Volgens de Inspectie schiet de kwaliteit van het speciaal onderwijs tekort. Dit vergt een krachtdadige aanpak van schoolontwikkeling en een extra impuls voor kwaliteitsverbetering. De onderwijsorganisaties en de WEC-Raad namen daarom in 2004 het voortouw voor het project Kwaliteit Speciaal.

Kwaliteitsimpuls speciaal onderwijs
Kwaliteit Speciaal wordt gedragen door enerzijds de onderwijsorganisaties bestuur en management plus vakorganisaties en anderzijds de WEC-Raad. Met een Begeleidingscommissie onder leiding van een onafhankelijk voorzitter geeft het project uitdrukking aan de wens van het onderwijsveld om kwaliteitsontwikkeling te laten plaatsvinden vanuit de scholen en RECs en onder verantwoordelijkheid van het onderwijsveld zélf. Voor de daadwerkelijke uitvoering van het plan van aanpak wordt vanwege de bescheiden omvang en budgettaire middelen van het project gewerkt met een kleine projectgroep van een aantal vertegenwoordigers uit de onderwijsorganisaties, waaronder de AVS, en de WEC-Raad.

Kwaliteit in kaart brengen
Belangrijk doel van het project is de kwaliteit van het speciaal onderwijs beter in kaart te brengen en waar nodig verder te ontwikkelen en verbeteren. Dit vergt onder meer een verdere professionalisering van het management in het speciaal onderwijs en het vergroten van het beleidsvoerend vermogen. Om dit te bereiken zijn in het najaar van 2004 de wensen, behoeften, ambities, knelpunten en bestaande good practices van de vso-scholen en RECs geïnventariseerd. Via intensieve gesprekken met zon 300 managers van speciale scholen zijn de themas in beeld gekomen waar het project in investeert. Samengevat gaat het om de invoering van kwaliteitszorg, de verbetering van het aanbod, de spreiding van het voortgezet speciaal onderwijs en het implementeren van leerlijnen. Projectsecretaris Kuijs vertelt: “Tijdens de inventarisatieronde gaven veel directeuren aan vooral behoefte te hebben aan clusteroverstijgende regionale netwerken, waarin zij als managers met elkaar deze activiteiten kunnen oppakken. Volgens hen hangt de aanpak van de geïnventariseerde themas voor een groot deel af van de mate waarin speciale scholen en RECs met elkaar in de regio kunnen optrekken en van elkaar kunnen leren.”

Zelfevaluatiekader
Voor de invoering van kwaliteitszorg op speciale scholen en RECs is in samenwerking met mensen uit dit onderwijsveld een zelfevaluatiekader ontwikkeld. “De ontwikkelaars stemmen dit kader voortdurend af met de Onderwijsinspectie”, aldus Kuijs. De zogenoemde Zelfevaluatie Kwaliteitszorg bestaat uit een kader, een draaiboek en een groot aantal instrumenten waarmee scholen en RECs de stand van zaken met betrekking tot kwaliteitszorg in kaart kunnen brengen. Kuijs vervolgt: “Tijdens de ontwikkelfase in de eerste helft van 2005 zijn de flexibele aanpak en werkwijze en het materiaal door enkele tientallen speciale scholen en RECs gespreid over alle vier de clusters uitgeprobeerd. Op grond van de overwegend positieve ervaringen is in de zomerperiode het materiaal aangepast en webbased gemaakt. Binnenkort worden alle speciale scholen en RECs via een direct-mail en informatie op de website van de WEC-Raad op de hoogte gebracht over de manier waarop ook zij kunnen werken met de Zelfevaluatie Kwaliteitszorg en toegang kunnen krijgen tot het materiaal en de mogelijkheid van begeleiding.”

Halen en brengen
Via de clusteroverstijgende regionale managementnetwerken wordt het aanbod en de spreiding van het voortgezet speciaal onderwijs verbeterd. “Na de gespreksronde met de managers van scholen en RECs is het even stil geweest rond deze netwerken”, zegt Kuijs. “Intussen is wel gewerkt aan rekrutering en scholing van drie regioconsulenten die de netwerkvorming gaan stimuleren. Er is een regio-indeling gemaakt en een programma opgesteld. Deze maand zal de eerste ronde bijeenkomsten plaatsvinden.” De regionale netwerken hebben een halen-en-brengen- karakter en een zo flexibel mogelijke werkwijze. Naast vso aanbod en spreiding diploma- en certificaatgericht werken; praktijkonderwijs en samenwerking met ROC komen ook arbeidstoeleiding en ambulante begeleiding aan de orde. “Deelnemende managers hebben ook zelf een grote inbreng in het bepalen van de onderwerpen, de samenstelling van subnetwerken en het uitwisselen van goede praktijken”, aldus projectsecretaris Kuijs. Voor de implementatie van de leerlijnen wordt momenteel een plan van aanpak geschreven. “Uit de inventariserende gesprekken en het onderwijsverslag van de Inspectie blijkt onder leerkrachten in het speciaal onderwijs een grote behoefte bestaat aan leerlijnen”, legt Kuijs uit. “Leerlijnen kunnen de brug slaan tussen de inmiddels ook voor het speciaal onderwijs geformuleerde kerndoelen enerzijds, en de beschikbaarheid en de wijze van aanbieden van onderwijsmethoden en -materialen anderzijds. Ze geven de leerkrachten houvast, waardoor zij hun onderwijs kunnen verbeteren.” Het plan van aanpak sluit aan bij de reeds ontwikkelde leerlijnen, materialen en ervaringen die op een groot aantal speciale scholen al zijn opgedaan tijdens de implementatie. De bedoeling is in het laatste projectjaar 2006 flink te investeren in het breed realiseren van de leerlijnen.

 

 

Let op: Dit artikel is meer dan vijf jaar geleden gepubliceerd en bevat wellicht incorrecte, onvolledige of ongeldige informatie.

Gerelateerd nieuws