Tijdens drie verschillende workshops, onder meer tijdens het AVS-congres, ontmoetten de auteurs bijna vijftig bestuurders, directeuren of HRbeslissers uit het onderwijs. Ze gingen in gesprek met mensen uit zowel het primair onderwijs als middelbaar beroepsonderwijs over een en hetzelfde onderwerp: teams – zowel van leraren als van directeuren – en hoe haal je eruit wat erin zit?
De bijeenkomst met de mbobestuurders begon met een prikkelend inzicht. Een evaluatie van de MBO Raad heeft uitgewezen dat scholen die goed presteren, vaak scholen zijn waar teams goed functioneren. In deze scholen leiden beter functionerende teams uiteindelijk zelfs tot betere prestaties van leerlingen. In het mbo is daarom de keuze gemaakt teamontwikkeling tot integraal onderdeel van professionalisering te maken. Steeds meer scholen zien teams als basisorganisatorische eenheid. Ook de pomensen in de workshops herkenden de kracht van goed functionerende teams. En zij delen de behoefte om patronen in teams, die bepalend zijn voor het succes, te doorgronden en beïnvloeden. Hoe je dat doet, daarover leven nog vragen. Zoals: hoe creëer ik teambevlogenheid? Hoe zorg ik voor een gedeelde identiteit? Hoe maak ik een team lerend? Hoe profiteer ik van de verschillen in mijn team?
Eigen gedrag
Onderwijsmensen realiseren zich direct dat een teamleider, door zijn of haar eigen gedrag aan te passen, van invloed is op het presteren van het team dat hij of zij leidt. Het is niet het zoeken naar knoppen waaraan je moet draaien, zoals je elders nogal eens tegenkomt, maar het besef dat je zelf een van die knoppen bent en je dus op zoek moet naar het effect van je eigen gedrag. Onderwijsmensen voelen dat goed aan. Daarmee is een wereld gewonnen. Als directeur of teamleider is je beïnvloeding van het teampresteren altijd indirect. Jij presteert immers niet zelf – dat doet je team – en aan jou de uitdaging om de onderliggende broncode, de grammatica van je team, te doorgronden en hier bewust je beïnvloeding op te richten. Dat geldt in natuurlijk ook voor bestuurders bij de prestaties van hun team van directeuren. Wie dat doorheeft, is er misschien niet meteen, maar ontwikkelt wel in de goede richting. Voor professionals uit de wereld van managementadvies en training zijn de ontmoetingen met mensen uit het veld inspirerend. Zij hebben immers dezelfde vraag te stellen: hoe zijn wij effectief in de beïnvloeding van anderen? Ook zij willen graag resultaat van hun werk, beloond door dat ene wonderzinnetje uit een evaluatie: ‘Hier heb ik écht wat aan gehad’. Bij het coachen, trainen of adviseren van bestuurders en directeuren is samen werkend leren en lerend werken dus van belang. Dat kan door experimenteren in de praktijk en daarop reflecteren met elkaar vervlechten. Doen, leren en continue verbeteren gaan dan hand in hand. _