Digitale geletterdheid wordt straks onderdeel van het landelijk curriculum. Wat houdt dat in? Critici waarschuwen voor het gevaar dat het een apart vak wordt.
Kinderen zitten de hele dag op hun telefoon, maar dat wil nog niet zeggen dat ze digitaal vaardig zijn. “Als je hen concrete opdrachten voorlegt, zakken ze door het ijs”, zegt Remco Pijpers, strategisch adviseur digitale geletterdheid bij Kennisnet. In de Monitor Jeugd en Media 2017 van Kennisnet en Mediawijzer.net is te lezen hoe jongeren scoren op met name informatievaardigheden. Pijpers: “Als je vraagt of Bolivia een ontwikkelingsland is en drie pagina’s zeggen van wel en drie van niet, moet je bronnen gaan vergelijken. Klopt de informatie op een website, en waar baseer je dat op? De meeste kinderen weten niet hoe je dat bepaalt.” Basale vaardigheden als het opzoeken en op betrouwbaarheid beoordelen van informatie moeten echt meer aandacht krijgen, zegt hij. “Die heb je nodig in je studie, je werk en je dagelijks leven.”
Driekwart van de leerkrachten zegt dat digitale vaardigheden op dit moment al onderdeel uitmaken van hun lesprogramma, blijkt uit recent onderzoek van de Stichting Internet Domeinregistratie Nederland. Pijpers beaamt: “Er worden fantastische dingen gedaan. Maar niet alles is even effectief. Vaak doet men de aandacht voor digitale vaardigheden er een beetje bij.” Zijn advies: kijk waar kinderen vastlopen en stem daar je aanbod op af. Begin pas met programmeren wanneer de basisvaardigheden (zie kader) op orde zijn. En daarbij verdient volgens Kennisnet het kunnen onderscheiden van betrouwbare en onbetrouwbare informatie prioriteit.
De Vier in balans-monitor van Kennisnet laat zien hoe scholen omgaan met ict en hoe vaardig leraren zijn. Wat blijkt: het zijn niet de ict-coördinatoren die het beste met ict omgaan, maar de leraren die didactisch het sterkst zijn. “Zij kunnen variëren in onderwijsstijlen.
Daardoor zijn ze geneigd om veel te proberen. Je moet mensen dus niet op ict-cursus sturen, maar laten werken aan hun didactisch repertoire. Dan komt de ict vanzelf.”
Zijn eigen drie kinderen zijn op de basisschool druk bezig met programmeren. “Ze genieten ervan. Maar ze kregen een eigen Gmail-account zonder dat de school vertelde wat e-mail is en hoe een veilig wachtwoord eruitziet. De wachtwoorden hingen gewoon aan de muur. Inmiddels is dat gelukkig beter geregeld.”
Veiligheid en gelijke kansen
Veel scholen hebben nog niet duidelijk in kaart waar aan gewerkt moet worden. De behoefte aan informatie is enorm. Van de zevenduizend po-scholen hebben er al drieduizend een beroep gedaan op FutureNL, dat (gratis) lesmateriaal en trainingen voor leraren en schooldirecties maakt en programmeerlessen geeft aan de bovenbouw in het basisonderwijs. Ronilla Snellen, medeoprichter en directeur van FutureNL, vindt dat de veiligheid prioriteit verdient. Kinderen moeten gaan snappen, zegt zij, dat op internet allerlei dingen te vinden zijn die niet goed voor hen zijn, en dat ze hun accounts moeten beveiligen met wachtwoorden. Maar het schort ook aan basisvaardigheden: “Je ziet nog vaak dat ouders een presentatie in elkaar draaien omdat kinderen dat op school niet leren.”
Die steun krijgen echter niet alle kinderen thuis. Dat merkt ook cbs De Bron in Numansdorp. “Wij hebben veel hoogopgeleide ouders, die sterk bijdragen aan de mediawijsheid van hun kinderen”, zegt schoolleider Aemile Roos. “Dat ligt anders bij onze leerlingen die uit het buitenland komen. We proberen hen dezelfde kansen en uitdagingen te bieden, zodat de verschillen zo klein mogelijk worden. Wij vinden dat onderwijs gratis en voor iedereen beschikbaar moet zijn. Dat geldt dus ook voor de digitale middelen. We houden rekening met verschillen en zorgen dat alle leerlingen beschikken over de nodige basisvaardigheden, van het geheim houden van een wachtwoord tot aan het maken van een digitale presentatie.” De school organiseert ook ouderavonden over mediawijsheid.
FutureNL ziet het in schoolvakken integreren van digitale vaardigheden als een mooie manier om kinderen gelijke kansen te bieden. Dat inzicht groeide tijdens een bezoek aan een school in Amsterdam Zuid Oost. Snellen: “De schoolleider zei: ‘Leuk dat jullie dit doen, maar wij zijn al blij als de kinderen een ontbijt op hebben.’ Zij hadden meer behoefte aan extra taalonderwijs. Samen kwamen we op het idee om onze ict-lessen te combineren met taallessen. Met dergelijke geïntegreerde lessen bereik je alle kinderen.” FutureNL maakte bijvoorbeeld een programmeeropdracht over voorzetsels. “Als je een voorzetsel op de goede plek in de zin zet, maakt een robot een dansje. Zo leren kinderen programmeren én werken ze aan taal.”
Je kunt digitale vaardigheden inzetten bij alle vakken, zegt Snellen. “Bij geschiedenis maak je een powerpoint over de Middeleeuwen, bij aardrijkskunde een filmpje of website over een gebied.” Het Handboek Digitale Geletterdheid van Kennisnet biedt een praktisch stappenplan voor het aansluiten op leerlijnen of zelf maken van een leerlijn.
Digibord hacken
FutureNL brengt de digitale wereld dichter bij kinderen door bijvoorbeeld met hen te praten over hoe spelletjes ontstaan. Snellen: “Die komen van de Intertoys, denken kinderen. Als ze gaan beseffen dat een programmeur heeft bedacht dat het petje van Mario geel moet zijn, gaat er een wereld voor ze open. Ze gaan ineens zien dat de computer dom is en dat je stap voor stap moet uitleggen wat hij moet doen.”
Om zoveel mogelijk kinderen mee te krijgen gaan de lessen over games, mode, design en kunst. “We hebben een les gemaakt waarbij kinderen het digibord hacken. Dat vinden ze fantastisch. Onze ambitie is om hen de magie van technologie te laten ervaren, door zelf iets te bouwen waar ze blij van worden.”
FutureNL overweegt om met eventuele partners een Sire-campagne te starten, gericht op ouders en leerlingen. Daarbij wil Snellen beroepen laten zien waarbij ict-vaardigheden belangrijk zijn. ‘‘Het is een misvatting dat dat vooral programmeurs zijn. Het gaat ook om bijvoorbeeld automonteurs, verwarmingsmonteurs of psychologen, die online data-analyses moeten doen.”
Houvast
De bouwstenen voor digitale geletterdheid die nu worden ontwikkeld door Curriculum.nu (zie kader) gaan scholen straks houvast geven. Schoolleider Roos van cbs De Bron zit in het ontwikkelteam Digitale geletterdheid van Curriculum.nu. “De samenleving is aan het veranderen en daarop moeten we anticiperen”, zegt ze. “Ik merk zelf op school heel erg dat er behoefte is aan bouwstenen voor digitale geletterdheid. De ontwikkelingen gaan zo snel en er valt zoveel te lezen en te halen. Het is superfijn als er kaders gesteld worden waarover goed is nagedacht met een brede groep deskundigen en dat er ook gekeken wordt naar de samenhang van de onderwijsinhouden. Waarbij je wel voldoende ruimte behoudt voor de visie van je eigen school.”
Maar ga vooral niet zitten wachten op die bouwstenen, waarschuwt Pijpers van Kennisnet. “Begin nu al klein. Inventariseer hoe je er voor staat. Welke leraren zijn hier al ver mee zodat je hen kunt inzetten? Hoe staat het met de vaardigheden van de leerlingen? Kijk waarderend: wat gaat er al goed? Begin misschien met een project, zoals de Week van de Mediawijsheid, Media Masters of een gastles. Kijk hoe je team erop reageert. Begin bescheiden door in te zetten op die basisvaardigheden. Leer kinderen hoe je technieken als Powerpoint of Prezi kunt inzetten bij een boekbespreking of spreekbeurt.”
Pijpers adviseert om dat allemaal te doen vanuit de eigen visie van de school. “Waar ga je voor en welke keuzes horen daarbij? Als je kiest voor programmeren, waarom is dat? Omdat daar de banen zitten? Zijn er misschien nog andere manieren om kinderen te leren denken?”
Volgens schoolleider Roos is het een kwestie van beginnen. “Ga het gewoon doen. Je rijdt ook elke dag auto zonder dat je precies weet wat er onder de motorkap zit. Pas als je pech krijgt, ga je hulp vragen. Zo is het ook met digitale vaardigheden. Lees, ontdek, en vraag de kinderen wat ze nodig hebben.”
Digitale geletterdheid
De vier basiselementen voor digitale geletterdheid zijn: ict-basisvaardigheden, computational thinking, informatievaardigheden en mediawijsheid. Het gaat om de samenhang tussen die vier. Deze definitie van SLO en Kennisnet is inmiddels algemeen geaccepteerd.
Curriculum.nu komt met bouwstenen
Het ontwikkelteam Digitale geletterdheid van Curriculum.nu (zes leraren po, zes leraren vo, twee schoolleiders) ontwikkelt bouwstenen voor dit onderdeel van het nieuwe curriculum. Deze moeten januari 2019 klaar zijn en worden dan aangeboden aan OCW. Nadat de Tweede Kamer hierover heeft besloten, worden de bouwstenen gebruikt voor nieuwe kerndoelen en eindtermen. Waarschijnlijk is er in 2021 een onderwijswet met vernieuwd curriculum. Daarna krijgen scholen nog een aantal jaren tijd voor de implementatie.
Paul Kirschner: ‘Digitale vorming alleen zinvol binnen schoolvakken’
Door een apart ontwikkelteam voor digitale geletterdheid op te richten, is de kans groot dat dit een apart vak wordt, zegt Paul Kirschner, hoogleraar aan de Open Universiteit. Dat is volgens hem de verkeerde weg.
Kirschner, die de leerstoel Onderwijspsychologie bekleedt: “Je moet in staat zijn om bronnen te kunnen beoordelen. Wat een betrouwbare bron is op het ene gebied, is niet per definitie betrouwbaar op een ander gebied. Dit moet je leren binnen het domein waar je mee bezig bent.”
Hij is kritisch over de definitie van digitale geletterdheid van SLO en Kennisnet, zeker als het werken aan deze vaardigheden niet binnen alle vakken wordt geïntegreerd. “Computational thinking gaat over het ontleden van een probleem in een reeks stappen die navolgbaar zijn. Dat moet binnen ieder domein geleerd en toegepast worden. Je kunt geen fatsoenlijke zoekvraag formuleren zonder kennis van het betreffende domein.”
In plaats van kinderen Powerpoint of Prezi te leren gebruiken, moet je ze trainen in het leren structureren en houden van een goede spreekbeurt of presentatie, zegt hij. “En laat ze daarin veel oefenen binnen alle vakken. Prezi en Powerpoint zijn maar gereedschappen, het gaat om de inhoud.” De hoogleraar ziet ook niets in het kinderen leren programmeren. “Het is onzin dat ze daardoor logisch leren denken. Ook dat leer je alleen binnen een bepaald domein. Leren programmeren heeft alleen zin als je dat zestien jaar achter elkaar bijhoudt; met eventjes leren programmeren kom je niet ver. Bovendien: de talen waarin we nu programmeren, bestaan straks waarschijnlijk niet meer. En gezien de ontwikkelingen van machine learning zou het mij niet verbazen als machines straks zichzelf programmeren.”
Het opleiden van goede leraren, met een brede algemene ontwikkeling en goede digitale vaardigheden, is volgens Kirschner de beste manier om kinderen goed voorbereid de maatschappij in te sturen. “Die toerusting van leraren moet liefst niet via bijscholing gebeuren, maar al op de lerarenopleiding.”