Veel keuzevrijheid met ABP KeuzePensioenMaatschappelijke trends als vergrijzing en de toenemende individualisering zorgen voor nieuwe uitdagingen. Hoe behouden we werknemers langer voor de arbeidsmarkt? En hoe kunnen we tegemoetkomen aan de vraag naar meer keuzevrijheid? Het antwoord op die vragen is ABP KeuzePensioen.Het ABP KeuzePensioen geldt alléén voor werknemers die geboren zijn ná 1949. En voor werknemers geboren vóór 1950 die niet met FPU kunnen gaan. Voor de andere werknemers blijft alles bij het oude. Ook zij kunnen, onder de FPU, in deeltijd met pensioen blijven gaan.Vergeleken met zon tien, twintig jaar geleden hebben mensen steeds meer behoefte aan het maken van eigen keuzes. Ook over hun pensioen. Met ABP KeuzePensioen kunnen werknemers hun toekomstige pensioen zoveel mogelijk afstemmen op hun persoonlijke wensen en inkomen. Een fl exibele pensioendatum, een variabele hoogte van het pensioen en deeltijdpensioen behoren tot de mogelijkheden. Overigens hoeven werknemers deze keuzes pas te maken vlak voordat zij met pensioen willen gaan.FlexibelMet ABP KeuzePensioen is het voor werknemers mogelijk zelf een pensioendatum te kiezen. Zij kunnen aangeven wanneer ze tussen hun 60e en 70e met pensioen willen, tot op de maand nauwkeurig. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk te stoppen met werken met 63 jaar en zeven maanden. Hierbij geldt wel: hoe eerder stoppen met werken, hoe lager het pensioen. En hoe langer men doorwerkt, hoe hoger. Tot voor kort gold een vaste pensioenleeftijd van 65 jaar. Deze leeftijd is met ABP KeuzePensioen losgelaten. Maar de Sociale Verzekeringsbank keert de AOW nog vanaf 65 jaar uit. Wil een werknemer vóór 65 jaar met pensioen gaan, dan moet hij of zij dit gemis aan AOW zelf opvullen met een bedrag aan ABP KeuzePensioen. Het pensioen wordt hierdoor dus lager. Willen werknemers voorafgaand aan ABP KeuzePensioen stoppen met werken, dan kan dat met levensloop. Zij kunnen levensloop ook gebruiken om tussentijds te stoppen met werken. Zodat het werk met nieuwe energie kan worden hervat en langer kan worden volgehouden. Voor werknemers kan het prettig zijn hun pensioen af te stemmen op de individuele inkomenssituatie. Deze verandert vaak behoorlijk als de kinderen het huis uit zijn. Of als de hypotheek is afgelost. Met ABP KeuzePensioen kunnen werknemers hun pensioen varieren in hoogte; daarvoor gelden wel fi scale grenzen. Zij kunnen bijvoorbeeld kiezen voor een hoger pensioen vóór hun 65e en een lager pensioen daarna. Of andersom. Werknemers kunnen uiteraard ook kiezen voor een gelijkblijvend pensioenbedrag.Met deeltijdpensioenVia deeltijdpensioen kunnen werknemers hun loopbaan langzaam afbouwen. Het staat hen vrij te kiezen voor welk deel van de werkweek zij met pensioen willen gaan. Uiteraard gebeurt dit in nauw overleg met de werkgever. Door de vergrijzing dreigt een groot personeelstekort op de arbeidsmarkt. Vooral ook bij de overheid en in het onderwijs, omdat hier vergeleken met de rest van Nederland meer dan gemiddeld veel ouderen werken. Deze groep is bovendien hoog opgeleid. Als zij massaal eerder met pensioen gaan, zijn er straks onvoldoende jonge werknemers om het werk over te nemen. Daarom wil de overheid langer doorwerken stimuleren. Dit betekent niet dat werknemers dan ook tot aan hun pensioen in hetzelfde tempo moeten doorwerken. Integendeel. Dankzij deeltijdpensioen krijgen oudere werknemers juist de kans om werk en vrije tijd beter met elkaar in balans te brengen. Omdat werknemers alvast deels met pensioen kunnen gaan, ontstaat er voldoende fi nanciële ruimte om minder uren te gaan werken. Zo kan het werkzame leven aan het einde van de loopbaan geleidelijk worden afgebouwd. Bovendien geeft het deeltijdpensioen veel oudere werknemers de benodigde energie om hun baan langer en met plezier te kunnen volhouden.Nabestaandenpensioen toevoegenIn sommige situaties hebben werknemers geen behoefte aan een nabestaandenpensioen. Bijvoorbeeld als er geen partner is. Of als de werknemer samen met zijn of haar partner concludeert dat bij overlijden de partner goed verzorgd achterblijft. In deze situaties is het mogelijk een deel van het nabestaandenpensioen toe te voegen aan het ABP KeuzePensioen. Andersom is ook mogelijk. Denk hierbij aan een gescheiden werknemer die zijn nieuwe partner bij overlijden beter verzorgd wil achterlaten.Voorbeeld Petra de Winter kiest voor deeltijdpensioenPetra de Winter 51 jaar is leerkracht in het primair onderwijs. Zij is getrouwd en heeft twee volwassen kinderen. In het verleden heeft ze niet altijd fulltime gewerkt. Lesgeven vindt zij heerlijk, dus ze wil voorlopig nog niet met pensioen. Ze verwacht dat het vak voor haar met het klimmen der jaren zwaarder zal worden. Dus kiest ze ervoor langer te blijven werken, maar dan wel voor minder uren. Van haar 63e tot haar 67e wil ze voor vijftig procent blijven werken en voor de rest met deeltijdpensioen. Vanaf haar 67e wil zij volledig met pensioen. Petra verdient nu ruim e 28.000 op jaarbasis. Hoe ziet haar inkomen er straks globaal uit? Petra ontvangt vanaf haar 63e tot 65e ABP KeuzePensioen van ongeveer e 11.400 bruto per jaar. Dit bedrag ontvangt zij ook vanaf haar 65e, bestaande uit AOW van de Sociale Verzekeringsbank en ABP KeuzePensioen. Daarnaast ontvangt zij tot haar 67e een jaarsalaris van e 14.000. Haar totale inkomen van haar 63e tot haar 67e is dan e 25.400 bruto per jaar. Als Petra op haar 67e volledig met pensioen gaat, ontvangt zij e 18.000 bruto per jaar. Zij ontvangt dan AOW en ABP KeuzePensioen.Meer weten?Kijk voor meer informatie op www.abp.nl. Werknemers kunnen het effect van de verschillende keuzemogelijkheden bekijken op MijnABP, een persoonlijke en beveiligde internetomgeving.BronKader Primair 6 – Februari 2007Tekst Karin Pieper, ABP
Let op: Dit artikel is meer dan vijf jaar geleden gepubliceerd en bevat wellicht incorrecte, onvolledige of ongeldige informatie.