Het begint bijna te wennen dat scholen zich in allerlei bochten moeten wringen om de formatie rond te krijgen. Noodgrepen, zoals het voor de klas zetten van gepensioneerde leraren of het inhuren van – dure – onderwijskrachten via een extern bureau, komen steeds vaker voor. Een structurele oplossing is dit niet. “Het onderwijs moet fundamenteler nadenken over de toekomst.”
Het was de zomer van 2017. Joke Middelbeek, bestuurder van de Stichting Westelijke Tuinsteden (met zestien basisscholen in Amsterdam Nieuw-West) had net per school de formatie rond. “En opeens gingen er weer mensen weg en moesten de directeuren op zoek naar nieuwe leerkrachten. ‘Hier is iets bijzonders aan de hand’, schoot toen al door me heen.” Het lukte maar net om voldoende leerkrachten te vinden. De externe bureaus kwamen de scholen binnen om de gaten op te vullen met uitzendleerkrachten. ‘Goudzoekers’ noemt Middelbeek die bureaus. “Toen ontdekten we dat we aan het eind van boekjaar 2017 al 7,5 ton meer hadden uitgegeven aan personeelskosten. Aan die dure bureaus met hun fees. We schrokken enorm. We gaan failliet als dit zo doorgaat.”
Verbod
Een verbod op het inhuren van uitzendleerkrachten werd stichtingbreed afgekondigd. “Op een paar sbo-scholen na, waar het soms echt niet lukt om personeel te vinden”, zegt Middelbeek. En in december 2019 sloot Middelbeek één week alle scholen om met het personeel te overleggen over échte oplossingen in plaats van lapmiddelen. De ‘Week van de Onderwijskwaliteit’ noemde ze dat. Met als uitgangspunt: hoe houden we de onderwijskwaliteit hoog in tijden van crisis? In die week hebben bestuurders, schoolleiders en leerkrachten met elkaar gepraat, gebrainstormd, nagedacht over wat de bedoeling is van het onderwijs. Daar zijn verschillende denkrichtingen per school uit gekomen. ‘De tijd van één leerkracht voor de klas is bij een groot aantal scholen voorbij, er komt een veel actievere rol voor de omgeving van de scholen en er komt maatwerk in de onderwijsorganisatie’, zo luidden de uitkomsten na die week. En: ‘Alle scholen zien een belangrijke rol voor vakdocenten, onderwijsondersteuners en projectdocenten. Deze vullen de leerkracht aan die verantwoordelijk blijft voor de primaire taken: taal, rekenen, schrijven en wereldoriëntatie.’ Ook gaat de stichting leerpleinen actiever inzetten. Dat betekent dat onderwijsassistenten een aanvulling nodig hebben op hun opleiding, zodat ze zelfstandiger kunnen werken met kleine groepen.
Omslag
Volgens Middelbeek moet het onderwijs veel fundamenteler nadenken over de toekomst. “We moeten breder kijken naar oplossingen en minder bang zijn om te vernieuwen. Ik zeg wel tegen leerkrachten: ‘Hebben jullie een groepsplan echt nodig, moeten al die toetsen worden afgenomen? Durf te schrappen.’ Misschien is het wel zo dat als je minder toetst, er meer tijd is voor onderwijs en ontwikkeling. En dan moet je als bestuurder ook achter die leerkrachten gaan staan als ze hun onderwijs anders inrichten en er vragen komen van ouders, onderwijsinspectie of GMR. Als de leerkracht me kan uitleggen waarom dat nodig is, dan heb ik dat vertrouwen en geef ik rugdekking.” Hoogleraar onderwijssociologie Marc Vermeulen (TIAS/Tilburg University) is ook kritisch op het ‘ouderwetse’, arbeidsintensieve karakter van het onderwijs. ”We laten leerlingen zoveel toetsen maken, terwijl de onderwijskundige waarde daarvan niet zo heel groot is. Het levert ook veel nakijkwerk op. Moeten we daaraan willen vasthouden? Een klassikale uitleg kost ook veel tijd. Een deel van de kinderen zit uit het raam te staren, een deel is al verder en luistert ook niet. We hadden al een tijd geleden een omslag moeten maken. De voorspelling van het lerarentekort horen we al minstens tien jaar en toch is er niet op geanticipeerd door politiek en door scholen. Dat vind ik teleurstellend.”
Technologie
De hoogleraar onderwijssociologie ondersteunt het pleidooi van Middelbeek om structureler na te denken over de toekomst. “Moeten we wel een model willen hebben waarbij je voorschrijft dat basisschoolleerlingen minimaal 7.500 lesuren in acht schooljaren krijgen? Het onderwijs moet anders worden ingericht en zou meer voorop moeten lopen met het gebruik van technologie. Andere publieke sectoren als de zorg en de politie maken al veel meer gebruik van robots, de bagage bij Schiphol is volledig geautomatiseerd, er zijn online spreekuren in de zorg. Natuurlijk is en blijft onderwijs mensenwerk, maar de inzet van bijvoorbeeld onderwijsrobots is nu nog minimaal. Terwijl het ideaal is voor kinderen die in het autismespectrum zitten of moeilijk meekomen. Zo’n robot legt eindeloos op dezelfde manier iets uit. Twintig tot 25 procent van de onderwijshandelingen kun je ondervangen met techniek. Met minder mensen dezelfde onderwijskwaliteit leveren, dat is wat het toekomstperspectief zou moeten zijn.” Middelbeek: “Inderdaad, wetenschap en techniek bieden veel mogelijkheden om het onderwijs te verrijken. We zouden er meer voor open moeten staan en educatief vernieuwend bezig durven zijn. Zo hebben wij na de Week van de Onderwijskwaliteit als uitgangspunt genomen dat je leren en ontwikkelen als één geheel moet zien. We zijn nu met blokken bezig waar welzijns- en culturele organisaties in de buurt een rol in spelen, zoals dans of techniek. Dat kan ’s ochtends en dan ’s middags weer les in rekenen en taal.”
Noodgrepen
Vermeulen heeft begrip voor schoolleiders die leraren via externe bureaus inhuren. “Voor de korte termijn is het roeien met de riemen die je hebt.”
Sommige scholen kiezen ervoor om gepensioneerde leerkrachten voor de klas te zetten. Vermeulen: “Dat spreekt me wel meer aan dan docenten inhuren via uitzendbureaus. Scholen moeten hier geen gewoonte van maken. Het zijn allemaal hulpmiddelen in een crisisachtige situatie.”
Middelbeek vindt dat je kritisch moet zijn op de kwaliteit als je gepensioneerde leerkrachten inzet. “Vraag aan ze: ‘Kun je het nog, wil je het nog?’ En vraag je af of ze nog open staan voor vernieuwing. Anders moet je het de kinderen niet aandoen.” Vermeulen: “Het is prima dat gepensioneerde leraren dit willen doen, maar het is niet de oplossing. Zet in op vernieuwing, anders voeren we over tien jaar weer dit gesprek.” Middelbeek doet een oproep aan de onderwijswereld: “Het onderwijs van nu werkt niet, we zitten vast in het industriële tijdperk en dat terwijl de kenniseconomie allang begonnen is. Laat de buitenwereld toe. Wees nieuwsgieriger. Wat kunnen anderen toevoegen aan leren en ontwikkelen? Het gaat niet altijd om bevoegdheid, bekwaamheid is ook van belang.”