicht. De Geschillencommissie heeft dit in 2012 in een uitspraak (25 sept 2012, 105425) bevestigd. De commissie beveelt wel aan om op het inschrijvingsformulier de ruimte te scheppen voor het vermelden van de gegevens van beide ouders en van de manier waarop het gezag is geregeld. In geval van een scheiding dient de school deze informatie te achterhalen. Overigens is het uitschrijven van een leerling een reguliere administratieve handeling, waarvoor geen instemming of handtekening van een van de ouders noodzakelijk is. Hieraan voorafgegaan is immers de inschrijving aan de school.

    Het verdient aanbeveling in de schoolgids te vermelden hoe de school in deze situaties handelt, liefst gebaseerd op bovenschools organisatiebeleid.

    Meer informatie en uitspraken

  • Hebben ouders invloed op het onderwijskundig rapport?

    De AVS Helpdesk krijgt regelmatig vragen over ouders die invloed willen uitoefenen op het onderwijskundig rapport. De school moet voor elke leerling die de school verlaat een onderwijskundig rapport opstellen voor de ontvangende school.

    In artikel 42 van de WPO (Wet Primair Onderwijs) staat omschreven dat het onderwijskundig rapport wordt opgesteld door de directeur, na overleg met het onderwijzend personeel. Ouders hebben géén invloed op de inhoud van het onderwijskundig rapport en kunnen dus géén correcties doorvoeren. De ouders ontvangen wel ter kennisgeving een afschrift van het onderwijskundig rapport.

    De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) geeft meer informatie over het onderwijskundig rapport, https://www.autoriteitpersoonsgegevens.nl/nl/onderwerpen/onderwijs/leerlingdossiers

  • Welke regels gelden voor de ouderbijdragen bij tussenschoolse opvang (TSO)?

    Ouders betalen een bijdrage voor de kosten van het overblijven en van het eten. Dit is wettelijk vastgelegd. De school mag bepalen hoe hoog die bijdrage is. De oudergeleding van de medezeggenschapsraad moet met het bedrag instemmen.

    Op scholen met een continurooster moeten alle leerlingen tijdens de middagpauze op school blijven. De school is ook op dat moment verantwoordelijk voor het toezicht op de leerlingen. Het onderwijspersoneel verzorgt het toezicht in de middagpauze. Er is dan dus geen sprake van tussenschoolse opvang. Ouders hoeven dan ook geen overblijfbijdrage te betalen. Wel mag er een vrijwillige bijdrage in de kosten worden gevraagd.

  • Welke regels gelden bij de vrijwillige ouderbijdrage

    Op 1 augustus 2021 treedt op het gebied van de vrijwillige ouderbijdrage een aangescherpte wetgeving in werking. De wijziging houdt in dat alle leerlingen moeten mee kunnen doen met activiteiten die de school organiseert, ook als ouders de vrijwillige ouderbijdrage niet kunnen of willen betalen. Daarnaast worden scholen verplicht dit expliciet te vermelden in de schoolgids.

    Eerder mochten scholen de leerlingen van wie de ouders de vrijwillige ouderbijdrage niet betaalden een kosteloos alternatief aanbieden voor de extra activiteiten buiten het verplichte schoolprogramma. Dit is vanaf 1 augustus 2021 niet langer toegestaan. Scholen mogen geen kinderen meer uitsluiten van extra activiteiten die de school aanbiedt als ouders de vrijwillige ouderbijdrage niet kunnen of willen betalen. Voorbeelden zijn schoolreisjes en langdurige extra activiteiten, zoals aanvullend sportaanbod of dans- en muzieklessen en extra onderwijsprogramma’s zoals bij het tweetalig onderwijs. Het wetsvoorstel regelt ook dat scholen per 1 augustus 2021 expliciet in de schoolgids moeten vermelden dat het niet betalen van de vrijwillige ouderbijdrage niet leidt tot het uitsluiten van leerlingen van deelname aan activiteiten.

    Het ministerie van OCW heeft de brochure “Wetgeving over de vrijwillige ouderbijdrage 1 augustus 2021” uitgebracht, waarin wordt aangegeven wanneer wel een ouderbijdrage mag worden gevraagd.

    Zie voor meer informatie:

    https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/financiering-onderwijs/private-bijdragen-in-het-onderwijs

    Download de brochure (PDF)

  • Wat moet/mag nu wel en wat niet als het gaat om informatie verstrekken aan gescheiden ouders?

    Uit wetsartikelen blijkt dat het in eerste instantie aan de (gescheiden) ouders is om elkaar te informeren over de vorderingen en ontwikkelingen van hun kind. In sommige gevallen is de relatie tussen de ouders echter zo vertroebeld, dat goede onderlinge communicatie niet meer aan de orde is. Dan komt de school in beeld. De AVS Helpdesk raadt scholen aan om beleid te formuleren over informatieverstrekking aan gescheiden ouders. Dit kan door de school worden opgenomen in de schoolgids. Ook bij aanmelding van nieuwe leerlingen is het raadzaam om de juridische status met betrekking tot gezag, omgang en informatievoorziening van ouders in kaart te brengen. Verder kan er op het aanmeldingsformulier standaard worden gevraagd naar namen en adressen van de beide ouders.

    Hieronder een overzicht van de wetteksten waaraan de school zich dient te houden:

    Burgerlijk Wetboek
    Artikel 1:377b BW bepaalt dat de met het gezag belaste ouder verplicht is de andere, niet met gezag belaste ouder op de hoogte te houden van belangrijke zaken die het kind aangaan (zoals schoolrapporten en  informatie over extra begeleiding).
     
    Artikel 1:377c BW bepaalt dat de school verplicht is een ouder die niet het ouderlijk gezag heeft, als hij of zij daarom vraagt, van beroepshalve beschikbare informatie te voorzien over belangrijke feiten en omstandigheden die het kind of de verzorging en opvoeding van het kind betreffen. Er zijn op deze regel twee uitzonderingen:
    • de informatie wordt niet verstrekt als de school de informatie niet op dezelfde manier aan de ouder met het ouderlijk gezag zou verstrekken;
    • de informatie wordt niet verstrekt als het belang van het kind zich tegen
    het verschaffen van de informatie verzet.
     
    WPO en WVO
    Artikel 11 van de Wet op het Primair Onderwijs (WPO) en artikel 23b van de Wet op het Voortgezet Onderwijs (WVO) bepalen dat de school over de vorderingen van de leerlingen rapporteert aan hun ouders. De school moet altijd neutraal zijn.
    • Een school moet voorkomen partij te worden in een echtscheidingsconflict en moet alle schijn van partijdigheid vermijden.
    • De school hoeft soms geen informatie te verstrekken als zij daardoor haar neutraliteit verliest. Bijvoorbeeld wanneer een ouder vraagt of er een verschil is in de leerprestaties van de kinderen in de weken dat ze bij de vader en de weken dat ze bij de moeder zijn.

    Adviezen LKC

    Veel scholen zijn aangesloten bij de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs (LKC) van Onderwijsgeschillen. Deze heeft veel klachten behandeld over informatieverstrekking aan gescheiden ouders. Enkele belangrijke punten uit de adviezen van de LKC:
    • De school heeft een actieve informatieplicht. Zij moet ouders dezelfde mondelinge en schriftelijke informatie geven. De school heeft hierin een eigen verantwoordelijkheid.
    • Als de school weet dat er geen omgang is tussen een ouder en het kind, mag de school geen genoegen nemen met de mededeling van de ouder dat die de andere ouder wel zal informeren. De school moet dit controleren.
    • Wanneer in een echtscheidingsconvenant is vastgelegd dat de ene ouder de andere ouder moet informeren en dit vervolgens niet gebeurt, moet de school de betreffende informatie aan de andere ouder verschaffen.
    • Als de school informatie in tweevoud aan het kind meegeeft, voldoet de school in principe aan haar informatieplicht. Wanneer vervolgens blijkt dat de informatie een van de ouders niet bereikt, moet de school een andere manier zoeken om de informatie te verstrekken.
    • Als een van de ouders geen gezamenlijk oudergesprek wil, moet de school de mogelijkheid bieden voor afzonderlijke gesprekken met beide ouders.
    • De school moet de ouder zonder gezag informatie geven over belangrijke zaken over het kind of diens verzorging of opvoeding. De ouder moet daar wel zelf om vragen, de school hoeft dit dus niet uit eigen beweging te doen. De informatie kan gaan over de cognitieve en/of sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind zoals leerprestaties of medische kwesties. Hieronder valt bijvoorbeeld een schoolrapport, maar niet een uitnodiging voor een algemene ouderavond of een schoolfoto.
    • Op de informatieplicht kan een uitzondering worden gemaakt als het belang van het kind zich verzet tegen het verstrekken van de informatie. De school moet een eigen afweging over dat belang maken. De school moet de gezaghebbende ouder over een verzoek tot informatieverstrekking op de hoogte brengen. Als de ouder met gezag zich verzet tegen het verstrekken van informatie aan de andere ouder of dit niet in het belang van het kind acht, is dit onvoldoende. Deze ouder zal dit moeten onderbouwen, bij voorkeur met een gerechtelijke uitspraak waarin een beperking van de informatieplicht is opgenomen. De veiligheid
    van het kind speelt een rol bij de afweging of de school informatie verstrekt .
     
    Meer informatie: https://onderwijsgeschillen.nl/thema/informatieverstrekking-aan-gescheiden-ouders