Tijdens de ‘intelligente lockdown’ in het voorjaar waren er meer slachtoffers van kindermishandeling dan in een periode zonder lockdown. Dat blijkt uit onderzoek van de Universiteit Leiden. Er was sprake van een toename van emotionele verwaarlozing, waaronder verwaarlozing van het onderwijs en het getuige zijn van huiselijk geweld. Vooral gezinnen met kinderen over wie al zorgen bestonden, lijken kwetsbaar.
De onderzoekers schatten in dat bijna 40.000 kinderen, oftewel 14 per 1.000 kinderen (1,4 procent), mishandeling meegemaakt hebben tijdens deze lockdown (tussen 16 maart 2020 en 16 juni 2020) in Nederland. Dat is ruim 2,5 keer zo veel als zonder lockdown.
Factoren die meespelen bij het grotere risico op kindermishandeling zijn een laagopleidingsniveau van de ouders (10 keer zo groot risico), werkloze gezinnen (ruim 3 keer zo groot risico) of gezinnen met vier of meer kinderen (ruim 2 keer zo groot risico). Een migratieachtergrond, eenoudergezinnen en stiefgezinnen bleken tijdens de lockdown geen grotere risicofactor te zijn voor kindermishandeling.
De onderzoekers stellen dat de resultaten duidelijk maken dat de negatieve effecten van de sluiting van de scholen en kinderopvang op de (onveilige) thuissituaties van kinderen en gezinnen meegenomen moeten worden in beslissingen over beleidsvorming.