Vernieuwende aanpakken bètaonderwijs invloed op leerprestaties en interesse

Leerlingen die bètaonderwijs krijgen volgens een vernieuwende onderwijsaanpak zijn positiever over een bètastudie of –loopbaan. Ook de studieprestaties van bètaleerlingen verbeteren door de innovatieve onderwijsmethodes. Dit blijkt uit een grootschalige overzichtsstudie door de Universiteit Utrecht.

De onderwijsonderzoekers keken naar de effecten van vernieuwend onderwijs op de attitude en prestaties van leerlingen bij wiskunde en natuurwetenschappen (natuurkunde, biologie en scheikunde). Ze analyseerden de resultaten van 65 geselecteerde experimenten die in diverse landen in de periode 1989-2014 zijn uitgevoerd in het primair en voortgezet bètaonderwijs. In de onderzochte experimenten was er een controlegroep van leerlingen die regulier onderwijs volgden. Het onderzoek wijst uit dat vernieuwend onderwijs meer effect blijkt te hebben in het basisonderwijs dan in het voortgezet onderwijs. Vroeg beginnen, vergroot de kans op succes.

De vernieuwende onderwijsmethodes die de onderzoekers tegenkwamen, waren onder andere onderzoekend leren, contextrijk onderwijs, computerondersteunend onderwijs en samenwerkend leren. Welke innovatieve aanpak het beste werkt, is niet uit het onderzoek naar voren gekomen, omdat tussen de methodes geen verschillen zijn gevonden.

In Nederland neemt de vraag naar bètastudenten toe, terwijl de belangstelling onder jongeren voor bètavakken al jarenlang afneemt. Verschillende vernieuwende onderwijsaanpakken zijn reeds ingezet in het Nederlandse onderwijs om deze ontwikkeling tegen te gaan, waaronder de methodes die in de overzichtsstudie zijn onderzocht. Volgens de onderzoekers laten de resultaten van het onderzoek zien dat het de moeite waard is om in deze innovatieve methodes te blijven investeren.

Links

Let op: Dit artikel is meer dan vijf jaar geleden gepubliceerd en bevat wellicht incorrecte, onvolledige of ongeldige informatie.