Het thema buitenschoolse opvang heeft de afgelopen maanden veel teweeg gebracht. De media berichten er regelmatig over en veel direct en indirect betrokkenen hebben er een mening over. Natuurlijk houdt het ook bijna alle schoolleiders po – en daarmee de AVS als hun belangenvereniging – bezig. Op basis van de resultaten van het scholenpanelonderzoek dat de AVS onder haar leden hield, reageert AVS directeur Michiel Wigman inhoudelijk op de recente ontwikkelingen.Van het totaal aantal kinderen in het primair onderwijs is 14 procent van de 1,5 miljoen (2007) op zoek naar een plaats in de voor- of naschoolse opvang. Hiervan zijn er 20.000 die op korte termijn op een wachtlijst staan. Dat is slechts 1.3 procent van het totaal. Als we ook in ogenschouw nemen dat door de enorme inspanningen van scholen en kinderopvang nog dit schooljaar 35.000 extra plaatsen beschikbaar komen, hebben we het dan niet over een korte termijn probleem waarvoor de oplossing nabij is? Natuurlijk zal de vraag verder stijgen, maar ook de inspanning van scholen en kinderopvang neemt toe. Wachtlijsten zullen er (deels) altijd zijn, dat is normaal in een markt van vraag en aanbod.KansBijna 70 procent van de scholen vindt dat de beweging die het afgelopen jaar in gang is gezet rondom de kinderopvang de samenwerking met andere partijen (kinderopvang en gemeenten) heeft geïntensiveerd. Het is opvallend dat – gezien de valse start van de discussie bij de indiening van de motie Van Aartsen/Bos en de aanvankelijke scepsis bij de scholen – nu slechts 12 procent die beweging als een bedreiging ziet en 46 procent als een echte kans. De scholen formuleren een aantal knelpunten die niet verrassend zijn, gezien de (veel te) korte voorbereidings- en invoeringstijd. Ruimtegebrek, te weinig tijd en gebrekkige medewerking van gemeenten worden het meest genoemd. Dit ‘politiek vluggertje’ kan natuurlijk niet anders dan deze gevolgen hebben. Veel scholen geven gelukkig aan dat ze ondanks deze start graag verder willen met de ontwikkeling van dagarrangementen, binnen de toekomstvisie van de school. Omdat de toekomstige maatschappelijke positie van de school hierbij een cruciaal discussiepunt is, is het goed te constateren dat ook scholen de discussie over kinderopvang in dat licht willen plaatsen.’Oplossingen’Het is dan ook een volstrekt onbegaanbaar pad om op basis van het (economische) korte termijn probleem van de wachtlijsten de suggestie van de Taskforce bso en de MO-groep (koepel kinderopvangorganisaties) te volgen, om landelijk de schooltijden aan te passen en alle kinderen in het primair onderwijs van 8.00 tot 14.00 uur naar school te laten gaan. De toegenomen vraag naar kinderopvang manifesteert zich met name bij kinderen van 4 en 5 jaar. Dergelijke schooltijden voor met name deze kinderen lijken ingegeven zonder enige aandacht voor pedagogische en vooral didactische afwegingen. Daarnaast is het voornaamste bezwaar tegen dit type oplossingen dat het wederom generieke maatregelen zijn, terwijl er situationeel in relatief weinig gevallen problemen zijn. De helft van de AVS leden is bereid schooltijden te fl exibiliseren in relatie tot het oplossen van problemen. Waarom niet oplossingen zoeken door maatwerk toe te staan? Als de schooltijden op lokaal niveau vrijer ingevuld kunnen worden, kunnen per situatie oplossingen ontstaan waarbij de belangen van alle betrokkenen meespelen. Neem de professionaliteit en het oplossend vermogen van de lokale betrokkenen serieus en probeer niet alles vanuit Den Haag dicht te regelen. Maak de regelgeving zo dat maatwerk ook mogelijk is. In het algemeen blijkt dat schoolleiders van goede wil zijn om ook op het gebied van kinderopvang hun rol te vervullen, en zijn ze bereid de schouders eronder te zetten. De randvoorwaarden ‘tijd’ en ‘geld’ moeten dan echter wel beter ingevuld worden om deze thematiek in de uitvoering niet te laten verworden tot opnieuw een ‘vluggertje’. Laat de politiek zich daarom niet alleen concentreren op de korte termijn effecten van beperkte wachtlijsten.Ouder als klantNatuurlijk nemen schoolleiders de wachtlijsten wel serieus. In die gevallen, waarbij niet aan de vraag van de ouders kan worden voldaan, zoeken ze alternatieven. Schoolleiders en schoolbesturen realiseren zich in toenemende mate dat ondernemerschap een van hun competenties is. Dat leidt ertoe dat de ouder als klant wordt gezien en behandeld.Een andere spanning zit ‘m in de verwachtingen van ouders over de manier van opvang ten opzichte van wat op deze korte termijn geboden wordt. Hoewel in 30 procent van de gevallen de opvang binnen de school is geregeld, zegt 21 procent van de schoolleiders dat ze op dit punt nog niet aan de wens van de ouders tegemoet kunnen komen. Gebrek aan de juiste huisvesting is het meest genoemde argument. Ook hier geldt weer dat meer tijd en juiste interactie tussen betrokkenen (gemeenten met name) dit probleem van het bijeen brengen van vraag en aanbod doet oplossen. Overigens stelt 58 procent van de schoolleiders aan vrijwel alle verwachtingen van de ouders te kunnen voldoen. De algehele conclusie van de AVS is dan ook dat er een formidabele start is gemaakt met een maatschappelijk probleem, dat ook het onderwijsveld graag wil oplossen. Maar dan wel meer integraal en niet geïsoleerd. Dit vergt vooral tijd. Laat het veld zich niet gek maken door de (politieke) waan van de dag en de overdreven focus op de wachtlijsten. Dit uiteraard ondanks het feit dat we ouders die te maken hebben met een wachtlijst bloedserieus nemen, en ons realiseren dat die niet geholpen zijn met macrogegevens.Meer informatieKijk voor de volledige resultaten van het AVS Scholenpanel over bso bij Scholenpanels. Zie ookOpvangvoor het eindrapport van de Taskforce bso (5 september) en de aanpak van het ministerie wat betreft de wachtlijsten bso. De Taskforce bso doet daarin de volgende aanbevelingen: 1. versterken rol gemeente 2. eenduidige rolverdeling en verantwoordelijkheid 3. wegnemen belemmeringen in Convenantafspraken 4. betere randvoorwaarden huurtermijnen bso-accommodaties 5. betere benutting onderbezetting bso op woensdag en vrijdag 6. wegnemen overige belemmerende wet- en regelgeving 7. inrichten kenniscentrum voor ondersteuning uitbreiding 8. inzet Waarborgfonds Kinderopvang en woningbouwcorporaties 9. aanpassen schooltijdenregeling voor sluitend dagarrangement. Het ministerie van OCW maakte hierop op Prinsjesdag bekend 29 miljoen uit te trekken voor uitbreiding van de bso-capaciteit via een kenniscentrum (5 miljoen), voor kennisuitwisseling en good practices, voor de onderbezetting op woensdag en vrijdag en voor de gemeenten (5 miljoen). Voor voldoende en gekwalifi ceerd personeel trekt OCW nog eens 10 miljoen extra uit, bovenop de eerdere impuls voor combinatiefuncties.

Let op: Dit artikel is meer dan vijf jaar geleden gepubliceerd en bevat wellicht incorrecte, onvolledige of ongeldige informatie.

Gerelateerd nieuws