Uw mening telt – Personeelsbeleid

De afgelopen weken heeft u via het AVS Scholenportaal kunnen reageren op onderstaande stelling. De resultaten staan erbij vermeld, evenals enkele reacties uit het veld.

De nieuwe cao biedt te weinig ruimte voor een eigen invulling van personeelsbeleid.

[29%] Ja, want er moet nog over allerlei zaken overleg worden gevoerd met de (G)MR.

[11%] Ja, want de Wet BIO is van grote invloed. Daardoor is heel veel professionalisering e.d. al bij wet geregeld.

[21%] Nee, want het is prettig dat een aantal zaken juist wel is vastgelegd. Dan hoef je niet overal overleg over te voeren.

[39%] Nee, want er zijn op belangrijke onderdelen kaderstellende afspraken gemaakt, die ruimte bieden voor maatwerk.

Bron
Kader Primair 8 – april 2007

Meer informatie
Ingrid Luntz-Slooten, directeur obs Beatrixschool in Haarlem

“Ik twijfel tussen antwoord drie en vier. Het is prettig dat een aantal zaken is vastgelegd. Tegelijkertijd is er ruimte om overleg te voeren over bijvoorbeeld het bekwaamheidsdossier. Daarvoor hebben we een projectgroep met leden van het team in het leven geroepen, die een raamwerk met een voorbeeld van het bekwaamheidsdossier en het POP hebben gemaakt. We gaan binnen de school werken met een maatje en we gaan twee bouwcoördinatoren trainen om de POP-gesprekken te voeren. Wat onderwijskrachten nog wel eens vergeten, is dat ze vrij veel tijd hebben voor professionalisering. Tien procent is ongeveer vier weken per jaar. Er zijn er een paar die dat makkelijk halen, maar er zijn er ook die meer in de benen kunnen komen. Met een bekwaamheidsdossier word je gedwongen daarmee meer gestructureerd aan de slag te gaan.”

Will van Voorst, interim-directeur op De Odaschool in Sint-Oedenrode

“De cao biedt voldoende speelruimte, iets meer zelfs dan de vorige denk ik. De verlofregeling is voor de goede verstaander duidelijker geworden. Je hebt de mogelijkheid een periodiek in te nemen. Al zitten er, waarschijnlijk omdat het voor het eerst mogelijk is, wel restricties aan. Dat alles geeft perspectief. Wel geeft de cao veel spelregels, het zou een grover raamwerk kunnen zijn. En er zou nog iets meer gespeeld mogen worden met de werktijdfactor. Over een aantal zaken moet je inderdaad overleggen met de MR. Dat overleg is niet zozeer het probleem, wel de positie van de MR. Deze is vaak het stiefkindje op een school; dat zal professioneler moeten. Al is met de WMS een inhaalslag gemaakt.”

Cor van Hout, staflid Personeelszaken bij de Stichting Primair Onderwijs Venray

“Antwoord drie, want het is prettig als een aantal zaken geregeld is. Het kan lastig zijn als je alles apart moet afspreken. Prettig is bijvoorbeeld dat in de cao procedures zijn vastgelegd met betrekking tot orde- en disciplinaire maatregelen. Zodat voor iedereen hetzelfde geldt en het voor iedereen duidelijk is. Ook verlofaangelegenheden zijn uitgesplitst. Het is niet handig als je daarover steeds afspraken moet maken, want daar zou je snel meningsverschillen over kunnen hebben. Er moet nog genoeg overleg gevoerd worden met de GMR. Over het functiebouwwerk en formatieaangelegenheden bijvoorbeeld. Dat is niet verkeerd. Dat zijn namelijk organisatiegebonden zaken en als je die centraal zou regelen, treed je in de beleidsvrijheid van scholen.”

Let op: Dit artikel is meer dan vijf jaar geleden gepubliceerd en bevat wellicht incorrecte, onvolledige of ongeldige informatie.