Breng zorg dichterbij school

Hoe krijgen scholen sneller passende zorg bij ondersteuningsvragen? Hierover was in het voorjaar een motie ingediend door de Kamerleden Kwint en Westerveld. Daarover ging AVS onlangs in gesprek met ambtenaren van het team Passend Onderwijs van het ministerie.

Lid van de AVS-commissie Onderwijskwaliteit Huub van der Wal en AVS-beleidsadviseur Lambert van der Ven namen deel aan dit gesprek, waarin zij deze motie verder verkenden. Zo spraken zij over de herkenbaarheid van de motie, ervaringen van schoolleiders met extra ondersteuningsaanvragen, de rol van verder onderzoek bij ondersteuningsvragen en het idee om een pilot in te richten om meer zicht te krijgen op de huidige praktijken in verschillende regio’s.

Huub van der Wal bracht verhalen uit de eigen onderwijspraktijk in de regio Almelo en Deventer in, waar hij ook zitting heeft in de ALV van het samenwerkingsverband, en vertelde wat de inbreng vanuit AVS -commissie Onderwijskwaliteit was. Lambert van der Ven kon een mooie praktijkcasus inbrengen, die hij eerder deze week nog in Friesland tegenkwam.

Het team Passend Onderwijs van OCW gaat nu kijken hoe ze deze motie op korte termijn kunnen aanpassen aan de huidige praktijk, waarmee ook direct bouwstenen worden gelegd voor de invoering van meer inclusiever onderwijs. Door zorg dichter bij het onderwijs te brengen, hoeven kinderen niet langer dan nodig te wachten op ondersteuning en worden leraren en andere kinderen niet langer op de proef gesteld door het uitblijven van passende zorg.

AVS: erken professionaliteit

AVS vindt dat de professionaliteit van de leerkrachten, de zorgcoördinator en de schoolleider moet worden erkend, waardoor de ondersteuningsvraag van de school meteen begrepen kan worden. Daarbij heeft de schaalvergroting van de samenwerkingsverbanden in veel gevallen tot veel bureaucratie geleid. We zouden onze zorgsystemen goed moeten evalueren en komen tot een nieuwe inrichting van de ondersteuning in de directe nabijheid van het kind.

AVS signaleert dat er veel ondersteuningsvragen liggen op het snijvlak van onderwijs en zorg, waarbij niet helder is voor wie de vraag is. Hierdoor moet het kind lang wachten op een antwoord op zijn ondersteuningsvraag, wat een appel doet op de schoolleider met zijn team. Schoolbesturen zijn onmachtig, omdat zij geen geld in zorgondersteuning mogen stoppen. Het gevolg is dat de schoolleider veel tijd bezig is met het zoeken naar een passende oplossing. Dit kan sneller als er meer mogelijkheden zijn om zorg in de directe nabijheid van de school te hebben en als scholen daar ook direct over kunnen beschikken.