Het eigen vermogen van alle onderwijsinstellingen is in 2007 met gemiddeld 5 procent gegroeid. Het eigen vermogen in het basisonderwijs steeg het hardst met 8 procent tot 2,6 miljard (2,4 in 2006). Dat blijkt uit cijfers van het ministerie van OCW, die de Algemene Onderwijsbond (AOb) onlangs publiceerde.In het basisonderwijs hielden scholen op de lopende begroting in 2007 het meeste geld over, namelijk 190 miljoen euro. De AOb wil duidelijke normen omtrent hoeveel eigen vermogen scholen moeten hebben om hun risico’s te dekken.Niet mogelijk“Dat het vermogen van basisscholen het afgelopen jaar gestegen is, is niet verwonderlijk. Bovendien zegt het niets over de kwaliteit van het financieel beleid van de scholen”, vindt Ton Duif, voorzitter van de AVS. “Natuurlijk moeten we ervoor zorgen dat het geld zoveel mogelijk ‘in de klas’ terecht komt. Maar dit betekent niet dat je scholen de vrijheid van ondernemen moet ontzeggen. Zo kan het noodzakelijk zijn een aantal jaren geld te reserveren, om vervolgens een dure aanschaf te kunnen doen.” Het is daarom, vindt de AVS, dus niet mogelijk op centraal niveau vast te stellen hoeveel geld een school wel of niet op de bank mag hebben staan. Dat neemt niet weg dat scholen moeten kunnen verantwoorden waarom er een bepaald bedrag niet is uitgegeven. “Openheid van zaken, transparantie, is erg belangrijk. Zeker waar het om belastinggeld gaat”, aldus Duif. “Maar”, zo vervolgt hij, “dat er op dit moment nog wat voorzichtigheid is met het uitgeven van het geld is helemaal niet vreemd, zo kort na de invoering van de lumpsumfinanciering”. Aanvankelijk was al het beschikbare geld geoormerkt, maar sinds de invoering van de lumpsumfinanciering hebben scholen veel meer vrijheid om het geld over de diverse posten te verdelen. Ze moeten er nu ook voor zorgen bij tegenslagen voldoende geld gereserveerd te hebben. De inschatting hoeveel je daarvoor nodig hebt, vraagt kennis, kunde en ervaring.Verplicht en noodzakelijkOok de PO-Raad vindt het niet gek dat het eigen vermogen van basisscholen is gestegen. De raad zegt in een persbericht hierover: “Aangezien het primair onderwijs pas sinds 2006 een eigen vermogen moet opbouwen is het logisch dat dit in 2007 is gestegen. Er is geen enkele reden om aan te nemen dat het geld dat de besturen ontvangen niet in het onderwijs worden gestoken. In de brief van staatssecretaris Dijksma zijn logische verklaringen opgenomen voor de toename van het eigen vermogen. Dat daarbij rekening wordt gehouden met toekomstige uitgaven getuigd juist van verantwoord bestuur.” In de loop van het voorjaar komt de Commissie Vermogensbeheer Onderwijsinstellingen (commissie Don), ingesteld door de ministeries van Onderwijs én Financiën, met een adviesrapport over de optimale vermogenspositie in het onderwijs. Op basis van de bevindingen van deze commissie kan de overheid nadere eisen stellen aan de reserveringen. De besturen kunnen daarna mogelijk andere keuzes maken.
De brieven van OCW aan de Tweede Kamer over de vermogens vindt u via www.minocw.nl/actueel/kamerstukken/index.html.
Zie ook www.hoerijkismijnschoolbestuur.nl (AOb)