Steeds meer kinderen krijgen peuteronderwijs

Bijna 80 procent van de kinderen met een risico op een achterstand krijgt peuteronderwijs. Ook peuters zonder achterstand gaan steeds vaker naar de voorschool. De voorschoolse educatie, bedoeld voor kinderen tussen 2,5 en 4 jaar, is flink gegroeid. Dit meldt de Volkskrant naar aanleiding van een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs onder de grootste 37 gemeenten dat op 21 februari naar de Tweede Kamer is gestuurd. Het is voor het eerst dat de inspectie met cijfers over het peuteronderwijs in de grote steden komt.

De kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (vve) in de 37 grootste steden van Nederland is de afgelopen vijf jaar sterk gestegen, meldt de Inspectie in de eindrapportage van de kwaliteitsmonitor 2015/2016 ‘Investeren loont!’. De verbeteringen zijn zowel te zien in het gemeentelijk beleid, als bij de educatie op de voor- en vroegscholen. Steeds meer locaties betrekken bijvoorbeeld de ouders bij het stimuleren van het kind en de toegankelijkheid is vergroot. Verder is er veel vooruitgang te zien in het pedagogisch klimaat.

Uit het rapport blijkt verder dat in de grote steden inmiddels meer plekken in het peuteronderwijs zijn dan voor doelgroepkinderen. Niet alle kinderen met een risico op achterstand gaan naar de voorschool, omdat niet alle ouders worden bereikt. Bovendien is het peuteronderwijs vrijwillig. In steeds meer gemeenten zijn ook kinderen zonder risico op achterstand welkom op de voorschool.

De afgelopen vijf jaar kregen de grootste 37 gemeenten elk jaar 95 miljoen euro extra om het peuteronderwijs te verbeteren. Hierdoor is het aantal voorscholen gegroeid. In totaal gaat het om 40 duizend plaatsen voor 31 duizend doelgroepkinderen (ter vergelijking: heel Nederland telt 250 duizend kinderen tussen de 2,5 en 4 jaar). Dit jaar trekt de overheid ruim 366 miljoen euro voor achterstandsbeleid uit.

Meningen verdeeld
Hoewel de populariteit van voorschoolse educatie groeit, zijn de meningen (onder wetenschappers) verdeeld over wat het oplevert. Bijzonder hoogleraar kinderopvang Ruben Fukkink concludeerde in 2015 na een groot onderzoek dat jonge kinderen hun achterstand met de educatieve programma’s niet inhalen. Onderzoekers van de Universiteit Utrecht en het Kohnstamm Instituut toonden deze zomer in een groot onderzoek aan dat peuteronderwijs wel zin heeft.
 

Links

Let op: Dit artikel is meer dan vijf jaar geleden gepubliceerd en bevat wellicht incorrecte, onvolledige of ongeldige informatie.