Weinig overhead in onderwijs

Onderwijs, zorg en industrie zijn de sectoren met de minste overhead, concludeert Mark Huijben in zijn proefschrift ‘Overhead Gewaardeerd’. Bezuinigen in die sectoren is volgens hem dan ook ongunstig voor het primaire proces. Huijben stelt vast dat het overheadpercentage bij de ministeries het hoogst is van het totaal aantal arbeidsplaatsen gericht op sturing en ondersteuning van de eigen organisatie. Daarna volgen woningcorporaties en gemeenten.“Tussen de sectoren bestaan grote verschillen”, aldus Huijben, die eind in januari promoveerde aan de Rijksuniversiteit Groningen. “Zelfs bij organisaties in dezelfde sector kan de overhead een factor twee verschillen.” Dat is niet wenselijk, zegt Huijben, want uit zijn onderzoek blijkt ook dat een hogere overhead niet leidt tot een hogere productie. Vanuit de onderzoeksresultaten plaatst Huijben vraagtekens bij de aangekondigde bezuinigen in het onderwijs en de zorg. “Daar is het aandeel overhead – zoals ook uit eerdere onderzoeken blijkt, red. – al bijzonder laag. Onder fi nanciële druk is de hoeveelheid vet al enorm teruggedrongen. Dat betekent dat in die sectoren verdere ingrepen nadelige gevolgen zullen hebben voor het primair proces.” De bedrijfsvoering van veel publieke organisaties met een hoge overhead kan volgens Huijben echter worden verbeterd door deze functies beter en centraler in te richten. “Waar overhead verspreid zit over de organisatie, is het heel moeilijk te achterhalen wie waar mee bezig is. Een organisatie met vrijwel alle overheadfuncties/ stafafdelingen geconcentreerd in één centraal kantoor, maakt deze overhead goed zichtbaar, wat tegendruk creëert en de overhead laag houdt.”Huijben onderzocht sinds 2001 de overhead bij ruim 1.300 organisaties in 27 verschillende sectoren. Daaronder vallen alle functies die gericht zijn op de sturing en ondersteuning van de medewerkers op de werkvloer. Het gaat daarbij om directie en management, personeel en organisatie, automatisering en zaken als communicatie en juridische zaken.

Let op: Dit artikel is meer dan vijf jaar geleden gepubliceerd en bevat wellicht incorrecte, onvolledige of ongeldige informatie.