Voorstellen van ontwikkelteams curriculum.nu afgerond

Laat voorstellen van de schoolleiders en leraren de basis vormen voor het herziene curriculum. Zorg voor voldoende tijd en middelen voor het onderwijsveld. En veranker Digitale geletterdheid en Burgerschap in het curriculum. Dit zijn de belangrijkste adviezen van de Coördinatiegroep van Curriculum.nu aan minister Slob van Onderwijs bij de overhandiging op 10 oktober van de voorstellen voor de basis van de herziening van de kerndoelen en eindtermen. Deze curriculumherziening moet ervoor zorgen dat de landelijk vastgelegde onderwijsdoelen leerlingen nog beter voorbereiden op hun toekomst.
 
presentatie bouwstenen curriculum.nu
Overhandiging bouwstenen Curriculum.nu aan minister Slob

De AVS, die samen met andere organisaties deel uitmaakt van de Coördinatiegroep, ziet veel kansen bij deze vernieuwing van het curriculum. AVS-voorzitter Petra van Haren: “Door de overladenheid terug te dringen en tot een kerncurriculum te komen dat 70 procent van de onderwijstijd beslaat, is er volop ruimte in de school om de professionele dialoog aan te gaan over de invulling van de 30 procent vrije ruimte. Het wordt een mooie uitdaging om ‘teacher in the lead’ te vertalen naar schoolniveau. Dit betekent ook dat er van schoolleiders veel gevraagd gaat worden om de professionele dialoog in de school op een goede manier te voeren. Het verder positioneren van leerkrachten om als professionals invulling te geven aan het curriculum en hun vak, krijgt hiermee een krachtige impuls.”
 
De aanleiding voor de curriculumherziening is een breed gevoelde noodzaak om het curriculum integraal en samenhangend te actualiseren. Het curriculum is dertien jaar oud en is op onderdelen wel vernieuwd, maar ad hoc en versnipperd, naar aanleiding van incidenten en van buiten- of bovenaf. Vanuit de politiek werd het belang aangegeven voor twee nieuwe leergebieden: Digitale geletterdheid en Burgerschap. Bij de huidige herziening zijn voor het eerst schoolleiders en leraren zelf aan zet.
 
Brede betrokkenheid
In de periode maart 2018 tot oktober 2019 hebben 125 leraren en 18 schoolleiders uit het primair onderwijs, speciaal onderwijs en alle sectoren in het voortgezet onderwijs in ontwikkelteams de benodigde kennis en vaardigheden vastgelegd voor negen leergebieden. In vijf consultatierondes hebben ze daarbij feedback opgehaald bij collega-leraren en –schoolleiders, wetenschappers, lerarenopleiders, vervolgonderwijs en vakverenigingen. Ook haalden zij feedback op bij leerlingen, ouders, maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven. Gemiddeld dachten per ronde zo’n 6000 mensen mee. Niet eerder was er zo’n brede betrokkenheid bij het ontwikkelen van de basis voor kerndoelen en eindtermen.
 
Keuzeruimte
De schoolleiders en leraren hebben duidelijke keuzes gemaakt in wat belangrijk is voor alle leerlingen, ze hebben dit zo uitgewerkt dat de overgang van basis- naar voortgezet onderwijs soepeler voor leerlingen verloopt en ze hebben verbindingen gelegd tussen vakken en leergebieden. De schoolleiders en leraren beschrijven alleen de kern, zodat lerarenteams meer eigen keuzes in de leerstof kunnen maken. De opbrengsten van de ontwikkelteams zijn geen concreet lesmateriaal voor in de klas, maar vormen de basis voor de herziening van de kerndoelen. “Door straks in de kerndoelen de kern bondig te beschrijven, ontstaat er keuzeruimte voor leraren. Deze keuzeruimte is van wezenlijk belang voor het eigenaarschap van leraren,” aldus Theo Douma, voorzitter van de Coördinatiegroep.
 
Investeren in tijd
Douma: “Om ervoor te zorgen dat deze curriculumherziening ook echt in de klas landt, is het van groot belang dat leraren en schoolleiders tijd en ruimte krijgen om hier vorm aan te geven. Ook moeten ze zich kunnen laten scholen als dat nodig is. Het onderwijs heeft momenteel te maken met complexe vraagstukken die grote impact hebben op de scholen. De werkdruk is hoog en het tekort aan leraren in het primair onderwijs en voor bepaalde vakken in het voortgezet onderwijs zijn een zorg.”
 
Onderwijsveld betrekken
Na politieke besluitvorming moet de focus liggen op een bredere informatievoorziening aan en betrokkenheid van scholen. De Coördinatiegroep vindt het essentieel dat het onderwijsveld actief betrokken blijft bij de herziening van het curriculum. Het moet immers in het onderwijsveld uitgevoerd worden. Leraren, schoolleiders en leerlingen hebben als geen ander een beeld van wat nodig is voor hun leerlingen. De Coördinatiegroep adviseert daarbij dat de bovenbouw volgens dezelfde werkwijze wordt uitgewerkt.

Kritiek
Er is ook kritiek. De plannen voor een nieuw curriculum voor basis- en voortgezet onderwijs zijn volgens vakverenigingen ‘veel te vaag’, ‘erg algemeen geformuleerd’ en ‘nog lang niet af’, schrijft de Volkskrant. Een punt dat onduidelijk blijft is bijvoorbeeld of de Holocaust en 9/11 wel of niet behandeld worden in de klas. Andere klachten gaan over het proces dat ‘heel ingewikkeld’ was, de tussenproducten die ‘niet van hoge kwaliteit’ waren en dat de gemiddelde leerkracht nauwelijks op de hoogte lijkt.
De Onderwijsraad noemde het project vorig jaar niet scherp en richtinggevend genoeg. Ook vindt de raad dat het curriculum doorlopend aangepast moet worden en niet eens in de zoveel jaar in één klap. Er zou daarom een permanente commissie moeten komen die problemen in het curriculum constateert en naar oplossingen zoekt – een advies dat de coördinatiegroep van Curriculum.nu overneemt.

Links

Downloads