In navolging van de regeling voor het voorgezet onderwijs heeft het ministerie van OCW 97,3 miljoen euro beschikbaar gesteld om de schoolgebouwen in het primair onderwijs aan te passen op het gebied van binnenmilieu en energiezuinigheid.
De subsidie is verdeeld over de gemeenten op basis van het aantal inwoners tussen de 0 en 20 jaar. Zo is het geld evenredig over het land verspreid. Het is de bedoeling dat de subsidie terecht komt bij de scholen waar die het meest nodig is.
In de regeling wordt een aantal specifieke oplossingen aangedragen, zoals het aanbrengen van isolatie, het vervangen van cv-ketels, luchtbehandeling en maatregelen op het gebied van zonwering en verlichting die in aanmerking komen voor financiering. Om in aanmerking te komen voor de regeling moet een aanvraag gedaan worden in samenwerking met de gemeente. De specifieke uitkering vanuit de subsidie bedraagt 60 procent van de voorgestelde projectkosten. De overige 40 procent dient door de gemeente verstrekt te worden (cofinanciering). Onderdeel van de aanvraag is ook een energie- en binnenmilieuadvies, die per gebouw moet worden gemaakt door een onafhankelijk extern adviseur.
De AVS adviseert scholen om zo snel mogelijk in overleg te treden met de gemeente om de aanvraag in te dienen. Daarbij moeten afspraken tussen schoolbestuur en gemeente worden gemaakt en vastgelegd. Om efficiënt te opereren kan er een verbinding worden gelegd tussen de regeling, de uitvoering van het buitenonderhoud door de gemeente en het binnenonderhoud door de school (op basis van een meerjarenonderhoudsplan, MOP). De AVS kan ondersteuning bieden met betrekking tot de subsidieaanvraag en het maken van afspraken met de gemeente, om tot een voor alle partijen efficiënt gebouwbeheer te komen.