Op verzoek van sociale partners heeft onderzoeksbureau Leeuwendaal onderzocht of het functiewaarderingssysteem dat in het primair onderwijs wordt gebruikt (FUWA-PO) voldoende recht doet aan de inhoud, complexiteit en verantwoordelijkheid van het werk van de (adjunct-)directeur en OOP’ers. Leeuwendaal heeft bij haar onderzoek ideeën en suggesties opgehaald bij bijna 50 directeuren, logopedisten, gedragswetenschappers en onderwijsassistenten uit het PO. De belangrijkste bevindingen en de reactie van de AVS lees je in dit artikel.
- Ontwikkel een reeks met directiefuncties op het niveau van schaal D12-D13-D14 waarbij met name de complexiteit van de taken die tegenwoordig onderdeel zijn van de beroepspraktijk van de (adjunct-) schooldirecteur een plek krijgen.
- Wat AVS betreft moet inschaling in D13 of D14 bespreekbaar worden gemaakt daar waar schooldirecteuren (substantieel en structureel) verantwoordelijk zijn voor complexere taken. Met name voor deze inschalingen is het belangrijk om goede voorbeeldbeschrijvingen te maken.
- AVS vindt dat ook de rol en verantwoordelijkheid van schooldirecteuren voor de kwaliteit van het onderwijs beter beschreven moeten worden.
- Extra taken die niet kwalificeren voor een hogere inschaling kunnen worden gewaardeerd middels beloningsbeleid dat tussen het bestuur en de PGMR kan worden vastgesteld (artikel 6.15 CAO PO). Los daarvan is het goed dat Leeuwendaal aangeeft dat de voorbeeldfuncties dienen als inspiratiemateriaal, die niet klakkeloos overgenomen moeten worden.
- Cao-partijen moeten werkgevers in het primair onderwijs niet toestaan om onderlinge afspraken te maken over het functieniveau van de directiefuncties in een bepaalde regio.
- De AVS pleit in alle opzichten voor maatwerk zoals dat ook is beoogd in de afspraken in de cao. Onderlinge afspraken over het functieniveau leiden tot eenvormigheid, doen geen recht aan de specifieke omstandigheden van een school en zorgen ervoor dat schooldirecteuren zich niet in hun eigen functieomschrijving herkennen.
- Ontwikkel een leeswijzer bij de nieuwe/geactualiseerde voorbeeldfuncties over de toepassing van de functies met voorbeelden uit de praktijk en suggesties voor ontwikkelmogelijkheden (zowel doorgroei naar een andere functie als ontwikkelmogelijkheden in de eigen functie).
- Deze aanbeveling geldt ook voor adjunct-directeuren. De AVS ziet deze aanbeveling als een hygiënefactor in de toepassing van FUWA PO. Een voorbeeldfunctie mag echter alleen als voorbeeld dienen. Uitgangspunt zou wat AVS betreft altijd moeten zijn dat werkgevers zelf functies beschrijven en laten waarderen met FUWA-PO waar schoolleiders ook bij betrokken zijn, zodat zij zich herkennen in hun functiebeschrijving. Leeuwendaal adviseert een (breed samengestelde) commissie op te zetten die de ontwikkelingen van de functies in de praktijk volgt en adviseert over (nieuwe) functies en de ontwikkeling van FUWA-PO.
- AVS onderschrijft deze aanbeveling omdat we het belangrijk vinden dat (adjunct-) schooldirecteuren hun vak en de actuele ontwikkelingen in hun beroepspraktijk herkennen in de systematiek zoals die wordt toegepast in FUWA-PO.