Samenvatting van het akkoord
Vanaf 1 januari 2009 geldt voor de scholen een maximale lessentaak van 750 klokuren, tenzij er op schoolniveau met de PMR en 2/3 meerderheid een andere maximale lessentaak is afgesproken. Het taakbeleid, zoals dat nu in de cao staat, blijft behouden met behoud van de 2/3 bepaling en met toevoeging van de maximale lessentaak en het zogenaamde trekkingsrecht.
Iedere docent met een fulltime aanstelling krijgt een trekkingsrecht van 24 klokuren. Parttimers krijgen de uren naar rato. De docent is vrij om de 24 klokuren uit de lessentaak te halen of uit de niet-lestaken. Vervolgens kan de docent de 24 uren bij een andere taak voegen.
Voorbeeld
Een docent wil het aantal lessen verminderen en trekt 24 uur uit de lessentaak inclusief de opslagfactor voor- en nawerk. Op de school wordt een opslagfactor van 0,5 gehanteerd. Dat betekent dat de docent 16 klokuren les kan verminderen; dus bij lessen van 50 minuten 19 lessen minder op jaarbasis. De 24 uur die dit oplevert kan de docent extra besteden aan voor- en nawerk (opslagfactor verhogen).
De docent heeft ook de mogelijkheid de klokuren te verzilveren. In de tekst staan de precieze bedragen, het gaat om bedragen tussen de 600 en 800 euro afhankelijk van de salarisschaal.
Er is afgesproken om in het voorjaar van 2010 een onafhankelijk landelijk onderzoek te doen naar de wensen die leven bij docenten ten aanzien van het taakbeleid en de werkdrukvermindering. Het resultaat van dit onderzoek is bindend voor de cao-partijen voor de volgende cao.
Startende docenten krijgen in het eerste jaar van de reguliere aanstelling een reductie van 20% van de lessentaak. Deze tijd kunnen ze gebruiken voor begeleiding en voorbereiding van het werk.
Scholing en professionalisering
Iedere werknemer krijgt een trekkingsrecht op scholing van 500 euro vanaf het schooljaar 2009. De werknemer kan dit budget naar eigen inzicht inzetten. Ook zullen de sociale partners een professioneel statuut ontwikkelen. Dit statuut moet leiden tot vergroting van de professionele ruimte van de docent en vormt het sluitstuk van de afspraken die gemaakt zijn met de minister in het convenant LeerKracht van Nederland.