De combinatie van betrokkenheid, verantwoordelijkheid en perfectionisme kan overbelasting in de hand werken. Twee schoolleiders vertellen openhartig over hun burn-out en hoe ze er weer uitgekrabbeld zijn. Ook aandacht voor het nieuwe AVS traject ‘Vitaal Leiden’.De lichten stonden al lang op roodVijf jaar geleden stond Jeroen Doorschot thuis in zijn badkamer en kon zich ineens niet meer bewegen. “Het standaardverhaal van een burn-out. Ik heb daar heel lang gestaan, totdat mijn vrouw kwam kijken. Ik kon letterlijk niets meer.” Hij ging naar zijn huisarts, die hem twee weken absolute rust voorschreef. Het begin van een traject dat veel langer duurde.“Achteraf gezien stonden de lichten al lang op rood”, vertelt hij. Doorschot is directeur van Openbare Basisschool De Meander in Nieuwegein. Hij bleef enkele maanden thuis. Daarna bouwde hij gedurende een jaar het aantal werkuren langzaam weer op. Toen hij weer een tijdje volledig aan het werk was, kreeg hij een tweede inzinking. “Ik heb meteen weer een paar maanden gas teruggenomen. Deze keer ontdekte ik eerder dat mijn lichaam signalen uitzond.”Terugkijkend kan Doorschot wel aangeven waarom hij een burn-out kreeg. ’s Ochtends stond hij voor de klas in groep 3 en ‘s middags hield hij zich bezig met zijn directeurstaken. Daarnaast volgde hij de opleiding tot schoolleider. “Ik dacht dat ik alles kon en vond het ook allemaal leuk om te doen. Het ging fout omdat ik mezelf overschatte en wegcijferde.” Omdat De Meander een tweehoofdige directie heeft, kon de andere directeur een groot deel van het werk opvangen. Zij bezocht hem elke week en praatte hem bij. “In het begin vond ik dat helemaal niet prettig, maar het is belangrijk dat iemand er voor zorgt dat het touwtje niet breekt en dat je contact met je werk houdt.”De verbijstering, angst, schaamte en eenzaamheid zijn Doorschot het meest bijgebleven. “Ik voelde me een looser.” Om te begrijpen wat er met hem aan de hand was, ging hij op zoek naar informatie. “Ik wilde leren van mijn burn-out en nam me voor er sterker uit te komen.” Hij zocht bovendien contact met een coach. “Ik had een aantal blinde vlekken. Samen met onder meer mijn coach ben ik daarnaar op zoek gegaan, zodat ik bepaalde dingen in mijn gedrag kon veranderen.” Doorschot overwoog te stoppen als schoolleider. “Tien jaar geleden ben ik in deze functie gerold. Toen ik een burn-out kreeg, heb ik overwogen om weer voor de klas te gaan staan, maar de lesmethodes zijn erg veranderd. Het zou veel tijd en energie kosten om het lesgeven weer op te pakken. Als directeur kun je bovendien invloed uitoefenen. Dat zou ik als leerkracht missen.” Hij bleef aan als schoolleider, maar besloot wel een aantal zaken op een andere manier aan te pakken. Zo werkt hij nu vier dagen per week. Ook dwingt hij zichzelf om twee keer in de week zijn werk goed te plannen en houdt hij een dagboek bij, waarmee hij terug kan kijken op wat hij heeft gedaan.Doorschot heeft nu een eigen kamer binnen de school, waar hij rustig kan werken zonder gestoord te worden, als hij daar behoefte aan heeft. Hij leerde om zaken los te laten. “Ik heb heel lang gedacht dat ik als directeur alle regelingen moest kennen en las alle informatie die binnenkwam. Nu scan ik het, en als ik iets nodig heb zoek ik het op.” Verder gaat hij kritischer om met zijn avonden en vergadert hij nog hooguit één keer per week ‘s avonds. “Vóór mijn burn-out hield ik me vooral bezig met school en met anderen. Maar je kunt pas goed zijn voor een ander als je goed voor jezelf zorgt. Dat is een open deur, maar het is wel waar.”‘Er is leven naast de school’Kees de Jong ging naar de huisarts, omdat hij last had van dove handen en voeten. De Jong: “In mijn familie komt suikerziekte voor en ik dacht dat ik dat ook had. Maar de huisarts zei dat het verstandig was als ik een tijdje thuis zou blijven. Ik had veel te hard gewerkt.”De Jong ging naar huis en belde het bestuur van zijn school om te melden dat hij een tijdje rust zou nemen. “Twee weken later, na de herfstvakantie, wilde ik weer terugkomen. Maar toen ik dat telefoontje had gepleegd, was het net alsof de wereld instortte.” Dit speelde in 2001. De Jong was directeur van een school met 350 leerlingen. Vóór die tijd was hij al tien jaar directeur geweest van een kleinere school. “Toen er een vacature voor schoolleider van die grotere school kwam, heb ik daarop gesolliciteerd. Ik had daar al driekwart jaar als invaller gewerkt, omdat de directeur overspannen was geraakt. Ik was begin vijftig en het was voor mij een kans om nog met een nieuwe baan te beginnen. Ik zag het als een uitdaging.” Op de school bleek echter een eilandjescultuur te heersen, de werksfeer was niet goed en het ziekteverzuim was hoog. Het bestuur van de school wilde geen lid worden van de vervangingspool, omdat dat te duur zou zijn. “Ik moest dus zelf een invalkracht regelen als er iemand ziek was. Als ik geen invaller kon krijgen, stond ik zelf voor de klas.” De Jong stond al twee dagen voor de klas en verving vaak zieke leerkrachten. “Er waren weken bij dat ik de hele week les gaf en dan was ik ook nog directeur. Ik zat ’s avonds op school te werken tot een uur of negen, half tien en ik was er ook in het weekend. Maar ik dacht dat ik het wel aankon. Dat was dus niet het geval.”Toen De Jong eenmaal thuis zat, kon hij niets meer. “Ik zat als een zombie op de bank.” Hij regelde zelf een psycholoog om over zijn burn-out te praten. “Het klikte met hem, maar de gesprekken waren ook confronterend, want ik moest gewoontes afl eren waarvan ik dacht dat ze echt bij mij hoorden. Ik ben erg perfectionistisch, maar ik heb geleerd om mijn grenzen aan te geven en af en toe ‘nee’ te zeggen. Daarnaast is delegeren belangrijk en luisteren naar je lijf. Als je lange tijd te hard werkt, krijg je op een gegeven moment onherroepelijk signalen.”Voor het team kwam de burn-out van De Jong als een donderslag bij heldere hemel. Hij bleef zo’n driekwart jaar thuis. “In die periode heb ik drie of vier collega’s gezien. Het bestuur kwam helemaal niet op bezoek. Dat zegt wel wat over de sfeer op school.” De Jong ging weer op therapeutische basis op twee kleine scholen aan de slag. Toen vervolgens de vraag kwam of hij weer terug wilde naar zijn oude school, gaf hij aan wel graag weer een directeursfunctie te willen, maar niet meer op dezelfde school. De Jong werd vervolgens directeur van een andere school van de stichting en deed dat vier jaar met veel plezier. De stichting was ondertussen lid geworden van de vervangingspool. Na nog vier jaar als directeur te hebben gewerkt, besloot hij het wat rustiger aan te gaan doen. “De reistijd naar deze school was vrij lang en ik liep tegen de zestig. In tien jaar tijd had ik nooit ADV opgenomen. Ik wilde gaan genieten van mijn vrije tijd.” Hij besloot om weer voor de klas te gaan staan en werkt nu drie dagen per week op een kleine dorpsschool. “Het werk vind ik heerlijk. Ik ben nu echt vrij, als ik vrij heb. Als directeur kon ik niet rustig thuis zitten als ik wist dat er nog een stapel werk lag. Nu heb ik weer een leven naast de school.”De naam Kees de Jong is gefingeerd.Traject Vitaal LeidenWekelijks melden zich vijf à zes mensen bij de AVS met stressklachten of een burn-out. AVS-adviseur Eelco Dam:“Schoolleiders geven aan dat ze zijn vastgelopen of hun baan als zwaar ervaren.” De AVS besloot voor deze groep het traject ‘Vitaal Leiden’ op te zetten. Doel is enerzijds schoolleiders te ondersteunen die onder stress gebukt gaan of burn-out zijn geraakt, en anderzijds te voorkomen dat mensen in zo’n situatie terecht komen. Dam: “We willen ook tools bieden aan schoolleiders die wel naar hun werk gaan, maar met moeite. De groep die denkt: ‘dit is niet meer het vak waarvoor ik heb gekozen’.” De AVS ontwikkelt op dit moment een aantal thema’s (modules) die in eerste instantie worden besproken met een pilotgroep. Na de eerste fase worden meerdere, regionale netwerkgroepen opgezet die per bijeenkomst met verschillende thema’s aan de slag gaan. Zo is er bijvoorbeeld een module opgenomen gericht op het schoolteam, dat zich immers moet zien te redden als een schoolleider tijdelijk uitvalt. De insteek van de bijeenkomsten is terugkeer in het onderwijs. Dam: “Bij stress of een burn-out kan een psycholoog helpen je weer goed in je vel te laten zitten, maar hij kan meestal niet helpen met de problemen en vragen die typisch zijn voor de onderwijssector. Daar willen we met dit traject iets aan doen.” De bijeenkomsten van Vitaal Leiden zullen bestaan uit uitwisseling van ervaringen van deelnemers, presentaties van specialisten zoals re-integratiedeskundigen en het bieden van begeleiding, waardoor mensen in de toekomst in staat zijn hun werk zodanig in te richten dat de kans op (hernieuwde) uitval afneemt.Meer weten?Het traject Vitaal Leiden gaat komend najaar van start. Het Vervangingsfonds/Participatiefonds bekostigt mede de opzet van het traject. Het projectmanagement ligt bij de AVS. Ook wordt gebruik gemaakt van de expertise van organisaties als de AOb en CNV Onderwijs. Wilt u meer informatie over Vitaal Leiden, neem dan contact op met AVS-adviseur Eelco Dam,e.dam@avs.nl , tel. 030-2361010.Tekst: Ans Aerts

Let op: Dit artikel is meer dan vijf jaar geleden gepubliceerd en bevat wellicht incorrecte, onvolledige of ongeldige informatie.

Gerelateerd nieuws