Minister Van der Hoeven heeft de Tweede Kamer geïnformeerd over de Vernieuwing van de zorgstructuren in het funderend onderwijs, ook wel aangeduid als Herijking Leerlingenzorg. Na een rondetafelgesprek met alle betrokken organisaties, geeft de Kamer in een algemeen overleg in de Vaste Kamercommissie OCW op 2 februari 2006 haar visie op dit voorgenomen beleid.

Door de gezamenlijke onderwijsorganisaties is een reactie verzonden aan de leden van de Kamercommissie. Er is brede consensus over de voorgestelde kanteling, maar de uitwerking ervan roept nog vragen op. Over alle onderdelen moet intensief en uitgebreid overlegd worden. Kernbegrippen daarbij zijn uitvoerbaarheid, betaalbaarheid en de kwaliteit van de speciale onderwijszorg, maar bovenal het creëren van draagvlak en betrokkenheid bij besturen, management, personeel en ouders.

De AVS heeft aanvullend op deze reactie nog enkele specifieke accenten onder de aandacht gebracht van de kamerleden. Besturen hebben volgens de AVS een maatschappelijke zorgplicht voor elkaar. De AVS vindt dat vanuit dat perspectief de voorgestane zorgplicht niet anders dan tot samenwerking kan leiden. Daarnaast vraagt de AVS ook aandacht voor de verantwoordelijkheden en extra werkdruk voor de schoolleiding. De zorgplicht voor schoolbesturen betekent immers in de meeste gevallen het mandateren van uitvoering en verantwoordelijkheid naar het schoolmanagement. Tot slot is de AVS van mening dat de zorgplicht in fundamentele zin gesteund moet worden door een wettelijk recht op onderwijszorg voor de leerling.

Zowel de gezamenlijke reactie van de onderwijsorganisaties als de aanvullende brief van de AVS zijn te vinden op de website van de AVS.

Let op: Dit artikel is meer dan vijf jaar geleden gepubliceerd en bevat wellicht incorrecte, onvolledige of ongeldige informatie.