Bij ten minste 27,9 procent van de schoolgebouwen voor primair onderwijs en 26,4 procent van de gebouwen voor voortgezet onderwijs is de ventilatie niet op orde. Dit blijkt uit het verdiepend onderzoek dat Ruimte OK in opdracht van het ministerie uitvoerde. Vooral bij oudere gebouwen (tot 1992) is de uitdaging groot. Dat is ongeveer drie kwart van de totale gebouwenvoorraad.
In het rapport ‘Verdiepend onderzoek gebouwtypen en ventilatiesystemen’ worden de verschillende bouwtypen en ventilatietechnieken in kaart gebracht. In 34 procent van de basisscholen en 25 procent van de middelbare scholen wordt ‘natuurlijk’ geventileerd, dus via (gevel)roosters, ramen en deuren, in 38 procent van de onderzochte schoolgebouwen wordt er mechanisch geventileerd. Een combinatie van die twee troffen de onderzoekers in 16 procent van de gebouwen aan. Vooral het natuurlijk ventileren leidt tot onvoldoende frisse lucht.
Het verdiepend onderzoek heeft Ruimte OK gebruikgemaakt van de LCVS-data die door het Ministerie van OCW ter beschikking zijn gesteld, dat zijn gegevens van 4.142 schoolgebouwen. Ook is gebruikgemaakt van de SUVIS-data, de gegevens van scholen die gebruik hebben gemaakt van de subsidieregeling ‘Specifieke uitkering ventilatie in scholen’ (SUVIS).
De conclusie van Ruimte OK luidt dat landelijk in ten minste 27,6 procent van de schoolgebouwen de ventilatievoorziening onvoldoende presteert. Daarnaast constateren de onderzoekers dat elk gebouw zijn eigen (ventilatie)opgave, projectomvang en voorgestelde aanpak kent, en dat de interventies vaak meer behelzen dan alleen de aanpak van de ventilatie. Een programmatische en integrale aanpak van de verouderde voorraad waarbij ventilatie een onderdeel is, is de meest effectieve aanpak om deze gebouwen op het gewenste niveau te krijgen, vinden de onderzoekers.
Minister Slob stuurde het verdiepend onderzoek 2 november naar de Tweede Kamer. In de begeleidende brief stelt hij vast dat het percentage schoolgebouwen waar de ventilatie op orde is, zal stijgen omdat het kabinet eerder hiervoor 360 miljoen euro heeft uitgetrokken. Het nemen van maatregelen ten aanzien van het bredere huisvestingsvraagstuk is aan een nieuw kabinet.