Het ziekteverzuim in het onderwijs blijft dalen. Dat blijkt uit de definitieve cijfers over 2004 en de trendcijfers over het eerste halfjaar van 2005. Minister Van der Hoeven heeft die cijfers deze week aan de Tweede Kamer gestuurd. Zij toont zich tevreden.
Het ziekteverzuim in het basis-, speciaal en voortgezet onderwijs is in 2004 gedaald naar respectievelijk 6,5, 7,2 en 5,6 procent. De daling is wel iets aan het afvlakken, waardoor een einde is gekomen aan een periode van forse daling van het ziekteverzuim. Hiermee is de doelstelling voor terugdringing van het ziekteverzuim, die was opgenomen in de CAO onderwijs 2003, gehaald. Het doel was daling van het verzuim in het basisonderwijs met n procent, vergeleken met het jaar 2002. In haar brief aan de Kamer maakt de minister ook melding van een andere berekening van het verzuimpercentage, als het lange verzuim bij een jaar wordt afgekapt. Dit betekent een extra daling van 0,7 procent voor het basisonderwijs. Verder is er sprake van een lichte daling van de meldingsfrequentie in het speciaal en het voortgezet onderwijs. Het lagere ziekteverzuim wordt voornamelijk door daling van de verzuimduur veroorzaakt.De trendcijfers laten zien dat het licht dalende ziekteverzuim ook in het eerste half jaar van 2005 voor het primair onderwijs doorzet. Het onderwijs is hiermee een van de weinige sectoren in Nederland waar het ziekteverzuim in 2005 niet is gestegen.
Interessant?
Dit artikel stond in KADER , het vakblad voor schoolleiders, dat AVS-leden exclusief ontvangen. Wil jij ook KADER op de deurmat hebben? Word ook lid of abonnee, ontvang voortaan een kersvers exemplaar in de brievenbus en versterk de positie van schoolleiders.