In het Kaderbesluit rechtspositie PO is bepaald dat een werknemer in twee verschillende functies kan worden benoemd. Dat kan in twee situaties:
1. een werknemer wordt benoemd in twee verschillende onderwijsondersteunende functies of in een onderwijsondersteunende en een onderwijsgevende functie. Het verschil tussen beide functies dient dan minimaal drie schalen te zijn. In de tabel aan het eind van dit bericht staat te lezen om welke combinatiemogelijkheden het gaat.
2. een werknemer wordt benoemd in twee onderwijsondersteunende functies of een onderwijsondersteunende en een onderwijsgevende functies, ongeacht de salarisschalen die bij deze functies horen. Dat kan alleen als de werknemer arbeidsongeschikt is, voor minder dan 35%.
Binnenkort wordt het kaderbesluit gewijzigd om, wat onder de werking van het `oude´ rechtspositiebesluit wel geregeld was, opnieuw mogelijk te maken, namelijk de benoeming in twee onderwijsgevende functies. Het gaat daarbij om de normfunctie leraar basisonderwijs (LA) en de normfunctie leraar speciaal basisonderwijs (LB). Dit is nu al, ook voor de wijziging van het Kaderbesluit officieel van kracht is, van toepassing. Deze afspraken zijn met OCW gemaakt op verzoek van de personeelsorganisaties en de besturenorganisaties.
Onderwijsgevende functie | Onderwijsondersteunende functie |
Maximum schaal die bij de functie hoort | Maximum schaal die bij de functie hoort |
LA | 1 tot en met 5, 13 of 14 |
LB | 1 tot en met 6 of 14 |
LC | 1 tot en met 7 |
LD | 1 tot en met 8 |
LE | 1 tot en met 9 |
De volgende combinaties bij één werkgever zijn niet toegestaan:
– directeur en leraar;
– leraar basisonderwijs en leraar speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs;
– leraarondersteuner en leraar basisonderwijs;
– niet-normfunctie LA en niet-normfunctie LB.
Let op: Dit artikel is meer dan vijf jaar geleden gepubliceerd en bevat wellicht incorrecte, onvolledige of ongeldige informatie.