Vermogen geen maatstaf voor kwaliteit financieel beheer

“Dat het vermogen van basisscholen het afgelopen jaar gestegen is, is niet verwonderlijk. Bovendien zegt het niets over de kwaliteit van het financieel beleid van de scholen.” Aldus Ton Duif, voorzitter van de Algemene Vereniging Schoolleiders (AVS) in een eerste reactie op berichten van de Algemene Onderwijsbond (AOb).

De AOb kwam donderdag 5 februari met het bericht dat de vermogens van basisscholen hoog zijn en bovendien sneller stijgen dan van andere schoolsoorten. In hun persbericht schrijft de vakbond dat er normen moeten komen hoeveel eigen vermogen scholen moeten hebben om hun risico´s te dekken. De Algemene Vereniging Schoolleiders (AVS) is het hier niet mee eens. Ton Duif, voorzitter van de AVS: “Natuurlijk moeten we er voor zorgen dat het geld zoveel mogelijk `in de klas´ terecht komt. Het gaat tenslotte om de kwaliteit van het onderwijs aan onze kinderen. Maar dit betekent niet dat je scholen de vrijheid van ondernemen moet ontzeggen. Zo kan het noodzakelijk zijn een aantal jaren geld te reserveren, om vervolgens een dure aanschaf te kunnen doen. Bij een groter vermogen hoort natuurlijk een verhaal. Het gaat dan dus niet om `sparen om te sparen´, maar om op een later tijdstip, als er genoeg is, in te kunnen zetten ten behoeve van de kinderen.”

Het is daarom, vindt de AVS, dus niet mogelijk op centraal niveau vast te stellen hoeveel geld een school wel of niet op de bank mag hebben staan. Dat neemt niet weg dat scholen moeten kunnen verantwoorden waarom er een bepaald bedrag niet is uitgegeven. “Openheid van zaken, transparantie, is erg belangrijk. Zeker waar het om belastinggeld gaat.” Aldus Ton Duif. “Maar”, zo vervolgt Duif, “dat er op dit moment nog wat voorzichtigheid is met het uitgeven van het geld is helemaal niet vreemd, zo kort nog na de invoering van de lumpsumfinanciering”. Tot voor kort was al het beschikbare geld geoormerkt. Een vaststaand bedrag ging naar leermiddelen, een ander vastgesteld bedrag naar salarissen, et cetera. Sinds de invoering van de lumpsumfinanciering hebben scholen veel meer vrijheid om het geld over de diverse posten te verdelen. Maar ze moeten er nu ook voor zorgen bij tegenslagen voldoende geld gereserveerd te hebben. De inschatting hoeveel je daarvoor nodig hebt, vraagt kennis, kunde en ervaring. En die zijn we met z´n allen in een rap tempo aan het opdoen.

Download
 Jaarverslagen in het Primair Onderwijs
Eigen vermogen verplicht en noodzakelijk (PO-Raad)


 

Let op: Dit artikel is meer dan vijf jaar geleden gepubliceerd en bevat wellicht incorrecte, onvolledige of ongeldige informatie.