Voortgezet onderwijs weer volledig open

Door demografische ontwikkelingen kunnen scholen uit hun jasje groeien Ook scholen in het voortgezet onderwijs zijn na de zomervakantie weer volledig open. Hoe zien de schoolleiders het nieuwe schooljaar tegemoet? Behalve ‘business as usual’ is er het nodige veranderd door corona.

Tekst Astrid van de Weijenberg

Het voortgezet onderwijs heeft zich tijdens de lockdown eveneens ongekend snel aangepast. Waar schoolleiders voorheen nog geregeld een oproep moesten doen aan hun docententeam om dat digibord toch te gebruiken, de lessen interactiever te maken en vaker moderne media in te zetten, schakelden docenten na het uitbreken van het coronavirus binnen een paar dagen over op digitaal lesgeven. Leerlingen wisten allang dat dat kon. Zij bekeken al jaren massaal filmpjes van ‘digidocenten’ voor extra uitleg. Ze waren tijdens de schoolsluiting ook handig genoeg om een digitale les te volgen en tegelijkertijd hun verzorgpony te borstelen – telefoon in de zak. Daarnaast werden verschillen tussen leerlingen duidelijk: waar de ene leerling floreerde bij zelfstandigheid en meer autonomie, was de andere niet vooruit te branden. Verder werd duidelijk dat onderwijs meer is dan alleen kennis overdragen.

“Onderwijs op afstand is een paardenmiddel en ik hoop dat we dat niet meer in hoeven te zetten”, zegt interim-locatiedirecteur Dick Both van het Van Lodenstein College Kesteren. “Onderwijs komt tot stand door interactie. Zeker op het vmbo. Waar de gemiddelde vwo’er zelf wel aan het werk gaat, zitten op het vmbo doeners die het van de relatie moeten hebben.”

Meer keuzevrijheid

Wat de docenten van het Van Lodenstein leerden, is dat ze in minder tijd praktisch hetzelfde lesprogramma konden behandelen. Both: “Daar zit dus ruimte. We gaan komend schooljaar serieus kijken wat corona heeft betekend voor ons programma. Moeten alle leerlingen wel dezelfde zes of zeven lessen volgen op een dag of moeten we meer keuzevrijheid en zelfwerkzaamheid toestaan? Kunnen we meer aansluiten bij de leervoorkeuren? Kunnen we meer flexibiliteit inbouwen in het rooster? Niet iedereen heeft bijvoorbeeld dezelfde instructie nodig.”

De verwachting is dat lesuitval de komende maanden toeneemt, omdat docenten thuisblijven als ze twijfelen over hun gezondheid. Dan hoeven leerlingen niet naar huis gestuurd te worden, denkt Both. Hij ziet mogelijkheden om hen digitaal de les van een parallelklas te laten volgen. “Drie dezelfde lessen Frans in parallelklassen, daar moet je wat mee kunnen doen.” De crisis heeft hem getriggerd om het onderwijs in een nieuw perspectief te zien. Het scenario voor de eerste periode na de vakantie ligt er, maar voor de langere termijn gaat het team met elkaar een nieuw scenario uitwerken.

Grote kans

“Dit is een grote kans voor het onderwijs”, zegt directeur Petra van Dam van het Heer Bokel College in Rotterdam, een havo/vwo voor voortgezet speciaal onderwijs, cluster 4. Een eyeopener was het, omdat voor de thuiszitters van de school de online lessen dé oplossing bleken. Het slechtte de drempel. In mei nam het Heer Bokel College een enquête af onder ouders en leerlingen over de ervaringen met het afstandsonderwijs en wat ze wilden behouden in de toekomst. Van Dam: “De groep leerlingen valt uiteen. De ene groep vindt het prettig om zelfstandig en zonder prikkels te werken, maar leerlingen uit de andere groep hebben juist gemerkt dat het nodig is dat de docent hen controleert. Op die leerlingen moet je alert zijn. Daar moet je ook iets meer controle van de mentor opzetten.”

Pilot thuisonderwijs

Het Heer Bokel heeft een schoolcoach voor psychische ondersteuning en een onderwijsassistent die zorgt voor de praktische ondersteuning van de leerlingen. Deze maakt ook afspraken over wat ze op een dag gaan doen. Ook de ouders zijn meer verbonden met de school, vindt Van Dam. Ze krijgen meer mee wat de school doet en zelfs van kritische ouders krijgt ze complimenten. “De kracht van het onderwijs blijft natuurlijk het persoonlijk contact, maar ook in een heel grote klas is dat soms moeilijk. Vaardigheden als samenwerken en reizen met het openbaar vervoer zijn voor onze leerlingen eveneens belangrijk en die leer je niet achter de computer.” Daarom is ook Van Dam blij dat de school weer volledig open kan. Toch zijn met name leerlingen die erg prikkelgevoelig zijn – leerlingen met autisme of adhd – gebaat bij een extra dag ‘rust’, is een conclusie uit de enquête. “Zij houden dan meer energie over om te leren. Sommigen zijn namelijk al op als ze met het openbaar vervoer op school zijn gearriveerd.” Daarom begint de school met een pilot voor een aantal leerlingen waarbij zij onder strikte voorwaarden een dag in de week thuis online onderwijs mogen volgen. “De onderwijsinspectie vindt het een fantastisch experiment”, zegt Van Dam. “We zijn benieuwd naar de effecten.”

Beter contact, sterkere band

Voor ISK Schakel aan Zee in Den Helder is ieder schooljaar een nieuwe start. Omdat de leerlingen van de school voornamelijk uit het AZC afkomstig zijn, is het steeds weer afwachten hoeveel er komen. Door overplaatsingen en het wegvallen van uitgeprocedeerde leerlingen varieert het leerlingenaantal van zeventig tot ruim het driedubbele. Niets is vanzelfsprekend. De coronatijd was voor de ISK-leerlingen extra moeilijk. In het AZC delen gezinnen vaak een huiskamer. Ga dan maar eens rustig een gestreamde les volgen. Bovendien misten de leerlingen de Nederlandse taal om zich heen. Directeur Ria Peters: “Je ziet dat de schriftelijke vaardigheid wel op orde is, maar dat spreken moeizamer gaat.”

Wat ISK Schakel aan Zee erin houdt, is de hulp van de AZC-begeleider. “Die heeft in de coronatijd een andere rol gekregen als intermediair tussen school en leerling. We hebben beter contact met elkaar. Dat is heel fijn en werkt ook preventief. De AZC-begeleider weet beter wat wij van de leerlingen verwachten en wat ze op het AZC kunnen doen als de leerlingen uit school komen. Ook de band met de mentor is veel sterker geworden door het dagelijkse telefoontje.”

De school geeft instructie in kleine groepjes of individueel. Voor docenten is het handhaven van de anderhalve meter daarom best ingewikkeld. Peters: “En normaal geven we een hand bij het binnenkomen. Nu moet docenten op een andere manier even contact maken. Dat is wennen, maar we zijn heel blij dat we elkaar weer zien.”