Driekwart is vóór kleinere klassen Ruim 3.300 leerkrachten in basis- en voortgezet onderwijs hebben dit voorjaar een uitgebreide vragenlijst van de SP ingevuld. Opvallend is dat 60 procent van de leerkrachten vindt dat er onvoldoende mogelijkheden zijn om leerlingen goed onderwijs te geven. Meer dan de helft is voorstander van een maximale schoolgrootte. In het vo is dit zelfs bijna 70 procent. Ruim driekwart wil kleinere klassen. Daarnaast hebben veel leerkrachten last van een hoge werkdruk en veel bureaucratie. Ook de toename van het aantal zorgleerlingen op reguliere scholen leidt tot veel onrust. En 24 procent twijfelt of hij of zij wel in het onderwijs wil blijven werken. Kant: “Het valt op dat leerkrachten positief zijn over hun vak (70 procent), maar de hoge werkdruk, de bureaucratie en de schaalgrootte leiden tot veel ergernis. De regering moet veel meer werk maken van kleinschalig onderwijs waarin de leerkracht centraal staat.” In het SP-onderzoek staan 13 aanbevelingen om genoemde problemen te verhelpen. Een greep daaruit: o Kleinere klassen; Dat onderwijspersoneel wel tevreden is over de werkinhoud (hun vak) en over de relatie met collega´s, meldt ook de nota Werken in het Onderwijs 2010 (WIO), waarbij het primair onderwijs de meest tevreden sector is. De tevredenheid op deze punten is in alle onderwijssectoren hoger dan in de marktsector. Minder tevreden is het onderwijspersoneel over de eigen organisatie; alle onderwijssectoren scoren op organisatietevredenheid láger dan de marktsector. Ook op dit aspect scoort het po wel weer het hoogst. Alles bijeengenomen is de arbeidstevredenheid van de onderwijssectoren het hoogst in het po en het laagst in het mbo, aldus de nota. Het po kent ook hoge tevredenheidsscores voor de manier waarop de leidinggevende leiding geeft, en voor informatievoorziening en communicatie. Een mogelijke verklaring voor de gevonden verschillen tussen de onderwijssectoren kan volgens de nota zitten in de uiteenlopende sectorstructuren. Basisscholen hebben bijvoorbeeld een kleine omvang, waardoor er minder afstand is tussen (hoogste) leidinggevenden en medewerkers. Daarnaast hebben alle basisscholen een (vrijwel) uniform rooster. Door deze vaste schooltijden zijn er natuurlijke momenten op de schooldag waarop personeel en schoolleiding elkaar kunnen treffen. Deze contactmogelijkheden bieden veel ruimte voor informeel overleg en vergemakkelijken het inroosteren van formele vergaderingen.
Veel leerkrachten, met name in het voortgezet onderwijs, vinden dat er een maximale schoolgrootte moet komen. Dat is één van de uitkomsten uit het SP-onderzoek `De leraar aan het woord´ dat SP-fractievoorzitter Agnes Kant onlangs overhandigde aan minister Plasterk.
o Versterking speciaal onderwijs (in plaats van zorgleerlingen op normale scholen);
o Minder bureaucratie (inperking controledrift);
o Invoering maximale schoolgrootte en een bonus op kleinschaligheid;
o Meer inspraak voor leerkrachten (inperking macht schoolbestuur en management).