In een kwart van de bedrijven en instellingen zijn de problemen van de vergrijzing nu al concreet zichtbaar, organisaties lijken zich te laten overvallen en driekwart is niet actief met het onderwerp bezig. Dat blijkt uit de Vergrijzingsmonitor 2010. In het onderwijs is de situatie nijpend: 40 procent ervaart al problemen als gevolg van vergrijzing en 72 procent verwacht er in de komende jaren (nog meer) mee van doen te krijgen. Het gebrek aan beleid, prioriteit en actie zorgt onder andere voor een scheve personeelsopbouw, verstarring van de organisatie en een gebrek aan doorstroom. In het sommige sectoren vormt daarnaast de stijging van de loonkosten een groot probleem. De Vergrijzingsmonitor is een onderzoek dat sinds 2007 jaarlijks uitgevoerd wordt in opdracht van Kluwer, KPMG en Randstad. Het onderzoek is uitgevoerd onder 1.966 mensen, overwegend in middenen hoger management. Meer informatie: http://www.organisatieenvergrijzing.nl/
In slechts de helft van de organisaties heeft het onderwerp in het afgelopen halfjaar bij het managementteam op de agenda gestaan. Ook houden nog veel organisaties (zo´n 40 procent) bij de opbouw van het personeelsbestaand helemaal geen rekening met de vergrijzing. Meerjaren personeelsplannen zijn vooral in de publieke sector schaars. Slechts een kwart van de organisaties voert een proactief beleid om problemen als gevolg van de toekomstige uitstroom te voorkomen. Het grootste probleem van de vergrijzing is volgens 56 procent van de ondervraagden dat de balans in de organisatie wordt verstoord. Omdat medewerkers lang op dezelfde plek blijven zitten, wordt de organisatie star (zegt 52 procent) en te weinig flexibel om in te spelen op veranderende omstandigheden in de markt. Doordat medewerkers lang dezelfde positie behouden, komt ook de doorstroom en interne mobiliteit in gevaar, vindt nog eens 49 procent: de organisatie groeit scheef en wordt stroperig. Daarnaast wordt de beperkte bereidheid tot veranderen (48 procent) en een tekortschietende motivatie bij ouderen (45 procent) steeds meer als een probleem gezien.
Alleen managers in de (kennisintensieve) publieke sector zien kennisverlies anno 2010 nog als de grote bedreiging. Tweederde van de ondervraagden in deze sector verwacht problemen: door het massale vertrek van ouderen dreigt een gat in het `geheugen´ van de sector te ontstaan.
Organisaties moeten meer doen om de inzetbaarheid van (oudere) medewerkers te vergroten, vindt een groeiend aantal managers in de publieke sector (44 procent). Bijvoorbeeld door het houden van periodieke loopbaangesprekken met (oudere) werknemers. Af en toe een goed gesprek houden over wensen en doelstellingen van medewerker en organisatie kan positief werken, net als het tijdig zoeken naar alternatieven (binnen en buiten de organisatie) voor medewerkers in een zware of belastende functies.
Ook denken veel managers – zo blijkt uit het onderzoek – dat een actiever gezondheidsbeleid de inzetbaarheid van oudere medewerkers kan verbeteren. Opvallend is dat bijna een kwart van de organisaties die aangeeft dat ze meer moeten doen om de inzetbaarheid van ouderen te vergroten, niet weet hoe ze dit aan moeten pakken.