”We hebben een sterk fundament nodig”

Er komt veel op het onderwijs af, zoals nieuwe maatschappelijke vraagstukken en mondige ouders. Het onderwijsbestel wordt steeds gevarieerder. Nederland is een van de innovatiefste onderwijslanden ter wereld. Ondanks positieve ontwikkelingen, is er ook ‘versnippering’ en zijn er haarscheuren. Inspecteur-generaal Monique Vogelzang kaart in haar speech op het congres ‘Staat van het Onderwijs’ diverse aspecten aan waar het Nederlandse onderwijs mee te maken heeft. “Er is weinig consensus over wat belangrijke ijkpunten zijn voor het onderwijs.”

Monique Vogelzang opent de Staat van het Onderwijs
Inspecteur-generaal Monique Vogelzang tijdens het congres 'Staat van het Onderwijs'

Zo’n 825 onderwijsprofessionals en andere belangstellenden bezochten het congres, dat ook via een livestream te volgen was.  Dagvoorzitter Ruben Maes kreeg de toehoorders in beweging door persoonlijk vragen te stellen aan het aanwezige publiek. “Wie is er getrouwd? Wie is er blijven zitten? Wie doet het werk dat hij altijd al wilde?” Door middel van ‘opstaan uit de stoel’ leerde het publiek elkaar kennen. Een tv-spotje uit Denemarken dat volgde, illustreerde dat het gaat om wat mensen gemeenschappelijk hebben, en niet om ‘hokjesdenken’. Inspecteur-generaal Monique Vogelzang haakte daarop in . “Het is gemakkelijk mensen in hokjes te plaatsen, maar we hebben meer gemeenschappelijk dan we denken. We hebben allemaal een drive hoe het onderwijs beter kan. Dat verbindt ons.” Er gaan veel dingen goed, meldt Vogelzang. Zoals de aansluiting op de onderwijsarbeidsmarkt, lage jeugdwerkloosheid en meer jongeren die diploma’s halen en kansen krijgen in het onderwijs. Toch zijn er nog haarscheuren, zoals  de toename van laaggeletterdheid, verschillen in prestaties en het leraren- en schoolleiderstekort.”Dat is een risico voor de onderwijskwaliteit.”

Onderwijsvernieuwingen
De Staat meldt dat er actief gewerkt wordt in de Nederlandse scholen aan nieuwe curricula. “Nederland is een van de innovatiefste onderwijslanden ter wereld”, spreekt Vogelzang uit.” Zij wijst op de hoeveelheid scholen met diverse concepten en profielen. Maar leidt al die vernieuwing tot beter onderwijs?” Veel resultaten van vernieuwingen zijn volgens Vogelzang onduidelijk. Dit zou komen doordat er te weinig geëvalueerd wordt en doelen niet goed vooraf worden vastgesteld. Zij wijst op het belang van ervaringen delen, zodat het wiel niet telkens opnieuw uitgevonden moet worden.
 
Gebrek aan consensus
Het onderwijs biedt een gevarieerd aanbod, maar leidt ook tot versnippering en ‘slecht zicht op het aanbod en wat het oplevert’, meldt Vogelzang. Dit lijkt voort te komen uit een gebrek aan consensus over wat het onderwijs nu echt moet bieden.

Vogelzang pleit in haar toespraak ervoor om ijkpunten vast te leggen. “Kinderen mogen nooit laaggeletterd van school, laten we referenties voor taal en rekenen goed vastleggen, deel resultaten en bewezen aanpakken en ontdek de talenten van elk kind, ongeacht zijn of haar afkomst. Laten we met elkaar het onderwijs verstevigen. We hebben een sterk fundament nodig.”

Na haar speech stelt Maes op het podium vragen aan onderwijsministers Slob en Van Engelshoven. “Het wordt professionals niet makkelijk gemaakt”, aldus Slob. “Laten we niet alleen over problemen praten, maar ook feestjes vieren. Laten we duidelijke doelen stellen, focus houden en evalueren. Help elkaar, doe het samen. Ik heb er alle vertrouwen in dat we daar stappen in gaan zetten.” Van Engelshoven: “Leren van elkaar en ervaringen delen is ontzettend belangrijk.”

Vervolgens wordt de Staat van het Onderwijs aan beide ministers overhandigd.

Onderwijsministers Slob en Van Engelshoven in gesprek met dagvoorzitter Ruben Maes tijdens presentatie van De Staat van het Onderwijs.
Onderwijsministers Slob en Van Engelshoven in gesprek met dagvoorzitter Ruben Maes tijdens presentatie van De Staat van het Onderwijs.

Links