Verstevig je leiderschap, versterk je school

Onder jouw leiding bouwt de school aan het beste onderwijs. Onderweg kom je tal van uitdagingen tegen. Je hebt te maken met strijdige belangen en een maatschappij die volop in beweging is. Om koersvast te blijven moet je een tikkeltje eigenwijs en verdraaid inventief zijn. Hoe versterk je die eigenschappen? Op het AVS-Schoolleiderscongres leer je daar alles over tijdens de sessies.

Het is bikkelen voor schoolleiders. Nog nooit werd er zo’n groot beroep gedaan op flexibiliteit en creativiteit en niet alleen vanwege corona, maar ook vanwege het lerarentekort. Is dat al gigantisch, aan schoolleiders is nauwelijks nog te komen. Dus als een directeur met pensioen gaat of een afdelingsleider opstapt: waar haal je dan een opvolger vandaan? Durf je buiten de gebaande paden (lees: het onderwijs) te kijken? “We willen graag zicht bieden op wat mensen van buiten het onderwijs kunnen meebrengen,” legt Judith Amels uit. Zij is opleidingscoördinator voor zij-instromende schoolleiders bij de Marnix Academie en verzorgt de workshop: Eigenwijze collega’s, zij-instromende schoolleiders.

“Belangrijker is wat voor type leider en mens je bent”

Judith Amels, workshop
Zij-instromende schoolleiders

Directeur van buiten

Niet zomaar iedereen komt in aanmerking om de opleiding tot schoolleider te volgen, vertelt ze. “We kijken wat hun werkzaamheden en verantwoordelijkheden zijn geweest: heb je functionerings- en beoordelingsgesprekken gevoerd, teams aangestuurd, leiding gegeven aan verandertrajecten? Deze mensen uit het bedrijfsleven maken vaak heel bewust de overstap naar het vak van schoolleider en hebben veel werkervaring. Ze oriënteren zich uitgebreid om te beoordelen of deze functie bij hen past.”
De Marnix Academie leidt ‘directeuren van buiten’ bewust in een eigen groep op, los van de ‘gewone schoolleidersopleiding’. Ze krijgen veel kennis over het onderwijs mee, leren hoe je leiding moet geven aan teams met leraren en wat de ontwikkelingen zijn in het onderwijs. De studenten lopen een jaar stage bij een ervaren schoolleider. Ze draaien vaak mee in een klas om te ervaren hoe het is om voor een groep te staan. Amels: “Je hoeft als schoolleider niet zelf les te kunnen geven. Maar je moet wel weten waar je het over hebt, wil je een goed gesprek kunnen voeren met leraren over hun vak.”
“Wanneer een school kiest voor een zij-instromende directeur, is het zaak om samen te zorgen voor een goede ‘inburgeringsprocedure’. Stel bijvoorbeeld een collega-directeur van dezelfde stichting aan als mentor”, tipt Amels. “Nieuwe directeuren hebben vaak praktische vragen en willen bij een sparringpartner terecht kunnen wanneer
ze ergens tegenaanlopen.


Een voorbeeld. De één heeft in gesprek met ouders meteen de juiste toon te pakken, de ander is daarin nog zoekende en heeft behoefte aan feedback.”
Steeds meer scholen en besturen staan open voor schoolleiders van buiten. Vaak vinden studenten al tijdens hun opleiding een baan. “Deze mensen brengen waardevolle kwaliteiten mee. Ze zijn vaak vrij analytisch en hebben snel een goed overzicht. We hebben meerdere studenten met een achtergrond in het bankwezen. Voor hen is het maken van een begroting een peulenschil. Anderen hebben gewerkt als human resource manager.”
Amels’ advies is om bij het vinden van een geschikte schoolleider niet zozeer te focussen op onderwijservaring. “Belangrijker is wat voor type leider en mens je bent.” Als er echter op een school veel weerstand bestaat tegen een directeur van buiten, zegt zij, moet je niet doorduwen. “Kennelijk is die school dan nog niet toe aan zo’n directeur.”

“Bij een lastig onderwerp is het verstandig te overleggen met andere schoolleiders”

Cordula Rooijendijk, workshop Ethische dilemma’s

Ethisch schoolleiderschap

De coronacrisis deed de afgelopen jaren een groot beroep op de lenigheid van geest van praktisch elke schoolleider. Schoolleiders door het hele land hadden behoorlijk lastige keuzes te maken. Vanwege de lockdown en het onderwijs op afstand kwam de huiselijke realiteit van leerlingen soms hard binnen. Wat doe je als je bijvoorbeeld geconfronteerd wordt tijdens online onderwijs met beelden van een kind dat in armoede opgroeit of te maken heeft met huiselijk geweld?
Als schoolleider kom je regelmatig dergelijke dilemma’s tegen, concludeert Cordula Rooijendijk, directeur van de 8e Montessorischool Zeeburg in Amsterdam. Zij schreef mee aan een serie levensechte casussen, die in kleine groepjes worden besproken tijdens de workshop Ethische dilemma’s op het AVS Schoolleiderscongres. Ook Marja Creemers, directeur van Schoolleidersregister PO, is bij deze workshop betrokken. Zij merkt dat veel schoolleiders ethisch schoolleiderschap een belangrijk onderwerp vinden en organiseerde hier groepsgesprekken over. Schoolleidersregister PO liet ook wetenschappelijk onderzoek verrichten, zodat schoolleiders uiteindelijk handvatten en praktische tips aangereikt krijgen die kunnen helpen bij het maken van ingewikkelde beslissingen.

We willen schoolleiders praktische handvaten kunnen bieden

Marja Creemers, workshop Ethische dilemma’s

Advies van de wijkagent

Dit onderzoek onderscheidt vier soorten ethische dilemma’s, die tijdens de workshop worden toegelicht. “Dit onderscheid helpt je als schoolleider om meer zicht te krijgen op de aard van een dilemma”, zegt Creemers. “Zo kun je vanuit je visie een besluit nemen en het goed onderbouwen.” Bij de ‘ethiek van de zorg’ kan een school bijvoorbeeld een besluit nemen vanuit de verantwoordelijkheid die zij voelt voor de zorg voor leerlingen. Bij de ‘ethiek van de kritiek’ stellen schoolleiders zaken ter discussie vanuit kritiek op het systeem. Een voorbeeld is weerstand tegen de citotoets, vanwege de invloed hiervan op de toekomst van leerlingen. Bij de ‘ethiek van de rechtvaardigheid’ gaat het erom dat wettelijke voorschriften soms verkeerd uitpakken voor een individueel kind, bijvoorbeeld rondom de leerplicht. De ‘ethiek van de professionaliteit’ draait om de waarden van de beroepsgroep.
Schooldirecteur Rooijendijk geeft een voorbeeld dat zowel de ethiek van de zorg als van de kritiek raakt: “Je mag tegenwoordig veel minder informatie met instanties uitwisselen, waardoor wij niet kunnen bepalen hoe veilig een kind is. Als er vermoedens bestaan dat er in een gezin sprake is van bijvoorbeeld kindermishandeling of huiselijk geweld, dan moet je dit op een gegeven moment met de ouders bespreken. Soms kiezen zij er dan voor om hun zoon of dochter naar een andere school te doen. Dan ben je die leerling kwijt. Je mag de nieuwe school namelijk niet over je vermoedens informeren, terwijl dat naar ons idee wel in het belang van het kind kan zijn.”
Wat doe je op zo’n moment? “Ik denk dat het wijs is om het belang van het kind altijd voorop te stellen. Al moet je natuurlijk niets strafbaars doen. Bij een lastig onderwerp is het verstandig om te overleggen met instanties of andere schoolleiders, die vaak in hetzelfde schuitje zitten. Ik vraag ook weleens advies aan de wijkagent. Sowieso ga ik altijd in conclaaf met mijn team. Van hen krijg je een goed beeld van wat er speelt in de groep.”
Waar schoolleiders tijdens de coronacrisis ook mee moesten dealen, waren de boze reacties van ouders en collega’s. Soms werden hele klassen naar huis gestuurd vanwege de vele besmettingen. Andere momenten regende het nieuwe protocollen van de overheid, die de veiligheid op school moesten garanderen én die je als schoolleider steeds weer aan je team, aan ouders en leerlingen moest verkopen. De emoties liepen soms hoog op. Hoe ga je daarmee om? Wellicht dat de workshop Praktische Filosofie van Dick Middelhoek ( Internationale School voor Wijsbegeerte) je daarop antwoord kan geven. “Als je met een filosofische blik naar jezelf en je werk kijkt, komen er vanzelf vragen op: wat wil ik meegeven? Moet ik altijd dienstbaar zijn? Moet ik alle leerlingen kunnen bedienen? En al gauw komen basale vragen op, die mensen zich door de eeuwen heen stellen: wie ben ik? Doe ik het goed genoeg? Waar gaat het naar toe, wat moet ik doen, hoe word ik gelukkig?”

“Met een filosofische houding leer je rustig te kijken en ga je meer zien”

“Met een filosofische houding leer je rustig te kijken en ga je meer zien”

Moet je altijd dienstbaar zijn?

In het onderwijs hebben mensen de neiging om overal een antwoord op te formuleren, is de ervaring van Middelhoek. “Probeer dat eens los te laten. Onderdruk maar eens de neiging om alles voor iedereen te regelen. Misschien gebeurt er dan iets wat je niet had kunnen bedenken.” Als voorbeeld noemt hij de door corona ingegeven regel dat ouders hun kind niet meer de school in mogen brengen. “Ouders bleven voor de crisis vaak lang hangen op school. De nieuwe maatregel bracht ineens veel meer rust en uiteindelijk hebben verschillende schoolleiders het moedige besluit genomen om ouders vaker buiten te houden.” In zijn workshop wil Middelhoek uitleggen hoe vrijheid en verantwoordelijkheid zich tot elkaar verhouden. Hij gaat daarbij in op de zienswijze van de stoïcijnen. Deze wijsgeren maakten een duidelijk onderscheid tussen waar je wel en niet over gaat of waarover je zorgen moet maken en waarover niet.
De workshop is een voorproefje op de leergang Praktische filosofie voor schoolleiders,
die Middelhoek verzorgt voor de AVS Academie. Daarin streeft hij naar een sfeer ‘waarin mensen samen willen nadenken, dilemma’s gaan afpellen en uiteindelijk
zichzelf afpellen’. Het valt hem op dat meer ervaren schoolleiders nogal eens voor deze leergang kiezen. “Op een gegeven moment kom je in een fase in je werk en leven dat je denkt: ‘ik wil niet jarenlang zo doorrennen.’”

Laat het antwoord weg

Met een filosofische houding, zegt hij, leer je rustig te kijken en ga je meer zien. “Dat leidt tot inzicht. Je krijgt een heldere, meer eigen blik. Er komt een soort gemoedsrust.” Hoe bouw je dit in je drukke werkleven in? “Gun jezelf de tijd om na te denken. Veel van onze deelnemers gaan lezen en het ene boek leidt tot het andere. Ze zien ineens verbindingen tussen cursussen die ze al gedaan hebben en komen tot nieuwe inzichten.”
Met je gedrag kun je een filosofische houding ook overbrengen op je team en leerlingen. “Je stelt je oordeel uit, belicht nog eens een andere kant van een zaak, laat de ander helemaal uitpraten en laat het antwoord even in het midden. Durf af en toe te zeggen dat je iets niet weet. Of zeg: ‘mag ik er nog eens naar kijken? Ik moet er nog eens even over nadenken, misschien kan jij dat ook doen.’”

Links

Interessant?
Dit artikel stond in Kader, het vakblad voor schoolleiders, dat AVS-leden maandelijks ontvangen. De AVS komt op voor de belangen van schoolleiders in het basis- en voortgezet onderwijs. Word ook lid of abonnee, ontvang voortaan iedere maand een kersvers exemplaar in de brievenbus en versterk de positie van schoolleiders.

Gerelateerd nieuws