Te grote kwaliteitsverschillen tussen scholen

De inspectie constateert dat er te grote kwaliteitsverschillen tussen scholen zijn. Vergelijkbare leerlingen presteren op de ene basisschool maar liefst één of twee niveaus lager dan op een andere basisschool. En op de ene vo-school hebben ze 20 procent minder kans op een diploma dan op de andere vo-school. De schoolleider is een belangrijke schakel. “De rol en professionaliteit van schoolleiders is belangrijk en verdient een eigen agenda”, benadrukt  AVS-voorzitter Petra van Haren. 

Op scholen waar de leerlingen beter presteren zijn de lessen beter en zijn er meer goede leraren.  De teams zijn er hechter en die trekken op met een goede schoolleider en een goede bestuurder, vanuit een gedeelde visie en ambitie.  Ze meten om te leren verbeteren.  Dat constateert de inspectie in de Staat van het Onderwijs 2015/2016. Uit eerder onderzoek bleek dat de kwaliteit van de schoolleider bepalend is voor de kwaliteit van de lessen.

Er zijn enkele tientallen scholen waar zoveel problemen zijn dat ze overbelast raken. Het ziekteverzuim is hoger, het verloop onder leraren groter en er staan vaak meer onbevoegden voor de klas. Ouders kiezen minder voor zo’n school.  Om deze negatieve spiraal te doorbreken zijn een sterke schoolleider en een sterk bestuur nodig.

Het aantal leerlingen dat goed presteert is de afgelopen jaren flink teruggelopen, het sterkst zichtbaar bij rekenen. Het percentage leerlingen met hoge scores op rekenen, wiskunde en natuurwetenschappen daalt.  In het basisonderwijs daalde in 2016 ook het percentage leerlingen dat de referentieniveaus rekenen beheerst.  In het vo en vso zijn de prestaties bij de rekentoetsen in 2016 hoger.  Ook doen in het vso steeds meer leerlingen succesvol examen.

Ook op terrein van burgerschapsvaardigheden blijven de Nederlandse leerlingen achter.  Op de meeste scholen krijgen leerlingen burgerschapsonderwijs, maar dit is niet altijd even doelgericht en scholen hebben weinig inzicht in wat leerlingen er van leren. Recente internationale studies laten wederom zien dat Nederlandse leerlingen weinig gemotiveerd zijn om te leren.

Basisschooladviezen zijn twee keer zo vaak bijgesteld naar aanleiding van een hoger toetsresultaat en toch zijn de verschillen in advisering tussen leerlingen met laag- en hoopopgeleide ouders niet afgenomen maar zelfs licht gestegen. Wat betreft kansengelijkheid is er dus nog steeds een wereld te winnen. Bij stages en op de arbeidsmarkt worden de verschillen groter. Met name de etnische achtergrond van de studenten weegt hier steeds zwaarder.  Mbo- en hbo-gediplomeerden met een niet-westerse achtergrond zijn vaker werkloos dan andere jongeren met eenzelfde diploma. “Dit is heel zorgelijk”, zegt Van Haren. “Ieder kind moet zijn talenten kunnen ontplooien, heeft recht op goed onderwijs en een bij zijn niveau passende plek op de arbeidsmarkt. Afkomst mag daarbij geen rol spelen.”

Elk bestuur, elke school en elke regio zou nader kunnen analyseren waar kansen voor verbetering liggen, meent de inspectie. Het fundament is de combinatie van goede leraren, goede schoolleiders en goede bestuurders. Professionalisering kan daar nog verdere verbetering in brengen.

Leraren, scholen en besturen verschillen aanzienlijk van elkaar in tijd en aandacht voor professionalisering. Op sommige scholen lijkt het leraren  aan tijd te ontbreken om zich te professionaliseren, terwijl  op andere scholen leraren juist gerichte professionaliseringsactiviteiten ondernemen. Over het algemeen blijken vooral goede leraren zich te professionaliseren.

De inspectie constateert dat het meevalt met de invloed van Passend onderwijs. Het ging de laatste twee jaar om kleine verschuivingen, waardoor er nauwelijks leerlingen uit het speciaal onderwijs naar het regulier onderwijs komen.

Samenwerkingsverbanden die doorzettingsmacht hebben georganiseerd, lijken er beter in te slagen leerlingen niet langdurig thuis te laten zitten. De samenwerkingsverbanden hebben steeds vaker de randvoorwaarden gecreëerd om Passend onderwijs in de scholen te ondersteunen. Met name samenwerkingsverbanden die inzetten op samenwerking tussen scholen en gemeentelijk jeugdbeleid zijn succesvol.

Links

Let op: Dit artikel is meer dan vijf jaar geleden gepubliceerd en bevat wellicht incorrecte, onvolledige of ongeldige informatie.