Wiersma wil een gerichtere aanpak van het curriculumtraject waarbij wat het meest urgent is, het eerst wordt opgepakt. Hij wil focussen op het repareren van achterstallig onderhoud bij de basisvaardigheden taal, rekenen/wiskunde, burgerschap en digitale geletterdheid. “Het is mijn streven om nog in deze kabinetsperiode een wetstraject voor het inrichten van periodiek curriculumonderhoud af te ronden zodat er duidelijkheid en rust ontstaat in het onderwijs.”
Dat schrijft minister Wiersma in een brief aan de Tweede Kamer. Hij trekt lering uit de stappen die sinds 2014 zijn gezet: niet alles moet of kan tegelijkertijd. Ook wil hij werken aan een systematiek voor periodiek curriculumonderhoud, zodat curriculumbijstelling in de toekomst niet ad hoc wordt uitgevoerd.
“Welk curriculumonderhoud is nú noodzakelijk, hoe pakken we dit aan op een manier die voor leraren in de praktijk te doen is en hoe helpen we hen hierbij? In het proces van bijstelling van het curriculum wil ik duidelijkheid en rust brengen, juist om ervoor te zorgen dat leraren, schoolleiders en alle andere mensen die werken in het onderwijs zich kunnen concentreren op het bieden van goed onderwijs”, aldus de minister.
Wiersma wil toewerken naar een vaste cyclus van curriculumonderhoud uitgevoerd door deskundigen uit de onderwijspraktijk die zelf voor de klas staan en de wetenschap. Binnen die cyclus kunnen onderwijsdoelen, leergebieden of vakken in een wisselend tempo en in variërende mate aangepast worden wanneer dat nodig blijkt. Niet alle ontwikkelingen zijn namelijk even verreikend, gaan even snel of zijn even urgent. Hij wil de knelpunten waar leraren en leerlingen het meeste last van hebben met voorrang aanpakken. Die staan de verbetering van de onderwijskwaliteit in de weg.
“Zo zijn de kerndoelen sinds 2006 niet wezenlijk veranderd. Ze zijn ontwikkeld in een tijd zonder bijvoorbeeld smartphones of QR-codes, terwijl we van leerlingen wel verwachten dat ze adequaat met deze digitalisering kunnen omgaan. Ook maakt de huidige beschrijving van kerndoelen onvoldoende duidelijk wat nu écht wordt verwacht.” Wierma benadrukt dat dit concreter moet en kan, zodat leraren er beter mee kunnen werken en verschillen tussen scholen niet onnodig toenemen. “Zoals het Coalitieakkoord ook aangeeft, moeten we duidelijker aan scholen aangeven wat wij van hen verwachten.”
De minister geeft aan dat er meer nodig, zoals de inzet van bewezen effectieve methoden en voldoende goed toegeruste leraren om de basis te verstevigen. Hij wil met het onderwijs werken aan een masterplan basisvaardigheden voor een stevige en duurzame aanpak om de basis op orde te krijgen. Dit masterplan wil hij uiterlijk voor de zomer naar de Kamer sturen.
De in de zomer van 2020 ingestelde wetenschappelijke curriculumcommissie heeft inmiddels vijf adviezen opgeleverd, waarvan aanbevelingen zijn verwerkt in de kwaliteitscriteria voor bij te stellen kerndoelen en eindtermen. “Daarmee is Curriculum.nu echt voltooid verleden tijd.”
De wetenschappelijke curriculumcommissie werkt op dit moment aan haar advies over de inrichting van een systematiek voor periodiek onderhoud. Dit advies wordt deze zomer verwacht. De beleidsreactie van Wiersma zal na de zomer zijn. Zijn streven is om nog in deze kabinetsperiode een wetstraject voor het inrichten van periodiek curriculumonderhoud af te ronden.