Vertrouwen hét sleutelwoord op het 18de AVS-congres

jaarredetonduif2013.pngAls tegenhanger van toenemende controle en druk op taal- en rekenopbrengsten, wil de moderne onderwijsleidinggevende in vertrouwen werken, met het team en met de omgeving van de school. Zeker als het gaat om opvoeden, het thema van het AVS-congres 2013. Op 15 maart volgden bijna 1.000 schoolleiders sessies waarin zij werden geïnspireerd om – naast tal van andere onderwerpen – los te laten en minder vanuit ‘resultatitus’ te werken.

Traditiegetrouw opent AVS-voorzitter Ton Duif het congres met zijn jaarrede. De onderwerpen die hij aansnijdt vinden weerklank bij het aanwezige publiek. Hij legt uit dat het gestructureerde keurslijf van methodisch onderwijs niet meer past bij de huidige generatie kinderen en de wereld waarin zij opgroeien. Ook spreekt hij zijn zorg uit over de politieke roep om gestandaardiseerde testen en toetsen, wat op gespannen voet staat met het leerlinggebonden onderwijs, waar steeds meer behoefte aan is. Wanneer Duif citeert uit een recente AVS-enquête, die aangeeft dat 99 procent van de schoolleiders vindt dat men voor het vaststellen van de kwaliteit van een school naar het totale onderwijs over een langere periode moet kijken, en niet slechts naar scores op de Citovakken, applaudisseren de schoolleiders luid. “De resterende 1 procent hoop ik straks te spreken,” grapt Duif. Filosoof en hoogleraar Managementwetenschappen René ten Bos, die het podium van Duif overneemt, haakt aan bij wat hij zelf ‘resultatitus’ noemt. Volgens Ten Bos is de manager de waarde van ‘de geste’ uit het oog verloren. Uit angst voor tegenvallende resultaten laten directeuren hun medewerkers rapporten en verslagen schrijven en wordt van alles uitgebreid gecheckt. “Als iets niet in een spreadsheet staat, dan bestaat het niet. Terwijl de term managen van het Franse la gestion komt. Het gaat om vertrouwen geven en vervolgens meerdere – niet alle – uitkomsten van een proces accepteren.” De Nijmeegse hoogleraar vertelt over zijn zoon die voor het eerst alleen naar het centrum van de stad wil fietsen. “Een tochtje van een tien minuten om een of andere bloederige game te kopen waar je als ouders sowieso vraagtekens bij kunt zetten. De afweging kwam neer op: vertrouwen mijn vrouw en ik hem voldoende? Is hij opgewassen tegen deze zelfstandige tocht?” Hem dit laten doen verandert zijn wereld, legt Ten Bos uit, en brengt ouders in een volgende fase van het opvoedings- en loslatingsproces. “In een geste zit altijd iets transformationeels. Je weet de uitkomst niet precies. Dit soort dilemma’s of paradoxen vragen dan ook om andere tools dan pure analyse.”

Wanneer Ten Bos aangeeft dat in dit voorbeeld de tool een fles wijn werd, moet de zaal lachen. Met de bodem in zicht besluit het stel dat ze “niet zo moeten zeuren, het komt vast wel goed”. Maar na fles nummer twee krabbelen ze weer terug. “Het lijkt ons plots heel verstandig om op dertig meter afstand met hem mee te fietsen naar de stad.” Wederom hilariteit onder het publiek, maar deze pareert Ten Bos effectief. “Ja, nu lachen jullie wel. Waarschijnlijk omdat het om een privé-situatie gaat. Maar de kans dat jullie dagelijks dertig meter achter jullie leerkrachten fietsen, of wellicht nog dichter er bovenop, is groot.”

Project X

De toon is gezet. Het pleidooi voor vertrouwen valt in goede aarde bij de congresbezoeker, die na de centrale inleiding een eigen route volgt langs intensieve workshops in kleine groepjes en plenaire sessies waar meer dan honderd schoolleiders tegelijk iemands visie aanhoren. Pedagoog Micha de Winter verzorgt zo’n sessie en ook daarin speelt vertrouwen een rol. In een overtuigend betoog legt hij uit dat het essentieel is om kinderen – basisschoolleerlingen – op te voeden richting democratische burgers. Hij ziet incidenten zoals Project X (“die jongeren zouden een zogenaamde morele vakantie hebben genomen”), het doodschoppen van de grensrechter in Almere, en heel recent nog de antisemitische uitspraken van jongeren in Arnhem, als gebrek aan burgerschapsvorming. De Winter: “Afgelopen decennia lijken we tevreden zijn geraakt wanneer een kind zich goed gedraagt. Kijk maar naar de populariteit van opvoedprogramma’s.” De Winter trekt vervolgens ‘oude meesters’ zoals Lea Dasberg en Martinus Langeveld uit de kast om aan te geven dat zijn vakgebied trends kent, maar dat het belangrijk is om pedagogische inzichten uit de 20e eeuw niet te vergeten. Omgaan met verschillen in de maatschappij, maar ook op school of in de buurt gaat veel breder dan gedrag, bepleit de pedagoog, en is bovendien noodzakelijk binnen een democratische rechtstaat die gebaseerd is op vertrouwen. De Winter: “Kinderen hebben geen democratie-gen, dat moeten wij ze bijbrengen. Ouders en school hebben daar samen een rol in.”

Aan de andere kant van congrescentrum NBC in Nieuwegein wordt in een kleinere setting gediscussieerd over ouderbetrokkenheid. AVSadviseurs Eelco Dam en Gerard van Uunen zetten betrokkenen van NOC/NSF, CPS en het Steunpunt Ouderbetrokkenheid van Cedin in om onder andere aan de hand van stellingen in debat te komen. Alleen al de definiëring blijkt lastig, want wat wordt precies bedoeld met betrokkenheid en participatie? Dat ouders helpen bij het organiseren van een sportdag, de meer praktische kant, of echt een partnerschap waarbij je samen voor de ontwikkeling van het kind gaat? Eén van de aanwezige schoolleiders: “De hand- en spandiensten zie ik als vrijwilligerswerk, met alle uitdagingen van dien. Participatie betekent dat je een gezamenlijke taak in de opvoeding hebt.” Een collega reageert: “De term interesseert me eigenlijk niet zo, als je maar samen met ouders in een constructieve houding komt.”

congres2.png

Flitsend
Om alle input een plekje te geven, tikt de congresganger zich een slag in de rondte op mobile devices. Een iPad geklemd onder de arm, is geen uitzondering meer. Schoolleider Johan van der Weerd uit Gelderland heeft met interesse de sessie van senior AVS-adviseur Jos Hagens over systeemleiderschap aangehoord. Tijdens zijn optreden toetst Van der Weerd geregeld een zin of term in de notitie-app van zijn tablet. “Die mail ik straks naar mezelf. Als ik later teamvergadering heb, kijk even terug of ik er nog iets inspirerends uit kan halen.” Ed Verhage uit Dordrecht bezoekt het AVS-congres nu al zo’n tien jaar. Het valt hem op dat de inhoud steeds flitsender wordt gebracht en dat het publiek verandert. “Ton Duif heeft het in zijn jaarrede over the digital generation, maar ook de schoolleider is in ontwikkeling. Een paar jaar geleden zag je nog veel grijze heren met een linnen tasje folders en gratis pennen inladen. Nu is het beeld meer divers: veel meer vrouwen en ondernemende types naar mijn idee.” Afnemende budgetten weerhouden de schoolleiders vooralsnog niet van een gang naar Nieuwegein. Nelly den Os uit Limburg: “Als je dat gaat doen, hadden we jaren geleden al wel met bijscholing kunnen stoppen. Professionalisering móet.”

Joop Kanen, vertrekkend directievoorzitter van verzekeraar Loyalis, sluit de dag af. “Als leidinggevende moet je er altijd voor zorgen dat je personeel, als je al van zo’n strikte scheiding kunt spreken tegenwoordig, een beetje van je houdt.” En ook om dat type relatie tot stand te brengen speelt vertrouwen een rol. Kanen: “Aan een authentieke leider zit niks plastics, die moet voorspelbaar zijn en consequent handelen naar zijn of haar visie.”

Foto’s: Will Geurds

Let op: Dit artikel is meer dan vijf jaar geleden gepubliceerd en bevat wellicht incorrecte, onvolledige of ongeldige informatie.