Leraren mogen binnenkort niet meer geweigerd worden omdat ze homoseksueel zijn. De partijen D66, VVD, PvdA, SP en GroenLinks – een meerderheid in de Tweede Kamer – hebben hier begin mei een wetsvoorstel voor ingediend.
Het wetsvoorstel moet een einde maken aan mogelijke discriminatie van homoseksuele leraren. Op dit moment mogen leraren al niet ontslagen worden om het enkele feit dat zij homoseksueel zijn, tenzij er sprake is van een ‘bijkomende omstandigheid’. Door deze ‘enkelefeitconstructie’ uit de wet te schrappen, kunnen leraren niet meer ontslagen worden vanwege hun geaardheid.
Het wetsvoorstel is onderdeel van het zogeheten ‘roze stembusakkoord’ dat in de zomer van 2012 door eerder genoemde partijen werd ondertekend. Hierin werd afgesproken om vijf belangrijke maatregelen ter bevordering van homo-emancipatie binnen een jaar te regelen. Behalve afschaffing van de enkelefeitconstructie, willen de partijen ook af van de weigerambtenaar en moet er meer voorlichting worden gegeven op scholen over seksuele diversiteit. Daarnaast zijn er afspraken gemaakt over lesbisch ouderschap en erkenning van genderidentiteit.
De Besturenraad is van mening dat deze maatregel ten koste gaat van het vrije benoemingsbeleid van bijzondere scholen. Scholen moeten leraren mogen weigeren als zij door hun leefwijze en persoonlijke opvattingen de identiteit en grondslag van de school niet geloofwaardig kunnen uitdragen, stelt de christelijke vereniging. De Besturenraad roept de politiek dan ook op om de enkelefeitconstructie in de wet te vervangen door een alternatieve formulering van de Raad van State, waarin scholen nog wel personeel kunnen kiezen dat aansluit bij hun eigen visie.
Let op: Dit artikel is meer dan vijf jaar geleden gepubliceerd en bevat wellicht incorrecte, onvolledige of ongeldige informatie.